dinsdag 23 augustus 2022

Dag 0 – dinsdag 23 augustus: Groningen – Schiphol (hotel Schiphol, Van der Valk)

Om ons goed voor te bereiden op de hoge temperaturen in Las Vegas en omstreken werden we in de trein vast in een zweethut gegooid. Je weet wel, zo’n ritueel waarbij je onder snoeihete temperaturen en in het stikkedonker tot jezelf moet komen, gereinigd en al en als het een beetje meezit ook opnieuw geboren. Nou, de NS had het vast en zeker goed met ons voor want in de eerste klas coupé waar we inzaten, een luxe die we ons permitteerden om genoeg plaats te hebben voor de best belachelijk grote hoeveelheid bagage, deed de airco het niet. De ene na de andere medereiziger verdween puffend en steunend naar het tweedeklas gedeelte waar de temperatuur zowat onder nul lag. Omdat het werkelijk onverantwoord heet aan het worden was gooide ik er maar een paar twitterberichten uit met bovenstaand verhaal in de hoop dat iemand er iets aan zou kunnen doen. Ik was al op zoek geweest naar de conducteur, maar die was in geen velden of wegen te bekennen. Al snel kreeg ik een reactie: ‘dat is wel zonde. Gelukkig heb je een koelere plek gevonden. Ik heb hier meteen een melding van gemaakt.’ Even later gevolgd door ‘mocht het echt te heet worden, dan zou ik je willen verzoeken de conducteur aan te spreken. Deze kan de trein stoppen als het niet meer veilig is om nog door te rijden. De temperatuur wordt per coupé geregeld, dus je zou op dit moment ook een andere coupé kunnen opzoeken’. Daarbij geheel voorbijgaand aan het feit dat ik nog steeds in de 1e klas zat, de 2e klas vol was en er bovendien geen conducteur te vinden was. Maar kennelijk was er toch iets in gang gezet, want ongeveer bij Almere kwam er opeens een aardige controleur binnen die eerst probeerde de zaak aan de praat te krijgen, wat niet lukte, en toen met een doodeenvoudige en uitstekend werkende oplossing kwam: hij zette twee ramen tegen elkaar open. Met een speciale sleutel, want het is natuurlijk niet de bedoeling dat je zelf aan die raampjes gaat zitten prutsen. Opgelost!

Vlak voor Schiphol bleef de trein nog even staan, seinstoring. Terwijl we al met een man of 10 in het bloedhete halletje – daar konden geen ramen open - stonden te wachten. Gelukkig duurde dat niet al te lang, en een medereiziger had intussen de tijd te baat genomen om ons te vragen of hij even kon helpen met mijn trolley. De Stadskanaalster Sportclub liet dat niet op zich zitten en ontfermde zich op voorhand over alle andere bagage. Aangezien bij volwassenheid hoort dat je ook hulp aanneemt als dat nodig is (in plaats van puberaal alles zelf willen doen, ik wijs hierbij helemaal niet naar mijn echtgenoot) stond onze bagage snel op het perron. We konden direct door de lift in en naar de shuttle van het hotel. Ook daar was een aardige jongeman die de zwaarste twee tassen voor ons de bus in tilde en later er ook weer uit zodat we uiteindelijk zonder al te veel gesjouw onze hotelkamer konden betrekken.

Voorafgaand aan dit alles hadden we al heel wat hoofdbrekens gehad over ons verblijf in Cedar City, bij Carmen en Troy. Ik schreef al in mijn eerste post dat Carmen corona had, nu bleek – uiteraard – ook Troy besmet. Je kon erop wachten. Maar het stelde ons wel voor een probleem. We wilden absoluut niet bij hen thuis bivakkeren, met alle risico’s van dien. Wat dan wel? Na een zoektocht op internet kwamen we uit bij een RV-camping die ook een cowboy-cabin aanbood. In de bergen maar toch vlakbij het stadje. Heel basic, maar goede bedden, tafel en stoelen en natuurlijk airco. Je kunt daar echt niet zonder. Lang verhaal kort: we hebben twee nachten geboekt. Dan blijft er nog één nacht in te vullen en dat zien we dan ter plekke wel. Carmen was dolgelukkig, zij wist ook niet meer hoe ze het op moest lossen. Nu kunnen we ergens buiten afspreken met mondkapjes op. Pfff.

We hadden ook nog een gelukje. Via Campsite Photo’s had ik een zoekopdracht gegeven voor Zion, drie nachten aaneengesloten. Het was al wel gelukt om drie nachten te boeken, maar op drie verschillende plekken. Steeds verkassen dus. En zowaar, eergisteren kreeg ik een sms-je: één plaats voor al die dagen! Scheelt toch weer. Nu maar hopen dat het niet stortregent.

Morgen vroeg op, de shuttle van 8 uur en dan, tja, we zullen zien hoe het ons op Schiphol vergaat.

Wordt vervolgd!


We werden door Jette, onze oudste dochter, met onze eigen auto naar de trein gebracht


donderdag 18 augustus 2022

Inleiding: USA 2022!



De route:



1

woensdag

24/aug

AMS - LAS

2

donderdag

25/aug

LAS

3

vrijdag

26/aug

LAS

4

zaterdag

27/aug

LAS - Cedar City

5

zondag

28/aug

Cedar City

6

maandag

29/aug

Cedar City

7

dinsdag

30/aug

Cedar City - Glendale

8

woensdag

31/aug

Glendale - Zion

9

donderdag

01/sep

Zion

10

vrijdag

02/sep

Glendale - Wahweap

11

zaterdag

03/sep

Wahweap

12

zondag

04/sep

Wahweap - Monument Valley

13

maandag

05/sep

Mon. Valley - Hanksville

14

dinsdag

06/sep

Hanksville - Capitol Reef

15

woensdag

07/sep

Capitol Reef

16

donderdag

08/sep

Capitol Reef - Green River

17

vrijdag

09/sep

Green River

18

zaterdag

10/sep

Green River

19

zondag

11/sep

Green River - Grand Junction

20

maandag

12/sep

Grand Junction - Crested Butte

21

dinsdag

13/sep

Crested Butte

22

woensdag

14/sep

Crested Butte - Telluride

23

donderdag

15/sep

Telluride

24

vrijdag

16/sep

Telluride

25

zaterdag

17/sep

Telluride - Durango

26

zondag

18/sep

Durango - Santa Fe

27

maandag

19/sep

Santa Fe

28

dinsdag

20/sep

Santa Fe - Holbrook

29

woensdag

21/sep

Holbrook - Williams

30

donderdag

22/sep

Williams - LAS

31

vrijdag

23/sep

LAS - Lone Pine

32

zaterdag

24/sep

Lone Pine - June Lake

33

zondag

25/sep

June Lake

34

maandag

26/sep

June Lake

35

dinsdag

27/sep

June Lake  - LAS

36

woensdag

28/sep

LAS - AMS 


Route deel 1

Route deel 2


Vijf centimeter. Niet meer en niet minder. Precies zoveel had ik gebruikt uit mijn 40 cm hoge klerentas die ik mee had op onze reis naar Noorwegen, eind juni. Dat moest deze reis anders! Want ja, we gaan weer. Een tour van vijf weken door het ons inmiddels zo welbekende maar nog steeds betoverende zuidwesten van de Verenigde Staten.

Er ging een lange periode van wikken en wegen aan vooraf. Covid, leeftijd (we vallen nu toch echt in de categorie die men hoog- dan wel gewoon bejaard noemt), politieke onrust; allemaal redenen om een en ander goed te overwegen. Maar covid begon af te nemen, althans, dat dachten we nog toen we boekten, we zijn fit genoeg en die politiek hernoemen we deze reis tot struisvogelpolitiek zodat we er niet teveel aan hoeven te denken. En toen waren eind mei opeens ook de tickets redelijk betaalbaar dus hebben we geboekt. Een rechtstreekse vlucht, dat leek ons nu wel eens fijn. Die tussenstops hadden ons de laatste paar keer behoorlijk opgebroken.

De route gaat grotendeels door gebieden die we al meermalen doorkruist hebben. Met hier en daar een nieuw kampeerterrein. Grootste hindernis vormde het door ons vervloekte reserveringssysteem, waardoor we gedwongen waren vrij veel vast te leggen voor ons doen. Maar het is gelukt, ondanks onze 'late' instap: zelfs een paar weken geleden kon ik in Zion nog voor twee dagen een plek reserveren. 

We starten zoals vaker in Las Vegas, in het Main Street Station and Brewerey Hotel. Daar zijn de kamers niet al te duur, hoewel ook hier de inflatie heeft toegeslagen. De eerste drie nachten zullen we daar bijkomen van onze jetlag, de Walmart bestormen voor onze boodschappen en noodzakelijke kampeerartikelen en schaamteloos genieten van het copieuze ontbijt dat in een onvoorstelbaar mooie jaren twintig-eetzaal wordt genuttigd. 

Na Las Vegas is het de bedoeling dat we doorrijden naar Cedar City, dat ligt twee uur rijden noordelijker. Daar gaan we drie nachten logeren bij Carmen en Troy, mensen die we in 2019 ontmoet hebben op een campground in Cathedral Gorge. Zie dag 6 en 7 van 2019. 
En tja, dan komt toch covid weer om de hoek kijken. Gisteravond kreeg ik een appje van Carmen: corona! We moeten dus afwachten hoe het verder gaat. In elk geval zullen we ze moeten opzoeken om onze slaapzakken, die ons als het goed is warm houden tot -8 C, op te halen. Die hebben we namelijk in overleg met de famillie daar af laten leveren. Voorlopig hebben we afgesproken de komende dagen maar contact te houden en zien hoe een en ander zich ontwikkelt. We vertrekken woensdag de 24e en komen na ons verblijf in Las Vegas dan de 27e bij hen aan, met een beetje mazzel is heeft de corona dan weer zijn hielen gelicht. 

Intussen zijn de tassen voor het grootste deel gepakt. Tot mijn verbazing paste het moeiteloos: tent, stokken en pennen, twee fleece slaapzakken (gebruiken we in de gewone slaapzakken als het erg koud is), potten en pannen, thermokleding, donsjassen, mutsen/sjaals/handschoenen én onze gewone kleding. Maar dat dat laatste past is geen wonder, ik heb nu alleen maar precies die vijf centimeter meegenomen die ik in Noorwegen gebruikt had. 



De email-functie die voor Noorwegen niet goed werkte zal het nu waarschijnlijk wel goed doen, dus vul gerust je mailadres in aan de linkerkant als je op de hoogte gehouden wilt worden. En reacties (onderaan in te voegen) zijn altijd welkom!







zondag 6 oktober 2019

Maandag 30 september – dag 37: Las Vegas – Amsterdam/Groningen


dienst·klop·per (de; m,v; meervoud: dienstkloppers)1(negatief) iem. die zich overdreven stipt aan regels houdt

Aldus Van Dale. Met zo iemand hadden wij vanmorgen te maken. Maar eerst ontspon de dag zich in een rustig tempo. Wakker worden, douchen, laatste inpakronde, bagage nogmaals wegen (beide tassen binnen de norm van 23 kg), ontbijten. Ruim op tijd stonden we klaar bij de ingang, wachtend op de shuttle. Er kwam een auto aan waar iemand uitstapte en iets riep van ‘Bert!’. Beetje vreemd, maar we hadden wel eens vaker een personenauto als bagagevervoer gehad. Alles paste maar net in de achterbak , de chauffeur verwonderde zich wel over de hoeveelheid tassen. Net toen we in wilden stappen kwam er een man aanrennen die de chauffeur aansprak. Wat bleek? Er was geen ‘Bert’ geroepen, maar ‘Ed’! En dit wás Ed. Het was helemaal niet onze vervoerder. Dus alles er weer uit, en enkele minuten later kwam de goede shuttlebus. Om precies kwart over acht stonden we op het vliegveld. We hadden gisteren al online ingecheckt, dus het was een kwestie van bagage afgeven. Bij de automaten printten we bagagelabels en instapkaarten uit, daarbij terzijde gestaan door een vriendelijke dame. De grootste tas, die in het hotel precies 23 kg woog, bleek hier iets zwaarder te zijn geworden: 23,4 kg. Maar de andere was juist wat lichter met 21,5 kg. Ik vroeg dus voor de zekerheid of het bij elkaar geteld werd omdat het één boeking was, en daar werd bevestigend op geantwoord. Mooi! Toen moesten we ze op de band zetten bij een nors kijkende meneer. En wat denk je: tas geweigerd! We moesten iets van de te zware tas overhevelen in de andere. Tenzij we graag $100 extra wilden betalen. Wat een dienstklopper! Onze dag, die zo goed begonnen was, voelde opeens heel anders aan.  We sleepten de zaak weer weg en stopten één lange broek en een shirtje in de minst wegende tas. Om er zeker van te zijn dat het nu klopte zetten we alles opnieuw op de weegschaal bij de automaat, waar de lichtere tas nu 23 kg aangaf en de andere 22 kg. Precies goed. De kribbige meneer was inmiddels opgestapt zodat we de tassen bij iemand anders af moesten leveren. Wat denk je? De tas die net nog 23 kg woog, was nu opeens 23,2 kg! En de andere 19,8kg…Ik kreeg het alweer benauwd, maar deze man maalde er niet om en nam ze gewoon in. Opgelucht konden we verder.

Wachten op de shuttle

Valt wel mee toch, de bagage?
Inclusief tent, selfinflating slaapmatten en alle keukenspullen?
Hierna verliep alles vlot. Bij de security hoefden we onze schoenen niet uit te doen en mochten we zo doorlopen. Er werden nog wel wat spullen uit onze handbagage gecontroleerd, ‘You guys have been camping?’ vroeg de veiligheidsbeambte toen hij onze gedeukte aluminium pannenset en het ietwat morsige plastic koffiefilter uit de rugzak van Bert haalde, maar daar bleef het bij. De vlucht naar Houston vertrok vijf minuten eerder dan gepland, en na drie uur landden we daar. We hadden anderhalf uur ertussen, dus meer dan genoeg tijd om nog iets te drinken te halen. Onze tassen hoefden we deze keer niet zelf van de band te halen om vervolgens ergens anders weer af te geven, nee, dat werd gewoon doorgelabeld. Mooi zo!


Tijdens het wachten raakten we aan de praat met een ander stel, waarvan de man naast een grote bos grijs-wit haar een dito baard had. Chuck heette hij. Hij bleek hetzelfde boek te lezen als Bert en dat schiep meteen een band. Ze waren via Amsterdam op weg naar Hongarije, waar de vrouw oorspronkelijk vandaan kwam. Eerst zouden ze met een boot twee weken door Europa varen om daarna op familiebezoek te gaan in Boedapest en omgeving. We hadden een geanimeerd gesprek, de vrouw kwam uit een geslacht van wijnboeren en hun zoons waren ook in dat vak beland in Californië. Opeens verlaagde Chuck zijn stem en zei op fluistertoon: ‘And I am also fulltime Santa Claus! We are very international!’ We schoten in de lach natuurlijk, maar hij leek er echt op!


Aldus vast in kerststemming gebracht zochten we onze plaatsen in het vliegtuig. Ook deze dreamliner had een 3x3 configuratie, en net als op de heenweg hadden we twee plekken naast elkaar in de middelste rij uitgezocht. Nu hadden we extra veel geluk, de derde stoel bleef vrij! Daar konden we de kussentjes en dekentjes neerleggen die altijd in de weg liggen, en onze tassen er bovenop zetten. Ideaal. Ik had trouwens drie stuks handbagage bij me, in plaats van de toegestane twee, maar geen haan die er naar kraaide. Als dat wel het geval was geweest had ik de kleinste in een van de twee andere gepropt maar nu was dat niet nodig. We zetten onze koptelefoons op en keken allebei drie films. Het aanbod was groot, er stonden meer dan honderd films op dus voor elk wat wils. Ik keek Capharnaüm, een hartverscheurend en ontroerend verhaal over een jongetje wat zijn ouders aanklaagt omdat hij geboren is. Onwaarschijnlijk goed geacteerd door niet-professionele kindacteurs. Af en toe kon ik er bijna niet naar kijken, zo heftig. Daarna zag ik Hidden Figures, over drie Afro-Amerikaanse vrouwelijke wetenschappers werkzaam bij de Nasa. Zij hebben alledrie meer dan hun steentje bijgedragen aan de lancering van de eerste Amerikaan (John Glenn, in 1962) in een baan om de aarde, ter voorbereiding van de vlucht naar de maan. Op latere leeftijd hebben zij vele onderscheidingen gekregen, maar in die begintijd vierde de discriminatie hoogtij en was het dus uitzonderlijk dat ze zich uiteindelijk in het witte mannenbolwerk wisten in te vechten. Prachtige film ook. Tot slot keek ik Free Solo, over Alex Honnold die El Capitán in Yosemite beklimt zonder klimmaterialen te gebruiken. Alleen met handen en voeten dus. Adembenemend! Tja, en dan is het opeens al zover en land je op Schiphol. 


We moesten natuurlijk eerst door de douane. Maar, heel gek, er ontstond een enorme opstopping en we konden niet doorlopen. Toen werden we allemaal een andere kant op gedirigeerd door inmiddels opgeroepen personeel. Wij moesten helemaal teruglopen, daar nog ergens naar beneden en op een heel andere plek langs de dienstdoende ambtenaren. Mijn paspoort werd extra tegen het licht gehouden en van alle kanten bekeken (exotische achternaam, dan krijg je dat). Daarna moesten we toch echt onze tassen hebben. Maar waar was die bagageband? Gevraagd, en bleek dat we ergens naar beneden moesten, een kilometer lopen en daar zagen we eindelijk iets. Alleen zochten wij nummer 16, en dat was nog een héél stuk verder! Al met al kostte het een half uur voor we de tassen van de band konden tillen. En toch haalden we op het nippertje de doorgaande trein naar Groningen, wat heel fijn was. Anders hadden we een uur moeten wachten. 


Om 12.04 reden we het station binnen. We hesen onze spullen het perron op en hoorden toen ‘Oma!! Opa!!’ Ons oudste kleinkind, Mille, had ons al gezien en stóóf op ons af, zo hard als haar kleine beentjes haar konden dragen, regelrecht in mijn armen. Ik kon nog net voorkomen dat we allebei op de grond vielen . Daarna was opa aan de beurt, ze sprong zowat een meter omhoog om bij hem te komen. Inger en Daan kwamen erachteraan met Laure, die nog te klein was voor al dit gedoe, zodat we ook die in de armen konden sluiten. We waren weer thuis!


P.S. Die dienstklopper van het begin krijgt de volgende keer met de mattenklopper. Ligt al klaar. Onder het motto ‘soort zoekt soort’.







donderdag 3 oktober 2019

Zondag 29 September – dag 36: Kingman – Las Vegas


Ik schrok vanmorgen toen ik wakker werd en op mijn telefoon keek: half negen al! Niet dat we echt haast hadden, maar we wilden de tassen helemaal goed ingepakt hebben, gewogen en al, en we moesten er om elf uur uit zijn. Dus maar gauw Bert wakker gemaakt en koffie gezet. Dat was ook weer een voordeel van deze lodge: er was een koffiezetapparaat en vers gemalen koffie. Wij hadden gisteren het laatste restje van onze eigen voorraad gebruikt dus dit was meer dan welkom.


Het inpakken verliep vlot. Mijn heerlijke kussen, voor $3 hier aangeschaft, wilde ik perse meenemen en dat paste precies in mijn handbagagerugzakje samen met het donsjack van Bert. In Bert’s rugzak gingen de pannen en wat ander keukenspul. De tent zat in mijn grote tas, naast alle thermokleding, windstoppers, fleece-jacks en mijn eigen kleding. In de tas van Bert gingen de slaapmatten, de tentstokken, de stalen rotspennen die we gekocht hadden, het besteketui en natuurlijk zijn kleren. Nadat alles zo volgens plan gepakt was hingen we de incheckbagage aan de haak: een woog er precies 23 kg en de ander zat daar vier kilo onder, genoeg speelruimte dus. Mooi op tijd waren we klaar. Ik keek nog maar eens op mijn telefoon en zag…dat het pas kwart voor acht was! Het was geen half negen geweest maar half zeven! Kennelijk zat de slaap nog teveel in mijn ogen.


Heel ontspannen gooiden we dus alles in de auto en reden richting kringloop. Helaas ging die pas om tien uur open en dus moesten we even iets anders bedenken. Dat werd een rondje Historic Kingman, aangekondigd bij de KOA onder het kopje ‘things-to-do’.  Nu zijn al die plaatsjes min of meer hetzelfde, oftewel het is één hoofdstraat met wat toeristenwinkeltjes, dus we waren benieuwd naar het extra wat Kingman ons te bieden zou hebben. Nou, dat was heel bijzonder: helemaal niets! Zoiets doods als Kingman hebben we zelden meegemaakt. We konden niet eens iets van een ontbijtcafé vinden. Uiteindelijk was er een soort koffietent waar we een hele slappe bak voorgezet kregen. Zo slecht hadden we het de hele reis niet gehad. Tja, soms heb je geluk en soms heb je pech. Historic Kingman, hoe verzinnen ze het!







Het enige dat Kingman ons te bieden had: graffiti en een leuke gevel

Om half elf leverden we de spullen af bij de kringloop en even later reden we richting Las Vegas. Niet rechtstreeks naar het hotel, maar eerst nog naar een laatste bezienswaardigheid: Red Rock Canyon. Dat ligt bijna tegen Las Vegas aan. Je rijdt er een loop van 13 mijl waarbij je alle uitzichtpunten tegenkomt. Er zijn ook veel trails die je kunt lopen maar die lieten wij vandaag aan ons voorbijgaan. De naam Red Rock Canyon doet vermoeden dat je een kloof van uitsluitend rood gesteente zult zien, maar dat was niet zo: alleen in het begin waren de rotsen rood. Er waren veel mensen op pad, een leuk uitje op de zondagmiddag natuurlijk. Het was voor ons een mooie afsluiter.







Terwijl we naar het hotel reden (Tru by Hilton Las Vegas Airport, aanrader!) had Bert de lumineuze inval om de auto deze avond al in te leveren en dan morgenochtend de shuttle van het hotel naar het vliegveld te nemen. Dat zou 's ochtends vroeg heel wat tijd schelen. Zo gezegd zo gedaan, we checkten eerst in bij het hotel, maakten op ons gemak de auto leeg en reden toen naar de autoverhuur. Trouwens, bij het leeg halen van de auto zag ik opeens een echt stopcontact zitten achterop de middenconsole. Hadden we dus onze omvormer, die altijd meegaat om de laptop en de batterijen van het fototoestel op te laden, thuis kunnen laten. Hebben wij weer…We waren vlot aan de beurt bij Hertz, en binnen tien minuten stonden we weer buiten. We liepen eerst naar hetzelfde restaurant waar we vorig jaar ook gegeten hadden de laatste dag en genoten er van het dagmenu. Deze keer was dat biefstuk tartaar, maatje schoenzool, uitstekend gegrild. Erbij gestoomde groenten en natuurlijk vooraf soep (Bert) en salade (ik). Voor $14,50 p.p. Daarna liepen we naar het hotel dat tien minuten verderop lag. We bespraken de shuttle voor morgenochtend acht uur, dat gaf ons ook ruim de tijd te ontbijten. Echt heel relaxed allemaal!

Dit was alleen nog maar de salade

We nestelden ons op het kingsize bed waar ik er nog een blogpost uitgooide en Bert probeerde z’n ogen open te houden bij het lezen in z’n e-reader. Het was nu echt de allerlaatste avond van een reis waarbij we van (bijna) elke seconde genoten hadden. Morgen terug naar huis!