vrijdag 8 augustus 2014

Dag 33 – Dinsdag augustus: Lone Pine – Calaveras Big Tree State Park

De FBI liet ons niet met rust. Met ontzettend veel moeite hadden we ze afgeschud, enkele dagen geleden, maar nu bleek dat toch een illusie.

 
We reden weg van onze wereldplek in Lone Pine. Om bij ons volgende doel te komen, Calaveras, moesten we bóven Yosemite langs, over de Sonorapas, en dan nog een flink stuk in noordwestelijke richting. In het Calaveras SP zouden we mogelijk onze vrienden Jan en José treffen die via een Facebook berichtje hun aanwezigheid daar hadden aangekondigd. Daardoor waren we ook op het idee gekomen erheen te gaan, voor die tijd hadden we nog nooit van het park gehoord. Aangezien we op zoek waren naar iets nieuws om de vakantie mee af te sluiten kwam het als geroepen.

Bij Mono Lake stopten we kort om een foto te maken en te constateren dat de meeuwen, die anders met tienduizenden neerstrijken op de rotsen, vakantie hadden genomen. Geen meeuw te zien! Waarschijnlijk waren ze weer terug richting Californische kust.

 

DSC09800

 

Rustig kachelend reden we verder. Vlak voor Sonora Junction, op de HW395, kwam een Highway Patrol Police met gillende sirenes ons tegemoet. Dat gebeurt wel vaker dus we schonken er geen aandacht aan. Echter, hij was ons nog niet voorbij of met gierende banden keerde hij, om vlak achter ons te gaan rijden. Een hele kerstboom aan knipperende verlichting voerde hij op het dak van zijn auto en de claxon loeide onafgebroken. Nou, ik kan je vertellen dat het behoorlijk intimiderend voelt. Inmiddels zat hij ongeveer op onze achterbumper en we kregen de indruk dat we misschien maar beter konden stoppen. Ik riep nog tegen Bert ‘raampje open en handen op het stuur!’ want dat je vooral niet uit moest stappen had ik wel begrepen. Met al het licht en geluid aan schoof de sterke arm der wet naast ons. Het raampje van zijn auto ging open. Nu zul je het hebben! Als de FBI op jacht is naar een lange Fries uit Nederland leg je altijd het loodje tenslotte. Hoe je het ook probeert te ontlopen. De politieman keek ons eens boos aan, keek nog een keer, draaide zijn raampje weer dicht en……spoot ervandoor! Niet omdat wij hem angst ingeboezemd hadden maar omdat wij kennelijk niet degenen waren die hij zocht. Pfff……Je weet dat je niets verkeerd gedaan hebt, zelfs de maximumsnelheid niet met een half mijltje overschreden, en tóch, en tóch…..je schrikt je gewoon het apelazarus. In dit land voelt het allemaal bovendien een haartje erger.

Na deze haast surrealistische ervaring overwonnen we in een rustig tempo de Sonorapas, die hoog en prachtig was.

P1050881

Vlak na het Columbia State Park reden we over een brug die het enorme New Melones Lake overspande. Het was een uur of zes, en alles leek in goud gedompeld.

                                      P1050887

Om een uur of zeven vonden we in het Calaveras SP een prachtplek, alweer een half bos voor jezelf. Dat bos bestaat voornamelijk uit oudere en jongere Redwoods en omdat die zo hoog zijn levert dat veel licht en lucht op. Bovendien keken we uit op een enorme bloemenweide waar een wandelpad overheen was aangelegd in de vorm van een plankier. Heel geschikt om twee dagen door te brengen. ‘s Avonds speurden we nog de hele camping af op zoek naar Jan en José, maar die bleken achteraf ergens in een huisje te zitten.

 

        P1050907  DSC09873 P1050911

                                  DSC09812 P1050893

Het is en blijft iets bijzonders. Zo’n hele grote campground waar het om half negen stikdonker is (nergens verlichting) en je dan alleen nog het schijnsel van de verschillende kampvuurtjes ziet. Haast mystiek…..

Dag 32 – Maandag 4 augustus: Las Vegas – Lone Pine

Om kwart over acht werd er op de deur geklopt. Omdat we niet meteen reageerden werd er aan de andere actie ondernomen: de deur werd opengemaakt. Door de huishoudelijke dienst. Ik stond net op het punt onder de douche te gaan en Bert lag nog te sudderen in bed, dus we begonnen heel hard NO te roepen. Pas toen ik daar een Spaans accent aan toevoegde werd de deur weer dichtgetrokken. Voortaan toch maar het kaartje ‘please do not disturb’ aan de deur hangen….

Het ontbijt namen we in het hotel. Dat is een ervaring die je net wilt missen. Alleen al om te zien hoe mensen maar weer eindeloos opscheppen van – in onze ogen – vieze vette dingen als biscuits in gravy (dikke zachte koekjes met een soort ragout die er meer uitzag als hondenkots), of pizza om acht uur ‘s morgens. Gelukkig was er ook vers fruit, toast en cornflakes. Om toch iets exotisch te proberen schepte Bert de broodpudding op zijn bordje en die was redelijk eetbaar, hoewel ik hem iets te zoet vond.

 

20140804_100314                                 De ontbijtzaal in het Main Street Station Hotel

Op weg. Vrijwel om de hoek werden we getroffen door een man, zittend op de stoep met wat rotzooi om zich heen, die erbarmelijk zat te huilen. Volkomen radeloosheid sprak uit zijn ogen. We voelden ons op een of andere manier bijna schuldig, hoewel we er niets aan konden doen. Als je hem geld zou geven zou dat zonder twijfel in geestverruimende middelen worden omgezet. In de trieste wetenschap dat het leven van deze meneer (en dat van vele anderen) nooit zou veranderen reden we toch maar verder. Het bleef even stil in de auto….

Door naar Death Valley. Dat is het laagstgelegen gebied ter wereld, op het diepste punt 86 meter onder de zeespiegel. Tegelijkertijd worden hier ook extreem hoge temperaturen gemeten. Vorig jaar maakten wij er 48 graden mee, dit jaar schijnt het warmterecord gebroken te zijn en werd het 58,3 graden. Nu was het ‘slechts’ een kleine 38. Met een windje erbij voelde dat best aangenaam.
We hebben het over woestijngebied, dat ooit geheel onder water lag. Vandaag maakten wij mee dat de weergoden een poging ondernamen dit gebied maar weer eens in oude staat te herstellen. Gisteren had ik, in de tien minuten dat ik natuurlijk tevergeefs naar iets interessants zocht op tv, wel gezien dat er een waarschuwing voor flash floods in de omgeving van Las Vegas werd afgegeven, maar veel aandacht had ik daar niet aan geschonken. We reden dus gewoon de route via Pahrump naar DV. Dat er heel veel regen gevallen was zagen we wel, met in de verte ook alweer een enorme hoosbui.

P1050803

 

Vlak voor de kruising die je in westelijke richting het park invoert, bij het Opera  House (annex hotel), zagen we auto’s aan de kant staan en een zwaailicht van een of andere hulpdienst erachter.

20140804_150700

P1050805

Tja, en toen zaten we er middenin. Het hele kruispunt stond al onder water, en niet zo’n klein beetje ook. Een bus, die erdoorheen probeerde te komen, moest maken dat hij achteruit terugkwam om niet meegesleurd te worden.

   P1050807 P1050809 P1050811

 

P1050814

                                             Deze zware auto kon er nog nét door

Tot op dat moment vonden wij het eigenlijk nog wel grappig, maar toen het water alle lager gelegen gebieden binnendrong realiseerden we ons dat het echt niet zo grappig was. Net als alle andere wachtenden keerden we de auto’s om ze hogerop veilig te stellen. En waar we een paar minuten daarvoor nog gewoon over het asfalt waren gelopen moesten we nu onze schoenen en sokken al uittrekken. Wadend door het water, zo geel ware het de Jang-Tse-Kiang, kwamen we bij de auto.

P1050816

Een eindje verder zetten we hem op een hogere plek, want teruggaan was ook geen optie meer. Intussen dreven de boomstammen die als hekje langs de weg fungeerden al los op straat. Overal om ons heen was water, het begon steeds harder te stromen.

P1050813

 

De mensen van het Opera House Hotel probeerden tevergeefs te voorkomen dat het water het gebouw binnen zou dringen. Ze gooiden er alles wat ze aan dekens en slaapzakken hadden tegenaan. Een medelander/Nederlander zei ‘ach, dat zijn ze wel gewend denk ik’ waarop ik hem lichtelijk verbijsterd aankeek. Nou én? Maakt dat het minder erg?

 

DSC09765

 

DSC09766

We liepen wat heen en weer, niet wetend wat te doen. Tot ik zag dat de plek waar de auto’s stonden óók helemaal ingesloten werd door zeer snel stromend water. Iedereen reed dus, door een flinke plas van zeker al 20 cm, z’n auto weer weg. Opeens werd er geroepen dat we erdóór konden. En dat klopte. Sneeuwschuivers hadden het water zo van richting doen veranderen dat het kruispunt min of meer begaanbaar geworden was. Langzaam rijdend konden we zo onze weg vervolgen. Maar hoe het verder ter plekke afgelopen is, dat weten we niet. Want het begon net weer te regenen toen wij weggingen, en een héle kleine hoeveelheid kan al grote gevolgen hebben. We zijn er goed vanaf gekomen, en werkelijk gevaar was er niet denk ik, maar je ziet wel met eigen ogen hoe ontzettend snel zoiets kan gaan.

Goed, de knop om en Death Valley binnengereden. Voor de derde keer konden we ons vergapen aan de wonderbaarlijke wereld vol kleurenspel en schaduwen, zich aftekenend op de scherpe vormen van het gebergte. Foto’s maakten we nauwelijks, we hébben er al zoveel. Maar eenmaal bij Zabriski Point konden we het toch niet laten. Zo´n bijzonder schouwspel van kleuren en vormen, dat is uniek.

 

DSC09775Op geen enkele manier doet de foto recht aan de werkelijkheid…..je moet echt het gebied in en dat deden we deze keer niet.
Meer foto´s in onze verslagen van 2010 en 2013.
 

 

We stopten ook nog even bij de Sand Dunes, om daarna het gebied weer uit te rijden.

 

DSC09777

Om zeven uur ‘s avonds reden we Lone Pine binnen. De lucht was wat onstabiel, dus ik vroeg bij een benzinestation of zij iets wisten van de weersvooruitzichten vannacht – op nog meer regen zaten we niet te wachten. Iedereen ging zich ermee bemoeien, en uiteindelijk zochten ze op hun smartphone voor ons op hoe het eruit zou gaan zien. Dat leek gunstig, en hoewel onze raadgevers ons voor gek verklaarden (koud immers, in de bergen!) reden wij spoorslags naar de campground waar we al twee keer eerder geweest waren. Op het eerste gezicht leek het vol, maar bij nader inzien waren er toch nog vrije plaatsen, en wat voor plaatsen! We vonden een wereldplek. Alweer. Met het mooiste uitzicht dat je je maar denken kon, bergketens aan twee kanten, aten we onze pasta met courgette, knoflook, ui, tomaat en parmezaanse kaas. De courgette lag al een tijdje te wachten en was enigszins rimpelig geworden, maar nu hij in de pan mocht bijkomen werd hij weer helemaal enthousiast. Kortom, een uitstekend maal. Het vuurtje brandde, wij konden ons geluk weer eens niet op. We gaan hier nooit meer weg!

   P1050850 P1050855 P1050861

dinsdag 5 augustus 2014

Dag 31 – Zondag 3 augustus: Kanab – Las Vegas

Met een vertrouwd getik op het tentdoek werden we wakker. Ja hoor, regendruppels…..nog niet zoveel gelukkig. We konden dan ook bijna droog inpakken. De langslapers naast ons waren minder fortuinlijk: net toen wij in de auto stapten begon het werkelijk te plenzen. De MacD aan de overkant voorzag ons van lekkere koffie en eetbare pancakes zodat we niet zonder ontbijt op pad hoefden. Doel van vandaag: Las Vegas. Het ligt strategisch gezien op een goede plek, precies vóór Death Valley. Deze dodenvallei kun je dan de dag daarna op je gemak doorkruisen. In de hoop dat je niet het loodje legt….altijd genoeg water mee.

Eerst reden we een stuk binnendoor, nog steeds in de regen, en daarna over Interstate 15 die ons door een prachtig gebied voerde. In Las Vegas namen we voor de derde keer onze intrek in ons favoriete Main Street Station hotel.Dat ligt in het oude gedeelte van de stad, waar het allemaal begonnen is. Een hotel waarin nog enigszins het Las Vegas uit het verleden in terug te zien is. Veel Jugendstil ornamenten en prachtige glas-in-lood ramen. We draaiden er vanaf de snelweg zó naar toe en waren al om half twaalf ter plekke. Dat we zo vroeg waren kwam ook door het tijdsverschil: van mountain time naar pacific time gaf ons een uur extra. 

 

DSC09759

Ik heb het al vaker geschreven, maar de prijzen van de hotels kunnen met gemak concurreren met die van de campings aan de Californische kust. Voor $40 konden we dan ook beschikken over een riante kamer. Omdat we de Strip nu wel gezien hebben reden we, na uitgebreid de badkamer benut te hebben, de andere kant eens op. Daar kom je direct in aanraking met het andere Las Vegas: armoe troef. Het is werkelijk schokkend om te zien hoe, zodra je ook maar één stap buiten de schijnwereld van glitter en glamour zet, er nauwelijks iets van welvaart overblijft. Dat is nog zacht uitgedrukt. Overal daklozen en junks, maar ook mensen die maar net het hoofd boven water kunnen houden. Waarschijnlijk werken die laatsten allemaal in Sin City, en je hoeft niet veel fantasie te hebben om te bedenken wat die werkzaamheden inhouden.
Een stukje verder was een heel Mexicaans winkelcentrum. We moesten nog wat boodschappen doen en gingen dus de supermarkt binnen. Kom je meteen wéér in een andere wereld: het leek Mexico zelf wel. Alles werd in het Spaans omgeroepen, en we hoorden ook niemand Engels spreken. De producten waren natuurlijk ook aangepast. Het is hier net een Babuschka, zo’n houten Russische pop waar steeds een andere uit tevoorschijn komt. Hier heb je de Nevadawoestijn, daarin las Vegas, daarin een Mexicaanse enclave.

Terug in het hotel besloten we met de auto naar hotel New York te rijden, aan het eind van de strip. Omdat je hier overal gratis parkeren kunt en het ook nog eens heel makkelijk rijden is, steeds maar rechtdoor, is dat een betere optie dan de bus. Die ook nog eens duur is. Het eerste jaar deden we dat wel omdat we in een stad altijd met openbaar vervoer gaan als het kan, maar dat was hier vrij zinloos. Die bus deed er ook nog eens twee uur over, terwijl je er zelf in twintig minuten bent vanuit ons hotel. Overigens is alles in die hotels ook maar schone schijn. De lift van de parkeergarage naar de ingang is klein, vies, bloedheet en donker. Als je al geen claustrofobie hebt kun je er bijna zeker van zijn dat je die ontwikkeld hebt zodra je er uit stapt. Je mag toch hopen dat je er nooit in vast komt te zitten. Wat een tegenstellingen.

We gingen naar NY vanwege de Ierse pub. Vorig jaar hadden we er fish and chips gegeten, verrukkelijk was die. Nu hadden ze echter aardig verbouwd, en kennelijk had dat zoveel van het budget opgeslorpt dat ze op van alles bezuinigd hadden. Het was dus lang zo goed niet meer want ook op de kwaliteit van het eten was de bezuinigingsformule toegepast. Jammer.

                    DSC09757

                                                           Hotel New York……….

 DSC09758                                              ………….en de Brooklyn Bridge

 

De stad hoefden we verder niet meer in, die hebben we zo langzamerhand wel genoeg doorgespit. We hebben lekker op ons zachte bed liggen lezen. Dat is ook vakantie!

Dag 30 – Zaterdag 2 augustus: Capitol Reef - Kanab

Kodak. Een kodakmoment. We kennen het allemaal. Vandaag hadden we veel van die momenten, en wel in het gelijknamige State Park: het Kodachrome Basin. Dat laatste toevoegsel omdat het park ligt in het zogenaamde Colorado Basin, ontstaan uit de verschuiving van de enorme continentale platen zo’n 180 miljoen jaar geleden. Het KB ligt tussen de veelbezochte parken Zion en Bryce, maar trekt veel minder bezoekers. Het is kleiner, dat klopt, maar als je genoeg tijd hebt zou je het toch beslist mee moeten nemen. Dit was weer zo’n park waarbij onze ogen overuren moesten draaien. Er zijn bijna 70 torens, monolieten, van zandsteen te zien. Sommigen slechts een meter, maar anderen wel 60 meter hoog, domineren het landschap. Voeg daarbij de steeds wisselende, overweldigend rode kleuren van de omringende rotsen en je hebt het plaatje compleet. Nou, niet echt, daarvoor moet je er toch zelf naartoe.

  DSC09720 DSC09723 DSC09726

 

DSC09730                       Ik ben er maar even naast gaan staan om de verhoudingen aan te geven

 

 

P1050795

 

 

 

DSC09749

 

Het blijft een bizar gegeven dat al dit moois vroeger onzichtbaar was; het lag op de bodem van de zee. Dus waar nu woestijn is, was ooit water. Je kunt het je niet voorstellen. Het Kodachrome Basin State Park konden wij in elk geval mooi invoegen op de rit van Capitol Reef naar Kanab. Omdat we Bryce en Zion al enkele malen eerder bezochten hebben we die links, of ik geloof Zion juist rechts, laten liggen.

In Kanab vonden we een kleine, maar prettige campground. Twee plekken verderop stond een Nederlands gezin met drie kinderen in evenzovele kleine tentjes. Dat zie je niet veel!
Koken deden  we niet. Eén van de redenen dat we naar Kanab zijn doorgereden en niet in Glendale, even voor Zion, zijn gestopt is dat we nog een keer naar het Rocking V café wilden. Vorig jaar hadden we daar fantastisch gegeten. Het kan een tweede keer altijd tegenvallen, maar dat deed het absoluut niet. De tomatensoep met basilicum was van verse tomaten gemaakt (zo hoort het natuurlijk ook) en je kon je vingers erbij opeten. Het zelfgebakken brood, met een dip van een stevige balsamicodressing smaakte idem dito en het gehaktbrood was ingepakt in een krokante laag flinterdunne bacon. Daaroverheen een coulis van tomaat en courgette, geflankeerd door een enkele sperzieboon. Eigenlijk kon ik het niet meer op, maar ik móest gewoon het toetje van de dag nemen: angelcake met verse bosvruchten en zwarte bessensaus. De slagroom heb ik eraf geschoven, dat hoeft van mij nooit zo. Tonnetje rond reden we terug naar de tent. Het was een prachtige avond, dus we hebben nog een hele tijd buiten zitten lezen tot het echt te donker werd.

Een prangende vraag drong zich nog wel op: waarom hebben we het altijd over een kodakmoment, en nooit over Agfa? Wie het weet mag het zeggen. Of ligt het antwoord al in de vraag besloten?

Dag 29 – Vrijdag 1 augustus: Capitol Reef

Nog even over de Butch Cassidy Campground, in Salina. Dat je om te bezuinigen maatregelen neemt is logisch. Dat je daarbij je bezittingen deels afstoot kan helpen. Maar om nu de picknickbanken bij de kampeerplekken doormidden te zagen….dat gaat toch wat te ver! Of niet?

P1050623

 

Bij het Gifford House hadden ze lekkere scones. Uit het Gifford House zijn de laatste bewoners pas in 1962 vertrokken, en dat was meteen het einde van een tijdperk. Vanaf dat moment waren er geen vaste bewoners meer in het park. Vanuit de campground loop je zo naar het huis annex museumpje toe, dus we ontbeten met cranberry-scones. Sour cream hadden we nog in de koeling, evenals de onvolprezen jam van Smuckers zodat we een goede bodem konden leggen (de scones van Maureen op de zeilboot waren overigens wel véél en véél lekkerder, maar goed).

Vandaag startten we met de Scenic Drive. Dat is in eerste instantie een autotour die vlak achter de campground begint, maar aan het eind gevolgd wordt door een trail, de Capital Gorge. Deze Gorge is tot 1962 in gebruik geweest als ontsluitingsweg. Al het verkeer (paarden, later auto’s) kon te maken krijgen met de zogenaamde flash floods. Als er elders, mijlen verderop, ook maar een kwart inch regen viel (0.8 cm) kan er in no time in de gorges een enorme waterstroom ontstaan die alles op zijn weg meesleurt. Vroeger keek je vooral naar de lucht om in te schatten wat het die dag zou worden, tegenwoordig zijn de weersvoorspellingen gelukkig een stuk nauwkeuriger  en bovendien hebben wij de middelen ze ook op tijd te ontvangen. Toen we hier voor de eerste keer waren, in 2010, was de hele Scenic Drive afgesloten wegens flash flood, en vorig jaar konden we alleen het autogedeelte doen om dezelfde reden. Nu was alles open. Ook nu maakten we weer veel foto’s, het is hier zo ontzettend mooi. Al die kleuren en vormen, je gelooft je ogen niet.

 

 DSC09636 DSC09638 P1050682

 

Vlak voor de parkeerplaats waar de trail begint werden we plotseling ingehaald door een zestal auto’s waaruit evenzoveel gezinnen rolden, met een enkele hond. Vóór deze mensen aan de wandeling begonnen verwisselden ze allemaal hun petjes voor een zonnehoed. Er stond tenslotte in grote letters NO PETS. Alleen het hondje kreeg niets op z’n kop.

De Capitol Gorge trail is vergelijkbaar met de Grand Wash die we vorig jaar liepen. Je loopt in een kloof tussen hoge muren van steen, en ook hier konden we onze fototoestellen niet in bedwang houden.
Op de heenweg was het nog redelijk te doen qua temperatuur, maar terug werd het heter en heter. Wil je zon? Hier heb je hem! Toch klommen we nog naar boven, naar de Tanks. Kleine poelen met kikkertjes. Helaas hebben we ze niet zelf kunnen zien, het werd mij net iets te spannend en Bert was solidair.

Op een rots, vrij hoog, staan de namen van enkele pioniers in de rotsen gekrast. Graffiti avant la lettre….ze hadden touw gebruikt om zichzelf omhoog te hijsen zodat mensen zich later af zouden vragen hoe ze daar gekomen waren. Wat ook inderdaad het geval was, getuige de opmerkingen die we mensen hoorden maken.

 

DSC09660 DSC09661

       Op de linkerfoto is goed te zien hoe hoog de namen in de rots gebeiteld staan


Hier en daar waren ook stalen buizen te zien, die recht vooruit uit de rotsen staken. Deze buizen werden gebruikt om telefoondraden langs te spannen, wat een geweldige vooruitgang betekende. Aangezien het dichtstbijzijnde ziekenhuis 80 mijl verderop lag en de bereikbaarheid op z’n zachts gezegd abominabel was scheelde het enorm dat je in elk geval via een draadje contact kon hebben in noodgevallen. Nog steeds is dat ziekenhuis zo ver weg, maar nu staat er binnen een paar minuten een helikopter voor je neus.

 

P1050717

 DSC09665

Terug bij de tent hebben we eerst lekker zitten lezen. Aan het eind van de middag reden we naar de Hickman Bridge, een Natural Bridge oftewel een natuurlijke brug van steen. Vorig jaar was daar een enorm rotsblok losgeraakt uit de bergwand en naar beneden gevallen waardoor de route gestremd was. Nu konden we er weer langs, maar de eerste 150 meter mocht je niet stilstaan wegens gevaar voor vallend gesteente. Dat wil je ook echt niet op je hoofd krijgen! We liepen dus maar snel door. Bovenop de berg had ik het wel gehad. Het was nog steeds snoeiheet, en het vooruitzicht nog meer te moeten klimmen maakte me niet blij (we moesten eerst weer een heel eind naar beneden en dan moet je vanzelfsprekend ook weer omhoog). Dus bleef ik boven wachten terwijl Bert de brug ging zoeken. Na een half uurtje kwam hij terug, mét kapotte knie. Uitgegleden…De brug was wel de moeite waard geweest, vooral omdat hij zo groot was, maar niet zo indrukwekkend als de boog in Arches of die in Natural Bridges Monument. Het kan natuurlijk zijn dat hij dat zei om mij niet al te veel teleur te stellen, want als ik de foto’s zie…..

 

DSC09705

                                    De  brug, met daaronder de fluitspelende man

Bij de tent was het hoogste tijd voor een glaasje. Echt honger hadden we niet, een stukje kaas voldeed voor ons als avondmaal. Op de achtergrond pikten de hertjes een appeltje uit de boom. Deze avond was er een andere diapresentatie, over Wilderness. Regelmatig zie je borden langs de weg met de aankondiging: (…….) Wilderness. Dat is wezenlijk iets anders dan een Nationaal Park, waar een Visitor Center is, een campground en andere voorzieningen. Je mag er wel in, maar bent dan geheel op jezelf aangewezen. Er zijn geen wegen of uitgezette trails. We leerden ook dat slechts 5% van dit hele grote land níet in cultuur gebracht is op een of andere manier, en daarvan ligt 2,3% in Alaska. Dat laat dus 2,7% voor de rest van de US. Men werkt al sinds de twintigste eeuw erg hard om zoveel mogelijk wildernis te behouden. Een van de grote voorvechters was John Marshall, een miljonair uit New York. Heel betrokken maar ook een beetje apart. Zo liep hij veel tochten van 40 a 50 mijl per dag, en soms zelfs 70. Dat is meer dan honderd kilometer, door dit ruige gebied! Alles voor de goede zaak. Natuurlijk dat is voor het grootste deel een politieke aangelegenheid. Wat Capitol Reef betreft: de aanvraag voor Nationaal Park ligt nog steeds bij het Congres, dat goedkeuring moet geven. Datum aanvraag: 1999…..Als die goedkeuring níet komt betekent dat een vrijbrief voor het ontwikkelen van o.a. mijnbouw. In dit schitterende gebied. Je moet er niet aan denken! Dit park is zoiets bijzonders. Ze doen metingen om te registreren hoeveel kunstlicht ‘s avonds nog invloed heeft op de duisternis. In CR is dat op een bepaalde plek in het park precies 0%. Stikdonker dus. De ranger vertelde een verhaal over een jongen uit Las Vegas, die in het kader van een soort reïntegratieprogramma mee op tour was naar Death Valley. Daar zag hij voor het eerst van zijn leven sterren. Hij kon het bijna niet geloven, want in Las Vegas zijn die door het vele neonlicht nooit zichtbaar. Daar heb je alleen een ander soort sterren, met gekleurde veren en hoge hakken. Sta daar maar eens bij stil….

Aldus gevoed met veel informatie konden we de nacht wel aan. Het was helder, warm en droog. Een mooi besluit van een schitterende dag!

zaterdag 2 augustus 2014

Dag 28 – Donderdag 31 juli: Salina – Capitol Reef

Slang, en meer specifiek, ratelslang. Hoe zou dat smaken? Aan het eind van deze dag wisten we het! Maar eerst de start.

De Chinese dame van de camping was uitermate behulpzaam en had bovendien gevoel voor humor. Terwijl zij de douches en wc’s bij de heren schoonmaakte mocht Bert van haar bij de dames douchen. Maar ik mocht dan niet naar binnen!, zo liet zij mij met een waarschuwend vingertje weten. Er was verder niemand aanwezig. Op het terrein stonden veel RV’s, onder andere bemand door werkers aan de weg iets verderop. Dat is natuurlijk een goede oplossing, zo hebben zij hun eigen plek en in de zomer komen vrouw en kinderen (en soms grootouders) mee. We deden er ook weer een wasje en raakten met de mevrouw van de balie aan de praat. Ze vertelde dat ze de hele camping beheerde met haar zoon en een vrouw uit het dorp. Een oude, zogenaamde Good Old Sam camping met alle faciliteiten maar wel toe aan enige renovatie.

Binnendoor reden we, over een weg die we nog niet eerder genomen hadden, naar Capitol Reef. Voor de vierde keer doen we dit park aan. Elke keer opnieuw worden we getroffen door de grootsheid van de natuur, de rode rotsen in dit geval. Steeds is het licht weer anders, en een groot verschil met bijvoorbeeld de Grand Canyon is dat je er hier middenin zit. Ook nu weer moesten we om de haverklap stoppen om foto’s te maken, ook al hebben we albums vol.

 

   DSC09614 DSC09636 P1050638

Op de campground was nog heel veel plaats. We vonden een mooie plek aan de rand van de C-loop, met vrij uitzicht op die geweldige rotswanden. 

P1050659

 

Het zag er tegen de avond nogal onweersachtig uit, maar we hadden van tevoren al besloten in Torey te gaan eten bij Restaurant Pablo. Vorig jaar waren we daar ook al geweest, en toen niet zo tevreden naar huis gegaan, maar we gaven het een tweede kans. Dit keer konden we buiten zitten. Ze hadden een geweldig warmtesysteem, buizen die infrarood warmte afgaven. We werden dus zelf ongeveer geroosterd, net als het vlees.

 

                      P1050661 P1050666

                     Het verwarmingssysteem; Bert vindt het allemaal geweldig!


We namen rattlesnake cakes als voorgerecht, en ook zwarte tijgergarnalen in kokossaus met jalapeñopepers en banaan. De ratelslang was er een die in vrijheid in de woestijn geleefd had, tot de kok er met zijn schepnetje achteraan was gegaan. Hoppa, slang in het bakkie. Ik moet zeggen, het was lekker! Dat gold ook voor de garnalen. Er zat veel saus bij, maar aan brood bij het eten doen ze hier niet dus we moesten erom vragen. Om dat heerlijks op te deppen kregen we pitabrood, dat nam de saus helemaal niet op. Maar goed. Daarna namen we samen één portie lamsrack. Meer dan genoeg. Nu wisten we ook meteen weer waarom we vorig jaar niet zo heel enthousiast waren: we hadden het voorgerecht nog niet eens op of het vlees kwam al op tafel. We vroegen nu direct maar of ze het warm wilden houden voor ons, wat ze direct deden. Het was lekker, maar de pasilla verde salsa kon ons niet bekoren. Fusion koken ok, maar sommige smaken moet je gewoon niet mengen. En deze bonenprut naast de rozemarijn en tijm paste gewoon niet.

 

P1050663 P1050664 P1050665

                      Humus, voorafje van het huis; garnalen; ratelslangkoekjes

Ik was nog niet eens klaar met eten toen het toetje al gepresenteerd werd. We konden uit allerlei heerlijkheden kiezen. Ook dat toetje hebben we gedeeld: worteltaart met laagjes cheesecake ertussen. En ik moet zeggen: verrukkelijk!
Maar de boodschap is: hier gaat het er niet om je een leuke, lange avond te bezorgen maar om je zo snel mogelijk weer weg te hebben. En dat is toch wel jammer. Je kunt een heel drie-gangendiner binnen drie kwartier achter de kiezen hebben, en wij zijn dat niet gewend.

Terug bij de campground hebben we nog naar een diapresentatie gekeken, dat doen ze hier elke avond. Erg de moeite waard. Het leven van de pioniers hier in CR was, net als overal in het Westen, keihard en je vraagt je soms af wat mensen bezielde om hier naar toe te komen. Zo geïsoleerd leven, dat valt niet mee. Er woonden hier maximaal tien gezinnen tegelijk. Als je niet met je buurman op kon schieten had je gewoon pech want je had elkaar meer dan nodig.

Bij de tent lagen de zwemvliezen klaar, we moesten naar de ingang zwemmen. Het had namelijk flink geplensd, en onderweg naar het restaurant konden we op een gegeven moment niet eens verder rijden door de regen. We sleepten de tent een paar meter naar achteren, dat is tegenwoordig een kwestie van vier pennetjes losmaken en de zaak goed vastpakken. In de tent was het bij de hoeken wat nat, maar verder viel het mee. Van zo’n goedkoop exemplaar kun je natuurlijk niet verwachten dat het alle hoosbuien tegenhoudt. We depten het water dus wat op en trokken ons er verder niets van aan.

Vergeet ik nog die slangencakejes: die smaakten naar vis! Dus of het echt slang geweest is??