maandag 19 september 2016

Vrijdag 16 september – dag 25: Page – Monument Valley


Eerst even dit: een oplettend forumlid schreef ons dat dag 18 ( vrijdag 9 september) ontbrak. En dat klopte. Het had geplaatst moeten worden maar waarschijnlijk door een haperende wifi-verbinding is dat mislukt. Ik heb het opnieuw geplaatst en nu staat het er wél tussen, Moab (Arches). 

Vanmorgen reden we weg van onze mooie plek bij Wahweap. We wilden naar Monument Valley om te kamperen op de View campground vanwaar je, het woord zegt het al, een schitterend uitzicht hebt op de spectaculaire rotsformaties van het park. Gisteren had ik via internet toch maar even een plekje gereserveerd gezien de drukte overal. Daarbij gaf ik aan dat we graag een plaatsje vooraan wilden zodat we vrijuit zicht hadden. Het was maar een paar uur rijden, langs een weg die niet direct heel bijzonder was, dus ik gebruikte de tijd om twee blogs te schrijven. 

Vlak buiten Page heb je de Horseshoe Bend, een wonderlijk natuurverschijnsel waarbij de Colorado River bijna een hele ronde heeft uitgesleten in de rotsen. Omdat we er toch langsreden gingen we er maar even kijken. We waren wederom niet alleen dus in rijen van drie liepen we naar boven en daarna weer een stuk naar beneden. Toen waren we al wel wat mensen kwijtgeraakt, sommigen kwamen het eerste stuk al haast niet op. Terwijl het niet eens warm was, zo’n 23 graden. Om goed zicht te krijgen op de hele ronding moet je wel zo’n beetje over de rand van het steile gebeuren kijken. Dat is natuurlijk niet zonder gevaar. Toch belemmerde dat mensen niet om zich, met de benen naar beneden bungelend, op de foto te laten zetten of erger nog, een selfie te maken. Maar gelukkig gebeurden er geen ongelukken. Voor een echt goed beeld heb je in dit geval toch het meeste aan een luchtfoto. Het gekke is, er stonden tientallen borden met de waarschuwing om toch vooral genoeg water mee te nemen maar geen enkel bord om niet te dicht bij de rand te komen.
                                                 DSC03305

Bij aankomst in MV betaalden we netjes de $20 toegang en reden direct door naar de View. Hier bleek dat  er helemaal geen gereserveerde plaatsen waren, we moesten zelf maar even zoeken. Ook goed. Door het mulle rode zand, vergelijkbaar met onze duinen, zochten we naar een plek waar onze tent zou kunnen staan. Die was er niet. Het waren eigenlijk helemaal geen plekken maar je moest gewoon ergens tussen de heuveltjes gaan staan. Voor kleinere tentjes prima te doen, maar die van ons is deze keer nu eenmaal net iets groter. De enige plek die in aanmerking kwam was helemaal beneden en dat betekende alles door het mulle zand ernaartoe sjouwen. Daar had Bert absoluut geen zin in en ik eigenlijk ook niet. Afgezien van het prachtige uitzicht, want dat was het zonder meer. Bij zonsondergang en zonsopgang moet dat betoverend zijn. Later kwamen we er in de Trotter achter dat dit de vroegere gratis primitieve campground was. Nu zijn er  meer faciliteiten zoals sanitair en een plek waar je bij de receptie buiten kon zitten aan picknickbanken, maar aan de campground zelf hebben ze niets veranderd. Kost alleen nu $20. Wij besloten ons heil verderop te zoeken. Een mijl of 7 verder heb je de Goulding campground. Veel RV’s maar het tentveldje ligt wat lager en apart. We kregen plaats 18 toegewezen. Bij aankomst bleek dat net groot genoeg voor een babytentje, vonden wij tenminste. Zelf maar even rondgekeken en een paar plaatsnummers genoteerd. Terug bij de receptie konden we zo ruilen zodat we op een mooie, ruime plek onze tent op konden zetten. Het licht op de rode rotsformaties was hier ook schitterend en heel in de verte zagen we de grote monumenten van MV. Toch nog een klein beetje eerste rang dus Smile. 

DSC03319   DSC03323 

Voordat we wegreden uit het park reden we nog een deel van de tour tot het punt waar de weg zich splitst en je alleen nog maar rond de grote Mesa kunt. Daar keerden we. Het was, net als de eerste keer in 2010, een gehotseklots van jewelste. Heel veel kuilen en hobbels in de weg. Het beste is veel gas te geven, dan heb je er het minste last van. Om ons heen stoven de open wagens met toeristen voorbij met bijbehorende rode stofwolken. De mensen zaten met zakdoeken voor hun mond en probeerden die op hun plek te houden terwijl ze met de andere hand een poging deden tot het maken van een foto. Om bij het indrukken van de knop een halve meter de lucht in gelanceerd te worden. Als ze geluk hadden vlogen ze er net zelf niet uit! Een ding is zeker: bij thuiskomst moeten ze direct contact opnemen met een longarts. Kilo’s rood stof zullen ze binnen gekregen hebben….
Bij de tent kookten we een heerlijk maaltje met groene asperges, worstjes en paddenstoelen. Puree uit een pakje erbij, helemaal goed. Morgen maar weer eens verder zien wat we gaan doen.

20160916_185123

zondag 18 september 2016

Donderdag 15 september–dag 24: Page (Lake Powell)


Over enkele duizenden jaren hebben Amerikanen waarschijnlijk geen benen meer. Of die zijn vervangen door wielen. Ze gaan namelijk overal met de auto naar toe, zelfs al is het maar 200 meter lopen. De degeneratie zal z’n werk wel doen.

Wij stapten óók in de auto, dit keer om naar de haven te rijden waarvandaan de boot zou vertrekken. Een tochtje van zo’n kleine drie uur naar twee canyons in een van de vele zijarmen van Lake Powell. Dit meer heeft door zijn grillige vorm een totale kustlijn die groter is dan die van de hele Amerikaanse Oost- en Westkust bij elkaar. Dat is nogal wat.

Om zeven uur stonden we op, tijd genoeg om koffie te zetten nog.De boot zou om 9 uur vertrekken en we wilden vroeg zijn om ons een plaatsje op het bovendek te verschaffen. Om precies acht uur stonden we aan de reserveringsdesk om onze kaarten op te halen. Ach, zei Bert, kijk, de klok staat op zeven uur. Vergeten aan te passen. Na enkele minuten kwamen de medewerkers en we kregen vlot onze pasjes met de mededeling dat we ons om 8.45 weer dienden te melden. Het first come first serve-principe gold pas als je naar de boot toeliep. Gewoon een beetje harder lopen, zo werd ons verteld. We doken weg in de grote leren banken, een half uurtje wachten. Bert nam nog een kop koffie. Om kwart voor negen liepen we vast naar buiten waar de toegang tot de boot was. er stond een treintje klaar. Dat bleek echter voor een andere groep te zijn. Maar eens gevraagd aan de bestuurder. Nee, de boot was nog niet klaar. Weer naar binnen, weer wachten. We waren ongeveer de enigen. Ik ging nogmaals vragen hoe het zat. Nog een uurtje, zei de vriendelijke baliejuffrouw. Uurtje? Ja, het is pas tien voor acht hier! En hoe zat het? Lake Powell ligt op de grens van Utah en Arizona. In Arizona hanteren ze hun eigen tijd en is het een uur vroeger dan in Utah! We moesten er heel erg om lachen. Dat moesten we nog een keer toen we naar de boot mochten. Iedereen ging lopen, rennen zelfs om maar een plaatsje bovenin te krijgen. Maar wij stapten met één ander stel in het treintje dat vervolgens iedereen voorbij karde waardoor we als eersten aan boord mochten en een prachtplek helemaal vooraan kregen! Toch niet alle moeite voor niets geweest….


De tocht was in één woord geweldig. Stralend weer, niet te warm en dan de onbeschrijfelijke schoonheid van het azuurblauwe meer, de rotsen en  vooral de canyons: mooier had de dag voor ons niet kunnen beginnen. Af en toe zette de kapitein de sokken erin en voeren we met volle kracht vooruit. Dan kon je je maar beter goed aan de reling vasthouden. Maar Bert gooide daar met de pet naar, eigenwijs als hij is. Of eigenlijk, hij gooide de pet weg. Nog  beter gezegd: de wind nam de pet mee! In één beweging van zijn hoofd in het water Smile!

20160915_095349  20160915_103430   20160915_112814

                      DSC03175   DSC03247

Terug bij de tent lunchten we met het brood van de Duitse bakker uit Orderville en namen we een flinke pauze. Rond een uur of drie vertrokken we naar Paria, daar waren we op de heenweg al langs gekomen maar niet uitgestapt. We liepen de trail naar een stel Toadstools. Hier waren nu eens niet zoveel mensen. Bovenin de bergen zagen we het zoveelste wonderlijke natuurverschijnsel, Het houdt hier nooit op, lijkt het wel. Wederom prachtig en beslist een aanrader!

DSC03272      DSC03283      DSC03290

Op de terugweg stopten we bij Lone Rock, deze keer om foto’s te maken bij het avondlicht. Bij de tent een vuurtje en deze keer hadden we wijn zónder vlees gelukkig. Waarschijnlijk was de familie vliesvleugel nog dronken van gisteren.

zaterdag 17 september 2016

Woensdag 14 september–dag 23:


‘Het is hier net Disneyland!’ aldus de verzuchting van een ranger in Zion. Dat geeft wel aan hoe druk het hier is. En niemand weet hoe het komt dat het bezoekersaantal dit jaar zo ontzettend toegenomen is. Wat dat aangaat waren we erg blij met onze kampeerplek bij de familie Bauer in Glendale. Een oase!
We reden vandaag weg naar Page. Het was niet al te ver rijden, over Kanab. Daar nam ik wraak op Bert, deze keer moest híj schoenen kopen (zie blog dag 15). Een paar lage blauwe AllStars. En passant nam ik nog een paar teenslippers mee. In Kanab zit een zaak die flinke kortingen geeft op dit soort artikelen, een paar jaar geleden kocht ik er zelf een paar AllStars voor $28).
Onze bedoeling was om eerst bij de campground bij Lone Rock te kijken. Daar kun je tegen een luttel bedrag op het strand en aan het water kamperen. Wij vonden het toch te druk, vol met enorme RV’s  en de waterlijn bezaaid met tentjes.

                                         20160915_184924

Dus weken we uit naar Wahweap waar een goed aangelegd terrein is, grenzend aan Lake Powell. Overal heb je uitzicht op dat strakblauwe meer. Het meisje achter de balie had bepaald niet het buskruit uitgevonden. Wij vroegen naar seniorenkorting omdat mensen naast ons dat ook kregen. Ze keek ons eens aan en vroeg toen “Are you seniors?” We hadden eigenlijk nee moeten zeggen. Hoe complimenteus ook, we zien er echt niet meer uit als pubers. Maar we kregen een plek, een beetje schaduw dacht ons slimmerdje, maar voegde er direct aan toe 'I don’t know how good it is’. Dat konden wij haar even later gaan vertellen: helemaal niet goed. Geen sprankje  schaduw zelfs. We zagen er vlakbij een plek die wél wat koelte had en konden gelukkig wisselen. Toen stonden we helemaal alleen, met de dichtstbijzijnde buren op zeker 40 meter afstand. De tent zetten we nog niet op, het was erg warm en we wilden eerst naar de WalMart voor wat boodschappen en een boottocht bespreken voor morgen. Dus legden we alleen het grondzeil neer, verzwaard met stenen want er stond wel wat wind. Dat hadden we dus beter niet kunnen doen. Weer terug van de boodschappen was dat zeil half weggewaaid, ondanks de stenen.  Meteen nu de tent maar opzetten dus, de wind was behoorlijk aangewakkerd.En toen begon de film. De binnentent stond nog niet of hij dreigde al weg te waaien. Terwijl Bert de pennen erin probeerde te slaan moest ik met al mijn kracht aan de stokken  hangen om dat te voorkomen. Uiteindelijk stond  hij, maar loslaten kon ik hem niet. Dat betekende dat Bert in zijn eentje het dak erover heen moest zien te krijgen. Nou, geen schijn van kans. Het doek sloeg steeds weer uit zijn handen en toen het er op een goed moment wél min of meer overheen lag zat het helemaal verkeerd. Het trok aan alle kanten en we kregen het niet goed. Intussen moest ik nog steeds met mijn volle gewicht aan de stokken hangen. Ík gaf het bijna op. Nog maar een keer geprobeerd, tevergeefs. Lukt niet, zei Bert. Toen heb ik in een laatste poging de zaak te redden de achterkant weer losgemaakt waarna we het dak naar voren konden trekken. Bert sloeg er lukraak wat pennen in opeens stond hij toch. Scheef, maar hij stond! We waren erg trots op onszelf  Het lekkere eten dat we hadden willen maken – worstjes op het vuur, gesmoorde paddestoelen met groene asperges en aardappelpuree – werd hem niet. De wind was veel te hard om een vuur te maken en bovendien was het al stikdonker. Dan maar een glaasje wijn met als toetje weer eens chili. De maan scheen ons als enorme zaklamp goed bij maar kon niet voorkomen dat de wijn gratis voorzien werd van vlees. Grote gevleugelde insecten hielden kennelijk ook van Chardonnay…..

donderdag 15 september 2016

Dinsdag 13 september – dag 22: Zion


Het was alweer een dag met een slow start. Ik pleegde met WhatsApp wat telefoontjes, we aten geitenyoghurt met granola en haastten ons in het geheel niet. Het was dan ook pas tegen de middag dat we Zion binnenreden. Dat ging niet helemaal zonder oponthoud, wegens wegwerkzaamheden moesten we twintig minuten wachten vlak na de toegangsweg. Verder zijn er tunnels waar een beetje hoog formaat camper niet doorheen kan tenzij hij precies in het midden van de weg rijdt. Dan wordt de andere rijstrook zolang afgesloten. Ook daar hadden we mee te maken deze keer. dus alles bij elkaar zorgde dat voor enige vertraging. Bij de ingang werden we verwelkomd met de woorden ‘als je geluk hebt vind je wel ergens een parkeerplaats’. Dat geluk hadden we en dat was boffen; met een beetje pech moest je eerst doorrijden naar het dorp vlakbij de ingang (Springdale) en daar de shuttle naar het park pakken om dan daarna weer de shuttle het park ín te pakken want daar mag je zelf niet rijden. Goed, we reden met die laatste shuttle helemaal naar het eind en liepen een groot deel van de Riverwalk. Hadden we al eens gedaan en het is een prettige wandeling. We liepen er niet alleen hoewel het op de foto’s hieronder nog wel lijkt mee te vallen.

          20160913_155248       20160913_154203

                            DSC03116


                                   DSC03119

Een meisje dat op blote voeten liep werd bewonderend toegesproken door een man: “Amazing how you get on with those shoes!” Ik geloof niet dat ze het begreep.

Intussen begon het wat te onweren en na het even aangekeken te hebben besloten we toch dat het verstandiger was terug te gaan. Eerst haalden we nog wat proviand in Springdale, tot onze vreugde hadden ze zowaar verse peterselie! Dat zou lekkere tonijnpasta worden.

Tegen zeven uur waren we terug bij de tent waar het heel hard begon te waaien. De lucht werd donkerder en donkerder. Eigenlijk wilden we vuur maken maar dat leek niet zo verstandig. Koken zagen we al helemaal niet meer zitten toen het begon te plenzen. Gelukkig was er een overdekte veranda waar we onze kookspullen heen sleepten. Terwijl Bert het eten maakte kon ik aan het blog schrijven in de wasmachineruimte. Er zaten twee andere mensen maar die maakten direct plaats voor ons toen ze hoorden dat we tentkampeerders waren. Het bleef intussen regenen en de temperatuur daalde in een half uur met ongeveer 15 graden. De pasta warmde ons weer wat op en met héél veel laagjes aan kropen we in de slaapzak. Het onweer, dat af en toe behoorlijk dichtbij kwam, hield ons nog wat wakker maar uiteindelijk sliepen we toch in.

Maandag 12 september – dag 21: Capitol Reef – Zion (Glendale)


In het museumwinkeltje kochten we ons ontbijt, dat wil zeggen, het vloeibare gedeelte. Ze hebben er goede koffie en daarmee konden wel even vooruit. Ons doel voor vandaag: de Bauertjes. Niet omdat we nu perse grote fans van neefje Frans zijn, maar omdat je er zo fantastisch kunt kamperen in de boomgaard. Bijkomend voordeel is dat je van daaruit in een klein uurtje bij Zion bent en ons plan was dan ook om daar de volgende ochtend heel vroeg voor de poort van de South Campground te staan. De Watchman campground, een kleine honderd meter verderop, is vele malen mooier en rustiger maar die moet je heel ver van tevoren reserveren. En wij weten nooit precies wanneer we waar zullen zijn dus dat was geen optie.
Over de Scenic Byway 12, bekend vanwege de panoramische uitzichten, reden we eerst langs Bryce, waar we niet stopten, via Red Canyon waar we wél even uitstapten, naar Glendale. Het was weer een feest om te rijden. Je kunt ook pech hebben, zoals Jette slechts een paar weken hiervoor had: als de lucht vol regen zit zie je helemaal niets.

20160912_120311    20160912_120337
Onderweg stopten we om te ontbijten, nu echt. We deden dat bij de Hell’s Backbone Grill, genoemd naar het deel van de Byway 12 waar het bedrijf gevestigd is. Een aantal jaren geleden waren we hier ook al eens geweest maar Bert kon het zich niet meer herinneren. Het was er rustig en aangenaam met een erg attente bediening. De kaart verschilde niet van wat je elders in dit land krijgt maar in plaats van eieren of pancakes namen we allebei de French Toast oftewel wentelteefjes. Meestal zijn die doordrenkt van boter maar hier waren ze perfect. Fruitliefhebber als ik ben vroeg ik of ze ook vers fruit erbij hadden, ik had het niet op de kaart zien staan. Ja hoor, geen probleem. Er kwam een schoteltje met een halve peer (onrijp), een halve appel en een halve sinaasappel. Mooi in dunne schijfjes gegroepeerd zodat het er feestelijk uitzag. Iets minder feestelijk was de rekening.die we daarna kregen. Het was sowieso al aan de prijs met koffie voor $5, maar het schoteltje fruit kostte $6! Beutje veul…..Al met al moesten we $46 betalen..De koffie was wel organisch, dat dan weer wel. Bestaat er eigenlijk ook niet-organische koffie? Is dat een chemisch product of zo?
Als je deze weg rijdt kom je ook langs Bryce. We zijn er twee keer eerder geweest en hebben het nu gelaten voor wat het is. Zal ook wel weer erg druk geweest zijn. Wel maakten we wat foto’s langs de weg waar ook al mooie beeldhouwwerken te zien waren.


              DSC03080        DSC03091

Om een uur of drie kwamen we aan bij de familie Bauer. Zoals overal stond het bomvol, vooral met RV’s. Gelukkig is het tentveldje daarachter, en daar was meer dan genoeg plaats nog. We betaalden $20 en prikten de tent op een prachtplek in een  hoek. Het enige nadeel was dat die plek geen vuurbak had maar ze hebben hier een grote voor gemeenschappelijk gebruik. Lekker ouderwets kampvuurgebeuren. Ook konden we goed oefenen hoe het is om op eieren te lopen, alleen hadden ze die hier vervangen door appels. Het hele veld lag vol en aan de bomen zat nog minstens 10x zo veel. Als je per ongeluk verkeerd stapte sprong zo’n appel met een enorme splash uit elkaar. Ik herinnerde Bert er even aan dat wij het net zo klonk als de naaktslakken in onze tuint. Werd hij niet zo blij van, van dat idee Smile



DSC03099
In een hoekje stond een oude huifkar. Laten ze hier gewoon staan tot hij van ellende uit elkaar valt. Wel sfeervol!
DSC03102   


In een winkel waar de tijd had stilgestaan – Bill Bryson schrijft dat Amerika een derdewereldland is, en hier werd dat even pijnlijk duidelijk – zochten we naar peterselie. Tevergeefs natuurlijk. Je kon er wel wasmiddel krijgen, overjarige smarties, tuingereedschap en materialen om je paard van hoefijzers te voorzien. Zo’n winkel. Wij kochten er toen maar een paar crueslirepen om de zaak een beetje te steunen.

Bij de tent terug hadden we niet zoveel zin in chili, we hadden ons juist verheugd op pasta met tonijn waar heel veel peterselie doorgaat. Dan maar liever een hamburger. Dus reden we naar de Thunderbird, een hotel-restaurant met – ook al – zelfgebakken pie als specialiteit. Dat was niet te filmen, zo traag als dat ging. We voegden ons in de rij bij de ingang om een plaats aangewezen te krijgen. Stel je voor dat je die zelf uitzoekt. Een zeer forse Indiaanse had een lijst voor zich waarop ze af en toe een verveelde blik wierp. Dan liep ze weg, het restaurant in (waar heel veel plaats was) om vervolgens in de keuken te checken hoe het ervoor stond. Sloffend kwam ze terug, legde de lijst neer en staarde voor zich uit. Na een minuut of tien mochten de eersten in de rij gaan zitten. Ik wilde al weer weggaan maar Bert dacht dat het niet meer zo lang zou duren. De wens was hier natuurlijk de vader van de gedachte want de dame van de logistiek keek ons niet eens aan. Maar goed, uiteindelijk kregen we toch een plek. Om geconfronteerd te worden met een kale hamburger waar een stukje augurk en een schijfje tomaat naast lagen. Die moesten we zelf nog op het broodje leggen. Gelukkig voor Bert hadden ze wel een Negra Modelo en dat maakte alles weer goed.

Bij de tent gekomen was het behoorlijk afgekoeld. Het grote kampvuur brandde en we gingen bij de twee jonge meiden zitten die daarvoor gezorgd hadden. Het bleken Françaises te zijn, uit Marseille. Even later kwam er een jongen bij, toen nog een meisje en daarna wéér twee jongens. Het was een groep net afgestudeerde basisartsen die nu wachten tot ze in november met hun specialisatie konden beginnen. Ze boden ons een biertje aan terwijl zij hun maaltje klaarmaakten op het vuur. De worstjes waren in no time zwartgeblakerd wat mij de opmerking ontlokte ‘boudin noir’. Iedereen lachen. Kortom, we hebben een hele tijd zitten kletsen samen. Bij de tent trokken we alle lagen aan die we hadden, het zou wel eens een koude nacht kunnen worden.We hadden trouwens toen al besloten hier nog een dag langer te blijven en van hieruit morgen Zion te  bezoeken. Hoeven we ook niet zo vroeg op te staan. Vakantie toch?

woensdag 14 september 2016

Zondag 11 september–dag 20: Capitol Reef


Precies volgens planning – nou ja, niet helemaal, we hadden zoals elke keer vroeger willen vertrekken maar elke keer mislukt dat omdat we teveel tijd voor de koffie nemen. Ach, het is vakantie. Wat maakt het uit.
Dus, precies volgens planning Winking smile kwamen we om 12.30 aan in het Goblin State Park. Voor de verandering was het hier nu eens niet druk. En we werden niet teleurgesteld, verre van dat zelfs! Het was schitterend en indrukwekkend. De Goblins, ofwel aardmannetjes, stonden kris kras door elkaar opgesteld op een grote vlakte.Het deed ons allebei denken aan het terracottaleger in China, hoewel de afmetingen en vormen van deze goblins sterk van elkaar verschilden. We waren echt sprakeloos. Het mooie van dit veld met aardmannetjes was dat je er erg makkelijk doorheen kon lopen. Geen vaste route, gewoon kris kras er tussendoor. We hebben er enkele uren doorgebracht en toen afgesloten met een lunch bij de auto.


20160911_130055
Kissing Goblins ;)
                  DSC03029  20160911_121132   

20160911_131121
Smurfendorp!
 DSC03046  DSC03047P1070376         20160911_131021               20160911_130918

20160911_132209
Kabouters bestaan wél!
               
DSC03053              DSC03054

Op de terugweg, bij het tanken, zagen we de auto die afgelopen nacht naast ons op de camping had gestaan. De eigenaar had in de auto geslapen maar nu wij hem (de auto) van dichtbij zagen was het ons een raadsel hoe hij dat voor elkaar heeft gekregen. Opgevouwen? Half staand? De auto zat namelijk helemaal volgepropt met allerlei exotische spulletjes, zelfs het dak en de trekhaak waren nodig om alles mee te krijgen.

            20160911_110056       20160911_110106

Op de terugweg reden we eerst door naar  Capitol Reef. In de Trotter stond The Capitol Reef Inn and Cafe goed aangeschreven voor het nuttigen van een drankje. Het zag er gezellig uit en het was er redelijk druk. Jammer was wel dat ze geen bier van de tap hadden maar wel Negra Modelo in een flesje. Dat kwam helemaal goed dus. De bediening was niet al te vriendelijk helaas. Toen we, na enig wachten wat heel ongebruikelijk is in Amerika, de rekening kregen werd die min of meer op tafel gesmeten. Normaal gesproken komen ze dan het mapje met het geld erin weer ophalen waarbij ze vragen of je wisselgeld wilt. Dat wilden wij, we hadden niet gepast, maar er kwam niemand. Na een kwartier liepen we zelf maar naar de kassa om te betalen. Bleek daar al een hele rij met ontevreden klanten te staan die allemaal van hun geld af wilden….

Morgen rijden we naar Glendale, dat ligt ongeveer 25  mijl voor Zion. De dag daarna proberen we dan een kampeerplek in het park te vinden. Moet lukken!

dinsdag 13 september 2016

Zaterdag 10 september – dag 19: Moab – Capitol Reef











De route hebben we omgegooid. Dat wil zeggen, Santa Fe en Taos laten we eruit. Mogelijk passen we nog meer aan maar dat bekijken we per dag. Het bevalt ons erg goed om af en toe wat langer ergens te blijven. Je zou ook kunnen zeggen dat we gewoon lui zijn ;)
De kaartjes hierboven zijn daar nog niet op aangepast.



Nog onbewust van het feit dat we onbedoeld verwikkeld zouden raken in de dramatische gebeurtenissen rond Walter White en zijn kompaan Jesse begonnen we aan de dag. Ons ritueel van het zelf koffie zetten pasten we vanmorgen aan naar Amerikaanse begrippen. We stopten bij de Starbucks voor een meeneembeker kofiie aangevuld met een cinnamon roll bij wijze van ontbijt. Om negen uur reden we Moab uit richting Capitol Reef. Die groene oase heeft naast versgebakken aardbeien-rabarberpie in het museumwinkeltje ook een mooi kampeerterrein waar we al drie keer eerder gestaan hebben. Er is altijd wel een plaatsje te vinden.
De route ging een klein stukje over de I-70 en daarna karden we rustig verder over weg 24. Vanaf Hanksville is het weer een oh!–en ah!–weg, zoveel moois dat het pijn doet aan je ogen.

20160910_114808
Zo mooi, en dan de hele weg voor ons alleen!
20160910_114622          20160910_115311
              20160910_103937     20160910_113459     


DSC02988
Een goed systeem  hadden ze bedacht. Een hele rij met buisjes, gemonteerd op een dikkere buis.Door die bovenste buisjes kon je dan precies de berg zien die op de paal beschreven stond. Helaas hadden ze niet aan de kleinere medemens gedacht ....
                                                                                      
In Caineville, een gehucht van drie huizen, stopten we bij de Mesa Farmer Market. Je kunt hier biologische producten zoals groenten, fruit, geitenkaas en brood gebakken in de houtoven krijgen. Nou ja, krijgen….We kregen van de eigenaresse eerst van alles te proeven. Vooral de Tomme van geitenkaas vonden we heerlijk hoewel het in de verste niet op de Franse versie leek. We kochten brood, yoghurt, een halve Tomme en een klein vers geitenkaasje, een komkommer en een appel.  Bij het afrekenen kwam de verrassing: $38! De Tomme, ter grootte van een halve camembert, was al €12,50 en het brood, vergelijkbaar met een flinke Italiaanse bol $6. Nou ja, we waren al heel blij dat we even van het doorsnee Amerikaanse eten verlost waren. Dus maar zonder morren betaald. Er zijn dagen genoeg dat we afgezien van het kampgeld helemaal niets uitgeven tenslotte.

DSC02997
Mesa Farmer Market
Om precies 12.08 uur kwamen we aan in Capitol Reef. We  reden direct door naar de campground waar we de C-loop opdraaiden. Daarvoor moet je een stukje verder rijden over de gewone weg, voorbij de hoofdingang. Hee, dat was gek, er stond een bordje: Full! Mijn alarmbellen begonnen direct te rinkelen. We draaiden de weg weer op, terug naar de ingang. Het was daar ook al vrij vol. We konden niet meteen doorrijden omdat een grote vouwwagen de weg blokkeerde bij een plek die vrij was. Ik sprong uit de auto en keek overal of er nog plekken vrij waren terwijl Bert niet verder kon rijden. Ik zag alleen maar briefjes hangen met ‘bezet’. Intussen kon Bert weer door. Hij wenkte me, stond stil bij een lege plek. We confisqueerden hem meteen en dat was maar goed ook. De camphost kwam naar ons toe en feliciteerde ons met deze aller- allerlaatste mogelijkheid om ons tentje neer te prikken. Het was een gekkenhuis zei ze. Soms was alles om 10.00 ‘s morgens al vol. En dat terwijl de scholen alweer begonnen zijn en je dus juist wat meer ruimte zou verwachten. Nou ja, wij boften dus maar het was sneu voor de tientallen mensen die net na ons kwamen. Die werden verwezen naar campings soms wel een uur verder.


20160910_125407
De muilherten dartelen gewoon tussen de tenten door
                                                   20160910_125446

Na een heerlijke lunch met alle echt goed smakende producten van de Mesa Farm zakten we een beetje in en daar gaven we maar aan toe. We nestelden ons in onze stoelen in de schaduw, het was echt heel warm, en lazen wat. Alle trails hier hadden we al gelopen, alle bezienswaardigheden al enkele malen gezien. Bovendien,dat vergat ik nog, was het niet alleen op de campground megadruk maar ook in het park zelf. Er was een extra grote parkeerplaats ingericht bij het museumwinkeltje en op de picknickplaats, waar we nog nooit meer dan 10 mensen gezien hadden, was het bomvol. De bussen  vol bezoekers konden nauwelijks nog een parkeerplek vinden.

Een Nederlandse Amerikaan (niet die uit het liedje, hij  had geen hemd als een prentenboek) kwam een praatje maken. Met zijn Brabantse ouders was hij als kind van 5 jaar geëmigreerd naar Iowa, waar zijn vader werk kreeg als machinebankwerker. Zij waren altijd Nederlands met hem blijven spreken en hij vond het erg leuk om dat met ons weer even in de praktijk te brengen. Hij koos zijn woorden zorgvuldig maar wij vonden dat hij de taal uitstekend beheerste. Hij reisde in zijn kampeerbusje drie muziekfestivals af, was een liefhebber van bluegrass. Heel Hollands vertrok hij met de fiets om het park te verkennen. Een gewone fiets, met degelijke fietstassen. Je kunt je afkomst niet verloochenen blijkt maar weer.

Het was inmiddels wat afgekoeld. We reden nog even naar het Visitor Center om informatie te vragen over het Goblin Valley State Park waar we morgen naar toe willen. We waren er eerder vanmorgen al langsgekomen maar gelukkig doorgereden, anders hadden we zeker weten geen plek meer gehad hier.

Na het eten nodigden we onze nieuwe vriend uit voor de koffie. Hij begon met zich voor te stellen: Kees den Hollander, aangenaam! En het was niet eens een practical joke. Hij zat vol interessante verhalen over het leven van een emigrantenfamilie. De eerste dag dat zijn vader in Orange City, het ongetwijfeld slaperige stadje in iowa, aankwam stak hij zich strak in het pak om eens te bekijken wat er zoal te doen was in de nieuwe woonplaats. Wat bij de buurvrouw de opmerking ontlokte: ‘All dressed up and nowhere to go….” waarna zij hoofdschuddend weer naar binnen liep (als je het overdreven Amerikaans uitspreekt is de impact nog groter Smile).  Het werd een gezellige avond. Op een goed moment vroeg ik wat hij in zijn werkzame leven gedaan had.”O, ik was rechercheur in Albuquerque’. Wij vuurden direct de nodige vragen op hem af natuurlijk. Was hij betrokken geweest bij de gebeurtenissen in Breaking Bad? Wat was zijn rol daarin geweest? Was het gevaarlijk? Hij moest natuurlijk lachen maar beaamde toen dat er wel het een en ander van dien aard gespeeld had. Hoewel niet helemaal vergelijkbaar uiteraard. Wat ons wel een beetje teleurstelde. (Wie de serie nog niet gezien heeft: kijken!!!!)
Later op de avond gingen we gedrieën naar het praatje van de Ranger luisteren, opgeleukt met foto’s op een enorm diascherm. Onderwerp: het leven in Fruita (Capitol Reef). Er hebben tien mormonenfamilies gewoond hier, ze konden ongestoord hun godsdienst belijden en ook nog grotendeels in eigenlevensonderhoud voorzien. De  Fremont River zorgde voor vruchtbare bodem. Er staat een cabin aan het begin van het park als je vanuit Moab komt., helemaal gerestaureerd. Afmetingen: 4,5 x 6 m. Eén ruimte met een open schoorsteen. Daar woonde het gezin Benuhin, naar verluidt toen al met 11 kinderen…Een tiny house avant la lettre zou je kunnen zeggen. Na de lezing namen we hartelijk afscheid van Kees. Hij zou de volgende ochtend al vroeg vertrekken en dan lagen wij zeker weten nog op één oor.