donderdag 15 september 2016

Dinsdag 13 september – dag 22: Zion


Het was alweer een dag met een slow start. Ik pleegde met WhatsApp wat telefoontjes, we aten geitenyoghurt met granola en haastten ons in het geheel niet. Het was dan ook pas tegen de middag dat we Zion binnenreden. Dat ging niet helemaal zonder oponthoud, wegens wegwerkzaamheden moesten we twintig minuten wachten vlak na de toegangsweg. Verder zijn er tunnels waar een beetje hoog formaat camper niet doorheen kan tenzij hij precies in het midden van de weg rijdt. Dan wordt de andere rijstrook zolang afgesloten. Ook daar hadden we mee te maken deze keer. dus alles bij elkaar zorgde dat voor enige vertraging. Bij de ingang werden we verwelkomd met de woorden ‘als je geluk hebt vind je wel ergens een parkeerplaats’. Dat geluk hadden we en dat was boffen; met een beetje pech moest je eerst doorrijden naar het dorp vlakbij de ingang (Springdale) en daar de shuttle naar het park pakken om dan daarna weer de shuttle het park ín te pakken want daar mag je zelf niet rijden. Goed, we reden met die laatste shuttle helemaal naar het eind en liepen een groot deel van de Riverwalk. Hadden we al eens gedaan en het is een prettige wandeling. We liepen er niet alleen hoewel het op de foto’s hieronder nog wel lijkt mee te vallen.

          20160913_155248       20160913_154203

                            DSC03116


                                   DSC03119

Een meisje dat op blote voeten liep werd bewonderend toegesproken door een man: “Amazing how you get on with those shoes!” Ik geloof niet dat ze het begreep.

Intussen begon het wat te onweren en na het even aangekeken te hebben besloten we toch dat het verstandiger was terug te gaan. Eerst haalden we nog wat proviand in Springdale, tot onze vreugde hadden ze zowaar verse peterselie! Dat zou lekkere tonijnpasta worden.

Tegen zeven uur waren we terug bij de tent waar het heel hard begon te waaien. De lucht werd donkerder en donkerder. Eigenlijk wilden we vuur maken maar dat leek niet zo verstandig. Koken zagen we al helemaal niet meer zitten toen het begon te plenzen. Gelukkig was er een overdekte veranda waar we onze kookspullen heen sleepten. Terwijl Bert het eten maakte kon ik aan het blog schrijven in de wasmachineruimte. Er zaten twee andere mensen maar die maakten direct plaats voor ons toen ze hoorden dat we tentkampeerders waren. Het bleef intussen regenen en de temperatuur daalde in een half uur met ongeveer 15 graden. De pasta warmde ons weer wat op en met héél veel laagjes aan kropen we in de slaapzak. Het onweer, dat af en toe behoorlijk dichtbij kwam, hield ons nog wat wakker maar uiteindelijk sliepen we toch in.

Maandag 12 september – dag 21: Capitol Reef – Zion (Glendale)


In het museumwinkeltje kochten we ons ontbijt, dat wil zeggen, het vloeibare gedeelte. Ze hebben er goede koffie en daarmee konden wel even vooruit. Ons doel voor vandaag: de Bauertjes. Niet omdat we nu perse grote fans van neefje Frans zijn, maar omdat je er zo fantastisch kunt kamperen in de boomgaard. Bijkomend voordeel is dat je van daaruit in een klein uurtje bij Zion bent en ons plan was dan ook om daar de volgende ochtend heel vroeg voor de poort van de South Campground te staan. De Watchman campground, een kleine honderd meter verderop, is vele malen mooier en rustiger maar die moet je heel ver van tevoren reserveren. En wij weten nooit precies wanneer we waar zullen zijn dus dat was geen optie.
Over de Scenic Byway 12, bekend vanwege de panoramische uitzichten, reden we eerst langs Bryce, waar we niet stopten, via Red Canyon waar we wél even uitstapten, naar Glendale. Het was weer een feest om te rijden. Je kunt ook pech hebben, zoals Jette slechts een paar weken hiervoor had: als de lucht vol regen zit zie je helemaal niets.

20160912_120311    20160912_120337
Onderweg stopten we om te ontbijten, nu echt. We deden dat bij de Hell’s Backbone Grill, genoemd naar het deel van de Byway 12 waar het bedrijf gevestigd is. Een aantal jaren geleden waren we hier ook al eens geweest maar Bert kon het zich niet meer herinneren. Het was er rustig en aangenaam met een erg attente bediening. De kaart verschilde niet van wat je elders in dit land krijgt maar in plaats van eieren of pancakes namen we allebei de French Toast oftewel wentelteefjes. Meestal zijn die doordrenkt van boter maar hier waren ze perfect. Fruitliefhebber als ik ben vroeg ik of ze ook vers fruit erbij hadden, ik had het niet op de kaart zien staan. Ja hoor, geen probleem. Er kwam een schoteltje met een halve peer (onrijp), een halve appel en een halve sinaasappel. Mooi in dunne schijfjes gegroepeerd zodat het er feestelijk uitzag. Iets minder feestelijk was de rekening.die we daarna kregen. Het was sowieso al aan de prijs met koffie voor $5, maar het schoteltje fruit kostte $6! Beutje veul…..Al met al moesten we $46 betalen..De koffie was wel organisch, dat dan weer wel. Bestaat er eigenlijk ook niet-organische koffie? Is dat een chemisch product of zo?
Als je deze weg rijdt kom je ook langs Bryce. We zijn er twee keer eerder geweest en hebben het nu gelaten voor wat het is. Zal ook wel weer erg druk geweest zijn. Wel maakten we wat foto’s langs de weg waar ook al mooie beeldhouwwerken te zien waren.


              DSC03080        DSC03091

Om een uur of drie kwamen we aan bij de familie Bauer. Zoals overal stond het bomvol, vooral met RV’s. Gelukkig is het tentveldje daarachter, en daar was meer dan genoeg plaats nog. We betaalden $20 en prikten de tent op een prachtplek in een  hoek. Het enige nadeel was dat die plek geen vuurbak had maar ze hebben hier een grote voor gemeenschappelijk gebruik. Lekker ouderwets kampvuurgebeuren. Ook konden we goed oefenen hoe het is om op eieren te lopen, alleen hadden ze die hier vervangen door appels. Het hele veld lag vol en aan de bomen zat nog minstens 10x zo veel. Als je per ongeluk verkeerd stapte sprong zo’n appel met een enorme splash uit elkaar. Ik herinnerde Bert er even aan dat wij het net zo klonk als de naaktslakken in onze tuint. Werd hij niet zo blij van, van dat idee Smile



DSC03099
In een hoekje stond een oude huifkar. Laten ze hier gewoon staan tot hij van ellende uit elkaar valt. Wel sfeervol!
DSC03102   


In een winkel waar de tijd had stilgestaan – Bill Bryson schrijft dat Amerika een derdewereldland is, en hier werd dat even pijnlijk duidelijk – zochten we naar peterselie. Tevergeefs natuurlijk. Je kon er wel wasmiddel krijgen, overjarige smarties, tuingereedschap en materialen om je paard van hoefijzers te voorzien. Zo’n winkel. Wij kochten er toen maar een paar crueslirepen om de zaak een beetje te steunen.

Bij de tent terug hadden we niet zoveel zin in chili, we hadden ons juist verheugd op pasta met tonijn waar heel veel peterselie doorgaat. Dan maar liever een hamburger. Dus reden we naar de Thunderbird, een hotel-restaurant met – ook al – zelfgebakken pie als specialiteit. Dat was niet te filmen, zo traag als dat ging. We voegden ons in de rij bij de ingang om een plaats aangewezen te krijgen. Stel je voor dat je die zelf uitzoekt. Een zeer forse Indiaanse had een lijst voor zich waarop ze af en toe een verveelde blik wierp. Dan liep ze weg, het restaurant in (waar heel veel plaats was) om vervolgens in de keuken te checken hoe het ervoor stond. Sloffend kwam ze terug, legde de lijst neer en staarde voor zich uit. Na een minuut of tien mochten de eersten in de rij gaan zitten. Ik wilde al weer weggaan maar Bert dacht dat het niet meer zo lang zou duren. De wens was hier natuurlijk de vader van de gedachte want de dame van de logistiek keek ons niet eens aan. Maar goed, uiteindelijk kregen we toch een plek. Om geconfronteerd te worden met een kale hamburger waar een stukje augurk en een schijfje tomaat naast lagen. Die moesten we zelf nog op het broodje leggen. Gelukkig voor Bert hadden ze wel een Negra Modelo en dat maakte alles weer goed.

Bij de tent gekomen was het behoorlijk afgekoeld. Het grote kampvuur brandde en we gingen bij de twee jonge meiden zitten die daarvoor gezorgd hadden. Het bleken Françaises te zijn, uit Marseille. Even later kwam er een jongen bij, toen nog een meisje en daarna wéér twee jongens. Het was een groep net afgestudeerde basisartsen die nu wachten tot ze in november met hun specialisatie konden beginnen. Ze boden ons een biertje aan terwijl zij hun maaltje klaarmaakten op het vuur. De worstjes waren in no time zwartgeblakerd wat mij de opmerking ontlokte ‘boudin noir’. Iedereen lachen. Kortom, we hebben een hele tijd zitten kletsen samen. Bij de tent trokken we alle lagen aan die we hadden, het zou wel eens een koude nacht kunnen worden.We hadden trouwens toen al besloten hier nog een dag langer te blijven en van hieruit morgen Zion te  bezoeken. Hoeven we ook niet zo vroeg op te staan. Vakantie toch?

woensdag 14 september 2016

Zondag 11 september–dag 20: Capitol Reef


Precies volgens planning – nou ja, niet helemaal, we hadden zoals elke keer vroeger willen vertrekken maar elke keer mislukt dat omdat we teveel tijd voor de koffie nemen. Ach, het is vakantie. Wat maakt het uit.
Dus, precies volgens planning Winking smile kwamen we om 12.30 aan in het Goblin State Park. Voor de verandering was het hier nu eens niet druk. En we werden niet teleurgesteld, verre van dat zelfs! Het was schitterend en indrukwekkend. De Goblins, ofwel aardmannetjes, stonden kris kras door elkaar opgesteld op een grote vlakte.Het deed ons allebei denken aan het terracottaleger in China, hoewel de afmetingen en vormen van deze goblins sterk van elkaar verschilden. We waren echt sprakeloos. Het mooie van dit veld met aardmannetjes was dat je er erg makkelijk doorheen kon lopen. Geen vaste route, gewoon kris kras er tussendoor. We hebben er enkele uren doorgebracht en toen afgesloten met een lunch bij de auto.


20160911_130055
Kissing Goblins ;)
                  DSC03029  20160911_121132   

20160911_131121
Smurfendorp!
 DSC03046  DSC03047P1070376         20160911_131021               20160911_130918

20160911_132209
Kabouters bestaan wél!
               
DSC03053              DSC03054

Op de terugweg, bij het tanken, zagen we de auto die afgelopen nacht naast ons op de camping had gestaan. De eigenaar had in de auto geslapen maar nu wij hem (de auto) van dichtbij zagen was het ons een raadsel hoe hij dat voor elkaar heeft gekregen. Opgevouwen? Half staand? De auto zat namelijk helemaal volgepropt met allerlei exotische spulletjes, zelfs het dak en de trekhaak waren nodig om alles mee te krijgen.

            20160911_110056       20160911_110106

Op de terugweg reden we eerst door naar  Capitol Reef. In de Trotter stond The Capitol Reef Inn and Cafe goed aangeschreven voor het nuttigen van een drankje. Het zag er gezellig uit en het was er redelijk druk. Jammer was wel dat ze geen bier van de tap hadden maar wel Negra Modelo in een flesje. Dat kwam helemaal goed dus. De bediening was niet al te vriendelijk helaas. Toen we, na enig wachten wat heel ongebruikelijk is in Amerika, de rekening kregen werd die min of meer op tafel gesmeten. Normaal gesproken komen ze dan het mapje met het geld erin weer ophalen waarbij ze vragen of je wisselgeld wilt. Dat wilden wij, we hadden niet gepast, maar er kwam niemand. Na een kwartier liepen we zelf maar naar de kassa om te betalen. Bleek daar al een hele rij met ontevreden klanten te staan die allemaal van hun geld af wilden….

Morgen rijden we naar Glendale, dat ligt ongeveer 25  mijl voor Zion. De dag daarna proberen we dan een kampeerplek in het park te vinden. Moet lukken!

dinsdag 13 september 2016

Zaterdag 10 september – dag 19: Moab – Capitol Reef











De route hebben we omgegooid. Dat wil zeggen, Santa Fe en Taos laten we eruit. Mogelijk passen we nog meer aan maar dat bekijken we per dag. Het bevalt ons erg goed om af en toe wat langer ergens te blijven. Je zou ook kunnen zeggen dat we gewoon lui zijn ;)
De kaartjes hierboven zijn daar nog niet op aangepast.



Nog onbewust van het feit dat we onbedoeld verwikkeld zouden raken in de dramatische gebeurtenissen rond Walter White en zijn kompaan Jesse begonnen we aan de dag. Ons ritueel van het zelf koffie zetten pasten we vanmorgen aan naar Amerikaanse begrippen. We stopten bij de Starbucks voor een meeneembeker kofiie aangevuld met een cinnamon roll bij wijze van ontbijt. Om negen uur reden we Moab uit richting Capitol Reef. Die groene oase heeft naast versgebakken aardbeien-rabarberpie in het museumwinkeltje ook een mooi kampeerterrein waar we al drie keer eerder gestaan hebben. Er is altijd wel een plaatsje te vinden.
De route ging een klein stukje over de I-70 en daarna karden we rustig verder over weg 24. Vanaf Hanksville is het weer een oh!–en ah!–weg, zoveel moois dat het pijn doet aan je ogen.

20160910_114808
Zo mooi, en dan de hele weg voor ons alleen!
20160910_114622          20160910_115311
              20160910_103937     20160910_113459     


DSC02988
Een goed systeem  hadden ze bedacht. Een hele rij met buisjes, gemonteerd op een dikkere buis.Door die bovenste buisjes kon je dan precies de berg zien die op de paal beschreven stond. Helaas hadden ze niet aan de kleinere medemens gedacht ....
                                                                                      
In Caineville, een gehucht van drie huizen, stopten we bij de Mesa Farmer Market. Je kunt hier biologische producten zoals groenten, fruit, geitenkaas en brood gebakken in de houtoven krijgen. Nou ja, krijgen….We kregen van de eigenaresse eerst van alles te proeven. Vooral de Tomme van geitenkaas vonden we heerlijk hoewel het in de verste niet op de Franse versie leek. We kochten brood, yoghurt, een halve Tomme en een klein vers geitenkaasje, een komkommer en een appel.  Bij het afrekenen kwam de verrassing: $38! De Tomme, ter grootte van een halve camembert, was al €12,50 en het brood, vergelijkbaar met een flinke Italiaanse bol $6. Nou ja, we waren al heel blij dat we even van het doorsnee Amerikaanse eten verlost waren. Dus maar zonder morren betaald. Er zijn dagen genoeg dat we afgezien van het kampgeld helemaal niets uitgeven tenslotte.

DSC02997
Mesa Farmer Market
Om precies 12.08 uur kwamen we aan in Capitol Reef. We  reden direct door naar de campground waar we de C-loop opdraaiden. Daarvoor moet je een stukje verder rijden over de gewone weg, voorbij de hoofdingang. Hee, dat was gek, er stond een bordje: Full! Mijn alarmbellen begonnen direct te rinkelen. We draaiden de weg weer op, terug naar de ingang. Het was daar ook al vrij vol. We konden niet meteen doorrijden omdat een grote vouwwagen de weg blokkeerde bij een plek die vrij was. Ik sprong uit de auto en keek overal of er nog plekken vrij waren terwijl Bert niet verder kon rijden. Ik zag alleen maar briefjes hangen met ‘bezet’. Intussen kon Bert weer door. Hij wenkte me, stond stil bij een lege plek. We confisqueerden hem meteen en dat was maar goed ook. De camphost kwam naar ons toe en feliciteerde ons met deze aller- allerlaatste mogelijkheid om ons tentje neer te prikken. Het was een gekkenhuis zei ze. Soms was alles om 10.00 ‘s morgens al vol. En dat terwijl de scholen alweer begonnen zijn en je dus juist wat meer ruimte zou verwachten. Nou ja, wij boften dus maar het was sneu voor de tientallen mensen die net na ons kwamen. Die werden verwezen naar campings soms wel een uur verder.


20160910_125407
De muilherten dartelen gewoon tussen de tenten door
                                                   20160910_125446

Na een heerlijke lunch met alle echt goed smakende producten van de Mesa Farm zakten we een beetje in en daar gaven we maar aan toe. We nestelden ons in onze stoelen in de schaduw, het was echt heel warm, en lazen wat. Alle trails hier hadden we al gelopen, alle bezienswaardigheden al enkele malen gezien. Bovendien,dat vergat ik nog, was het niet alleen op de campground megadruk maar ook in het park zelf. Er was een extra grote parkeerplaats ingericht bij het museumwinkeltje en op de picknickplaats, waar we nog nooit meer dan 10 mensen gezien hadden, was het bomvol. De bussen  vol bezoekers konden nauwelijks nog een parkeerplek vinden.

Een Nederlandse Amerikaan (niet die uit het liedje, hij  had geen hemd als een prentenboek) kwam een praatje maken. Met zijn Brabantse ouders was hij als kind van 5 jaar geëmigreerd naar Iowa, waar zijn vader werk kreeg als machinebankwerker. Zij waren altijd Nederlands met hem blijven spreken en hij vond het erg leuk om dat met ons weer even in de praktijk te brengen. Hij koos zijn woorden zorgvuldig maar wij vonden dat hij de taal uitstekend beheerste. Hij reisde in zijn kampeerbusje drie muziekfestivals af, was een liefhebber van bluegrass. Heel Hollands vertrok hij met de fiets om het park te verkennen. Een gewone fiets, met degelijke fietstassen. Je kunt je afkomst niet verloochenen blijkt maar weer.

Het was inmiddels wat afgekoeld. We reden nog even naar het Visitor Center om informatie te vragen over het Goblin Valley State Park waar we morgen naar toe willen. We waren er eerder vanmorgen al langsgekomen maar gelukkig doorgereden, anders hadden we zeker weten geen plek meer gehad hier.

Na het eten nodigden we onze nieuwe vriend uit voor de koffie. Hij begon met zich voor te stellen: Kees den Hollander, aangenaam! En het was niet eens een practical joke. Hij zat vol interessante verhalen over het leven van een emigrantenfamilie. De eerste dag dat zijn vader in Orange City, het ongetwijfeld slaperige stadje in iowa, aankwam stak hij zich strak in het pak om eens te bekijken wat er zoal te doen was in de nieuwe woonplaats. Wat bij de buurvrouw de opmerking ontlokte: ‘All dressed up and nowhere to go….” waarna zij hoofdschuddend weer naar binnen liep (als je het overdreven Amerikaans uitspreekt is de impact nog groter Smile).  Het werd een gezellige avond. Op een goed moment vroeg ik wat hij in zijn werkzame leven gedaan had.”O, ik was rechercheur in Albuquerque’. Wij vuurden direct de nodige vragen op hem af natuurlijk. Was hij betrokken geweest bij de gebeurtenissen in Breaking Bad? Wat was zijn rol daarin geweest? Was het gevaarlijk? Hij moest natuurlijk lachen maar beaamde toen dat er wel het een en ander van dien aard gespeeld had. Hoewel niet helemaal vergelijkbaar uiteraard. Wat ons wel een beetje teleurstelde. (Wie de serie nog niet gezien heeft: kijken!!!!)
Later op de avond gingen we gedrieën naar het praatje van de Ranger luisteren, opgeleukt met foto’s op een enorm diascherm. Onderwerp: het leven in Fruita (Capitol Reef). Er hebben tien mormonenfamilies gewoond hier, ze konden ongestoord hun godsdienst belijden en ook nog grotendeels in eigenlevensonderhoud voorzien. De  Fremont River zorgde voor vruchtbare bodem. Er staat een cabin aan het begin van het park als je vanuit Moab komt., helemaal gerestaureerd. Afmetingen: 4,5 x 6 m. Eén ruimte met een open schoorsteen. Daar woonde het gezin Benuhin, naar verluidt toen al met 11 kinderen…Een tiny house avant la lettre zou je kunnen zeggen. Na de lezing namen we hartelijk afscheid van Kees. Hij zou de volgende ochtend al vroeg vertrekken en dan lagen wij zeker weten nog op één oor.

zaterdag 10 september 2016

Vrijdag 9 september–dag 18: Moab (Arches)


Gisteren hadden we al gezien dat er bij de ingang naar Arches lange rijen stonden om 9 uur ‘s morgens. Reden voor ons om dat vandaag vóór te zijn, niet alleen vanwege die rijen maar ook vanwege de snel oplopende hitte overdag. Zo stonden we om 7.15 op het viewpoint van waaruit je Delicate Arch op afstand kon zien, met de mooie lichtval van de ochtendzon. Het was niet spectaculair maar toch de moeite waard. Op weg naar het volgende onderdeel van de dag, de Landscape Arch, stopten we enkele keren voor wat foto’s. Het is allemaal zó bijzonder dat het je bevattingsvermogen te boven gaat. Maakt niet uit hoe vaak je hier al geweest bent. Bij de trail naar de Landscape Arch was nog meer dan genoeg parkeerruimte. Toch liepen we niet alleen, vele anderen hadden dezelfde gedachte gehad en waren vroeg van start gegaan. Hinderlijk was het niet, het was nog net geen file. We liepen stevig door tot we bij deze wonderlijke natuurlijke boog aankwamen.
                        20160909_093653           DSC02959
Een aantal jaren geleden deden we deze trail ook maar toen was het zeker tien tot twaalf graden warmer. Nu ging het allemaal heel makkelijk. We hebben sowieso veel geluk met het weer. Een paar weken geleden was het overal uitgesproken onbestendig met erg veel wateroverlast tot gevolg. Zelfs in de gebieden waar het anders (bijna) altijd droog is. Dat het hier ook goed geregend had zagen we aan de nog vochtige aarde op plaatsen waar het water zijn weg naar beneden had gezocht. Nu was het weer echter stabiel en in de vroege ochtenduren prima om actief te zijn. Goed, we liepen zover mogelijk omhoog totdat we de blauwe lucht volop onder de boog door zagen komen. Wat een plaatje! .Hij ziet er heel fragiel uit, mede omdat er op 1 september 1991 een stuk van 18 meter lengte onderuit viel. Het is te hopen dat het daar voorlopig bij blijft, anders is er van de hele boog niets over.
Iets verderop begon de trail naar de Double O Arch. Deze trail staat aangegeven als moeilijk. Het eerste stuk ging gewoon goed. We klauterden lichtvoetig over de enorme ronde stenen naar boven. Tot we bij het gedeelte kwamen waar je echt met handen en voeten moest klimmen met aan beide zijden iets dat wat leek op een afgrond. Tja, en daar loop ik dan vast met mijn hoogtevrees. Bovendien had ik mijn stokken bij me, die zaten me eerder in de weg dan dat ik er gemak van had in dit geval. En dan was er nog mijn knie. Hoewel hij een stuk minder dik was dan een paar weken geleden vertrouwde ik het toch niet helemaal. Alles bij elkaar besloten we, wel na enige aarzeling want het leek erop dat het maar om een klein stukje ging, toch maar terug te gaan. Stel je voor dat ik me zou verstappen, dan kom je niet meer naar beneden.
                                               DSC02972
Dus nu wachten we op de foto’s van onze dochter, die is er wél onlangs geweest. Op de terugweg deden we de Pine Arch en Tunnel Arch nog even aan.
                          20160909_103408                                DSC02980

                                                             20160909_104241
Bij die laatste was een goed beschaduwde plek met een boomstam om op te zitten, daar aten en dronken we wat. Net toen we daar weggingen kregen we gezelschap van een oudere, moeilijk lopende man die daar door zijn vrouw geparkeerd werd zodat zij zelf wat mobieler was. In rap tempo verdween ze richting Landscape. Hopelijk heeft ze haar echtgenoot wel weer opgehaald later….
Nadat we bij alle hoogtepunten op weg naar de uitgang nog wat foto’s hadden gemaakt vonden we het wel welletjes. Het was alweer razend druk aan het worden, bijna niet leuk meer. Er  liepen zelfs dames met hun handtasje in de hand alsof ze aan het shoppen waren in een drukke winkelstraat. Ook zagen we een stel, de man in pak en de vrouw met keurig gesteven pantalon. Alsof ze naar een congres gingen. Ik vrees alleen dat er van die mooie kostuums niet veel overgebleven is. Het pad was namelijk net zo zanderig als de paden die bij ons in Nederland van de duinen naar het strand lopen.Daar kom je ook niet met schone voeten uit.
Bij de City Market haalden we lekker vers brood voor een late lunch. Gisteren was dat brood ook al zo goed bevallen. Nou, dat konden we vergeten. Het French Bread (wat in de verste verte niet lijkt op wat voor baguette dan ook) werd slechts vers afgebakken om 16.00, 17.00 en 18.00 uur. Waarom? Geen idee…..Bij de broodafdeling zag ik wel de niet-afgebakken broden liggen. Ik vroeg een medewerker of ik daar een van kon krijgen., toen nog in de veronderstelling dat het net uit de oven kwam. Ja hoor, dat kon. Het was zacht, van buiten en van binnen. Eerder klef zelfs. Wat bleek: de broden worden gewoon ‘s middags even opgewarmd zodat het líjkt alsof ze net afgebakken zijn. Tja. We deden het er maar mee. Daarna had ik ruim de tijd om bij de receptie buiten op een bankje in de schaduw in alle rust een blog af te maken en te posten. Aan het eind van de middag dronken we nog wat bij de Brewery en daarna haalden we bij de Village Market, ernaast, een gebraden kip. Met wat tomatensla en het brood van die middag erbij hadden we een prima maaltje. Hoewel je voor echte goede gebraden kip in Portugal moet zijn maar dat lag een beetje uit de route.
Omdat het internetsignaal bij de cabin zo zwak was poste (Bert twijfelde hier over de spelling: in het Nederlands ishet postte met dubbel t, maar ik gebruik de Engelse term en dan klopt het zoals het er nu staat) ik nog een blogbericht bij de receptie en daarna was het toch echt tijd voor een glaasje wijn op de veranda, met uitzicht op oneindig veel sterren. Morgen naar Capitol Reef.

Donderdag 8 september – dag 17: Moab (Canyonlands)


Kennen jullie John? John van de City Market in Moab? Als dat niet zo is en je bent in de buurt, breng hem dan een bezoekje. Dat deden wij ook, aan het eind van deze dag. Maar we begonnen anders.
Na een snel ontbijt reden we naar een van de drie meest bezochte parken van Moab: Canyonlands. De andere twee zijn Arches en The Needles, hoewel die laatste wat verder weg ligt en minder bezoekers trekt. Het wordt een herhaling van zetten, ook  hier waren we al enkele malen eerder. Toch maakt dat helemaal niet uit voor de impact die het heeft, elke keer opnieuw slaat de betovering toe.

              DSC02893        DSC02901
DSC02897
Zoals alijd is het lastig van een klein scherm, meestal ook nog in slecht licht, goede foto's uit te zoeken. Maar het is een impressie.
Als je het niet met eigen ogen gezien hebt geloof je gewoon niet dat het bestaat. Kortom, we genoten weer met volle teugen. Moab heeft het wat dat aangaat goed gedaan: op het moment dat de activiteiten rond de winning van uranium hier afnam kwam het toerisme langzaamaan op gang. Dankbaar gebruik makend van de infrastructuur die in de jaren vijftig de regio had ontsloten om de mijnen toegankelijk te maken. Dat toerisme neemt ook hier, net als in Yellowstone, elk jaar toe. Bussen legen hun lading met de mededeling ‘over 20 minuten vertrekken we weer’ zodat de passagiers niet weten hoe snel ze plaatjes moeten schieten. Niet van de omgeving, maar van elkaar. Tegen een mooie achtergrond, dat dan weer wel. Bij de volgende busstop herhaalt zich het tafereel zodat al die mensen thuiskomen met zeshonderd foto’s van zichzelf….

                                                        DSC02910
Goed, wij reden ons rondje en gaven alles iets meer tijd. Een vriendelijke meneer vroeg of we hem op de foto wilden zetten. Wij zijn de beroerdste niet dus prima. Als wederdienst wilde hij dat ook van ons doen, waarop Bert iets te enthousiast ‘nee!’ riep. Dat vond ik toch wat onvriendelijk overkomen dus ik overrulede hem met ‘ja graag!’. Zo gezegd zo gedaan en het resultaat was best aardig. Toch?
20160908_120416_001
Mini en Maxi in Amerika!
                                               
Tegen een uur of half vier reden we Moab weer binnen. Eerst stopten we bij een Bakery, naïef als ik was dacht ik daar lekker brood te kunnen kopen. Mis. Je kon er wel lekkere sandwiches krijgen en daar hebben we er een van meegenomen. Het ontbijt was al best lang geleden tenslotte. We namen het mee naar de cabin om het daar op te eten, aangevuld met een beker Clamato. Zo lekker is dat! Bert dook z’n boek in en ik schreef wat aan het  blog. Later op de avond reden we naar de supermarkt, de City-Market. We zagen daar hoe iemand vanuit de achterbak van zijn auto een soort liftje naar beneden liet met daarop een scootmobiel. Dat verbaasde ons niet, de man was werkelijk zo zwaar dat hij nauwelijks een stap kon zetten. Heel triest. Des te groter was onze verbazing toen er nog een vrouw uitstapte waarbij de man zich even onze kant omdraaide. Wat bleek: hij was de verpleger van de vrouw….Bizar.

Bij de vleeswarenafdeling werkte John, uit het begin van dit blog . Een alleraardigste man die niets liever deed dan de klanten tevreden stellen. Zo ook de dame die net voor ons aan de beurt was. Zij wilde graag een onsje ham. Er lagen ongeveer twintig verschillende soorten in de vitrine maar zij wist precies welke voor haar gesneden moest worden. Die lag voor haar neus, nieuw in de verpakking. John wilde – logisch – niet zomaar een nieuwe aansnijden. Wie weet had hij nog wel iets liggen. Hij dook dus onder de toonbank de vitrine in. Talloze zakjes vleeswaren kwamen naar boven. Uiteindelijk had hij het gevonden. ‘Kijk mevrouw, hier kan ik nog wel iets vanaf halen voor u’ riep hij enthousiast. Om zichzelf even later te corrigeren: ‘O nee, dat is kalkoen….’ Waarna de zoektocht opnieuw begon. Inmiddels waren we een kwartier verder. De mevrouw in kwestie keek af en toe verontschuldigend achterom, alsof zij er iets aan doen kon. Bert was intussen  maar op zoek gegaan naar Gatorade lemon, dat gaat er met liters doorheen bij ons. Toen hij terugkwam had John nog niets gevonden. Het eind van het liedje was, natuurlijk, dat de nieuwe ham toch aangesneden moest. Hèhè. Eindelijk. De mevrouw kreeg haar ham en wij waren aan de beurt dachten we, we wilden pastrami voor op brood. Nou, mooi niet. ‘Mag ik ook nog een half pond kaas?’ Waarop de geschiedenis zich herhaalde. Gelukkig waren we daarna wél aan de beurt en John liet ons grootmoedig een plak pastrami van ongeveer twee ons proeven. Ja, lekker, doe die maar!
Met het knapperige witbrood erbij dat deze supermarkt zowaar verkoopt (helaas alleen ‘s middags, rare jongens die Amerikanen) hadden we zo toch een heerlijk avondmaal. Morgen maar eens een onsje ham proberen.