vrijdag 25 juli 2014

Dag 19 – Dinsdag 22 juli: Sicamour - Field

Zijn honden leuk? Ja. Vinden wij. Zijn ze ook nog leuk als ze overal mogen poepen? Nee. Vinden heel veel mensen. Kunnen die honden daar wat aan doen? Nee. Hun baasjes? Ja!

Nou ja, het was weer eens zover. Net als enkele jaren geleden in Sacramento vonden de baasjes van twee trouwe viervoeters op de camping het niet nodig ze verder uit te laten dan dertig meter buiten hun eigen stukje grond. Daar bevonden zich drie andere tenten. Ok, de dame in kwestie raapte de uitwerpselen uiteindelijk wel op, maar haar baby kroop intussen vrolijk op handjes en knietjes achter haar aan. Deze actie herhaalde zich enkele malen in de korte tijd dat wij er kampeerden. Ik heb het toch maar even gemeld bij de balie. In Sacramento maakte men korte metten met zulk gedrag: de kampeerders werden zonder pardon van de camping gezet.

Goed, op pad. Over de tocht zelf valt niet zoveel te vertellen. Behalve dan dat er een vrachtwagen in de fik was gevlogen, maar dat we er nét weer langs mochten. En dat we eindelijk begrepen hoe de cabrio’s gefabriceerd worden: je laat gewone personenauto’s op een oplegger onder een drie centimeter te laag viaduct doorrijden. Als sardineblikjes opengereten. Klaar! Ok, dit gebeurde niet echt, maar wel bijna. De oplegger voor ons had zo op het oog nog maar enkele centimeters ruimte. ‘t Ken nèt….

 

                                P1050302 P1050305

                          Uit de auto genomen onderweg, niet helemaal scherp daardoor

Bij Jim Mortons, een Canadese keten van coffeeshops, lunchten we en kon ik wat blogs versturen. Die ik, na lezing van de algemene voorwaarden voor WiFi-gebruik wel hier en daar nog even gekuist heb, het is namelijk streng verboden Gods woord te misbruiken. Dit blog post ik dus maar gewoon weer bij MacDonalds.

Om een uur of vier reden we Field binnen, in Yoho National Park. Dat ligt middenin de Canadese Rockies, en we waren er nog niet eerder geweest. We kregen zo ongeveer de laatste vrije plaats op de Kicking Horse campground (op de vlakbijgelegen campground was overigens ook nog plek genoeg geweest) en namen er voor deze keer een fire permit bij. We hadden een vuurtje ‘s avonds waarschijnlijk wel nodig namelijk. Maar op dit moment was het weer nog goed en omdat we er alles uit wilde halen wat eruit te halen viel vóór het slecht weer zou worden reden we de Icefields Parkway op, richting Jasper. Deze weg wordt aangeprezen als de mooiste ter wereld, en hoewel je zo’n bewering meestal met flink wat korrels zout moet nemen vinden wij het hier echt passend: met afstand de allermooiste route die er bestaat. Als het mooi weer is. Drie jaar geleden reden we het eerste stuk met zon en het laatste deel in de regen, nu deden  we dus dat laatste stuk opnieuw. Het moment van de dag was uitstekend gekozen: de meeste toeristen zaten al aan de warme prak en het avondlicht was een extra cadeautje. We konden dus in alle rust het Peyto Lake bekijken, evenals de Bow gletsjer en het Bow Lake. De kleuren, het blijft onnavolgbaar mooi!

 

DSC09327

 DSC09313

P1050314  P1050315

DSC09333

 

 

DSC09337

 

DSC09336

 P1050321 DSC09350  P1050324                

 

DSC09356 P1050328 P1050327

Na deze betoverende schoonheid stopten we nog even bij de Spiral Train Tunnels. Vroeger moesten de treinen met in elk geval gevaar voor eigen leven van de machinist maar ook dat van de passagiers veilig zien af te dalen of te stijgen in het steile berggebied. Een helletocht. Later zijn er spiraalvormige tunnels aangelegd. De locomotief rijdt in deze tunnels beide keren onder zijn achterste wagons door of eroverheen om het hoogteverschil te kunnen overbruggen. De tunnels werden in 1909 in gebruik genomen. Een enorm staaltje van vernuft natuurlijk. Omdat ik in mijn hart altijd al een treintje heb willen zijn kroop ik ook nog even door de miniatuurtunnel op de parkeerplaats. Paste precies.

DSC09367

Al met al was het al een uur of negen voor we bij de tent waren. Gauw het vuur aangemaakt en een maaltje pasta met blauwe kaas bereid.

P1050349

Het vuur brandde zó goed dat het bijna jammer was het om half elf uit te moeten maken. Maar ja, soms ontkom je niet aan dat moeten. (deze is speciaal voor Daniël Brouwer ;) ) Een flinke plens water erover dus met als gevolg een gratis stoombad. Honden met vieze baasjes konden we zo mooi afschrikken in elk geval.

Dag 18 - Maandag 21 juli: Lillooet – Sicamour

Ons geïmproviseerde dak had ons goed droog gehouden, want er waren inderdaad weer een paar buien gevallen vannacht. Waar ze hier in de omgeving alleen maar erg blij mee zijn, het is zeer ongebruikelijke dat er in dit seizoen ook maar een druppel neerslag valt. Het is woestijngebied tenslotte.
Maar voor ons begon de dag droog en zonnig. We roosterden Engelse muffins en besmeerden ze rijkelijk met Smuckers jam. Die is zo lekker, niet te zoet maar juist fris van smaak.

Tegen half elf reden we weg. In Lillooet misten we net als vorige keer de goede afslag. We reden een doodlopende weg op, richting the Old Bridge. Bij die brug zijn we toen maar even uitgestapt. Het was, zoals te verwachten, een oude brug en nu een monument. Helemaal van hout. Met bovenin een groot arendsnest waarin twee jongen af en toe hun kopjes bovenuit staken. Moeder visarend bekeek ons vanaf een afstandje heel rustig, zonder ook maar enige actie te vertonen. We konden haar dus mooi op de foto zetten!

   P1050267      DSC09297    


De brug met links op de staalkabels de arend; visarend op wacht; links de moeder, en het nest middenop de brug

P1050291
Je kunt ook met deze fancy trein de Rockies bekijken, 
                   met ongetwijfeld dito prijzen
                                                                                                                       
Na dit oponthoud vonden we al snel de goede afslag. We besloten alweer van ons plan af te wijken en via Kamloops te rijden in plaats van via 100 Miles (routekaartjes sluit ik niet bij, wie wil weten waar wat ligt kan het zo vinden met Google Maps en het kost mij teveel tijd onderweg; ik wil ook nog wel eens een boek lezen!). Kamloops is een grotere plaats en het eerste wat we deden was bij het Visitor Center vragen hoe de weersverwachting in Jasper en Field zou zijn de komende dagen. Nou, dat zag er niet al te goed uit. Dinsdag nog redelijk maar daarna regen, en vooral op donderdag echt slecht weer. Ok, het was nu maandag. Naar Field wilden we erg graag omdat we die omgeving niet kennen. Het roer maar weer om dus, en Jasper vooralsnog laten schieten. We maakten op het parkeerterrein nog wel even een paar foto’s van deze RV, speciaal voor Jan en Annemarie: jullie kunnen ook best naar Amerika hoor, gewoon de paardjes mee! Kat in ‘t bakkie zou ik zeggen ;)


               P1050295 P1050294

In Kamploops vonden we vlakbij het VC een grote WalMart. Kwam dat even goed uit! Op tentenjacht! Heel stiekem vond ik het niet zo erg dat we iets nieuws moesten zoeken. Het oude tentje was echt heel klein, veel kleiner dat het model waar we de eerste jaren in kampeerden hier in Amerika. Dit was een uitgelezen kans om een maatje groter uit te zoeken, en we kwamen naar buiten met een exemplaar dat zeker 50 cm breder was. Daardoor was hij ook hoger natuurlijk, zodat ik er bijna in kon staan. Bij de MacDonalds zetten we weer een paar blogs online, die stonden al in de wacht, en toen oostwaarts. Om een uur of vijf vonden we een KOA-camping, vlakbij Sicamour (ik kon de naam eerst niet onthouden, maar als je de eerste drie letters loskoppelt van de rest en daar een komma tussen denkt is het opeens heel makkelijk). We konden zelf een plek uitzoeken, ze waren erg ruim en natuurlijk van aanleg. Toen konden we onze nieuwe tent opzetten. Wat een kasteel vergeleken bij de oude! Veel ruimte, en ik kon er inderdaad in staan. Als het slecht weer is kunnen we zelfs de stoeltjes er nog in zetten. Kortom, we waren er blij mee!
De was gedaan, een douche genomen, goed gekookt.
Helaas zonder een vuurtje de avond afgesloten. Maar de tent, die past qua kleur geweldig bij de nieuwe auto!
P1050297
Je kunt ook met deze fancy trein de Rockies bekijken, 
                   met ongetwijfeld dito prijzen
                                                             

dinsdag 22 juli 2014

Dag 17 – Zondag 20 juli: Vancouver - Lillooet

Bij een nieuwe kleur auto hoort eigenlijk ook een bijpassende tent. Het rood combineerde nu niet zo mooi met de cognackleur van de Dodge. Helaas voorziet de verhuurder daar niet in. Jammer.

Eerst sliepen we maar eens een gat in de dag, in dat lekkere Hiltonbed. Geheel verkwikt reden we om half twaalf de stad uit, richting Whistler. Dat was de eindbestemming voor vandaag. Jammer genoeg werkte het weer ook hier niet mee, grauw en grijs domineerden het beeld. Maar misschien zou het verderop beter worden, we moesten nog een eindje rijden tenslotte. Het werd slechter. De temperatuur daalde tot 15 graden en het regende steeds harder. In Whistler wilden we in het Visitor Center om informatie vragen. Om er alleen maar te mogen parkéren moest je al $2 betalen! Dat hadden we gauw gezien dus, dan maar geen info. Als het allemaal zo commercieel moet haken wij af. Omdat we heel graag de natte spullen uit wilden hangen en zelf droog wilden blijven besloten we een cabin te huren. Tenminste, dat probeerden we. Bij de Riverside camping hadden ze wel iets, ja hoor. Prijs: net zo duur als de kamer in het Hilton! Dacht het niet. Dus weer verder. Whistler hadden we al uit ons hoofd gezet. In een plaatsje verderop, Pemberton, was een groot muziekfestival aan de gang. Enorme podia, heel veel mensen en velden vol tentjes die om het hardst vochten om de vierkante centimeters. Alles in de stromende regen. Er zat voor ons eigenlijk maar één ding op: veel verder rijden en daar dan maar iets proberen te vinden. Zo gezegd zo gedaan. We hadden deze weg drie jaar geleden ook al eens gereden, toen in de stralende zon. Dat gaf wel een heel ander beeld. Nu was het saai, koud en nat. De temperatuur daalde en daalde om uiteindelijk uit te komen op een schamele elf graden. En niets te vinden aan accommodatie….We wisten dat er vlakbij Clinton een mooi kampeerterreintje was, in het gras en met douches en wasmachines. Dan daar maar naartoe. Vlak voor het plaatsje Lillooet (probeer het maar eens uit te spreken) begon de temperatuur te stijgen. Het was inmiddels half zes. En alsof de weergoden vonden dat we nu wel genoeg geleden hadden brak ook de zon nog door. Als klap op de vuurpijl zag ik een campground die heel aardig leek. Droog en bovendien gratis!  

DSC09293

 

De temperatuur was opgelopen tot 21 graden en we hoefden er niet lang over na te denken. Snel prikten we de tent vast. Zo gebeurd. Matjes erin, slaapzakken idem dito. Nu het dakje er nog even op.

P1050264

Dakje? Dakje?? Waar is het dakje??? Wel gloeiende g…..dakje in Alder Bay laten liggen! Op de picknickbank! Keurig in een plastic vanillezak, die erg leek op die waar de houtblokken in zaten die we achter hebben gelaten. Shiiittttt…..
We keken eens naar de lucht. Hmm, zag er toch wel wat betrokken uit. Nog een nacht de tent uitdrijven, daar hadden we geen zin in. Na enig nadenken besloten we Lillooet in te rijden op zoek naar touw. Dat had ik normaal gesproken elk jaar mee, maar nu even niet. Gelukkig bood de plaatselijke supermarkt uitkomst, en voor $2 waren we de trotse bezitters geworden van een flinke bundel outdoortouw. De tarp, die we normaal gesproken ónder de tent legden, spanden we er nu overheen. Opgelost! Morgen zien we verder.

 

                            P1050260    P1050259

Terugkomend van de winkel hadden we een man het kampeerterrein op zien lopen met een grote pizzadoos onder zijn arm. Besteldienst? Hoe gek kun je zijn. Opeens, terwijl wij aan het koken waren, verscheen hij bij onze tent. Nou ja, soort van tent dan. Hij had allemaal vers geplukt fruit bij zich dat hij probeerde te verkopen. Ik viel als een blok voor een bakje kleine abrikoosjes, lekker als toetje! Hij liet ons nog een boysenberry proeven, het leek op een kruising tussen een framboos en een braam. Heerlijk van smaak. De abrikozen waren de lekkerste die ik ooit gehad heb. Zó sappig.

Van kampvuurtjes is op het moment geen sprake. Het is hier zó verschrikkelijk droog en heet geweest – de kassière in de supermarkt had het over 42 graden – dat er overal branden zijn ontstaan. Begrijpelijk dus dat je geen vuur mag maken.

 

P1050265

Nu maar eens afwachten wat de nacht ons brengen gaat. Regen? Storm? Sneeuw? We zullen zien….

 

Dag 16 – Zaterdag 19 juli: Alder Bay – Vancouver

De hele nacht heeft het gegoten. Op een goed moment kon de tent het niet meer aan en sijpelde het water gezellig richting slaapzak. Er ontstond zo midden in de nacht een klein riviertje, en wij deden ons uiterste best alle waardevolle spullen droog te houden. Uiteindelijk zijn we wel weer ingeslapen, zij het onrustig. ‘s Morgens bleek dat niet alles het droog gehouden had, maar grote rampen hadden zich niet voorgedaan. Wel waren de slaapmatjes aan de onderkant enigszins doorweekt maar dat droogt snel weer op is de ervaring.

We braken de boel dus kletsnat op, het regende nog steeds. Het werd daardoor een beetje een haastklus, maar toen alles goed verpakt in plastic zakken zat reden we naar het kantoor om van Jeany en Rick afscheid te nemen. Daar vertelde Jeany een raar verhaal: ze was net gebeld door een garagebedrijf uit Port McNeill (10 km verderop) dat daar zomaaar onze Equinox gedropt was, met de sleutels erin. Heel vreemd. Hij zou naar Victoria gebracht worden. Maar goed, niet ons probleem, Jeany heeft alleen onze verhuurgegevens naar die garage gefaxt en we nemen maar aan dat het opgelost wordt.
Jeany gaf ons een big hug, we waren nu immers familie! Om half tien vertrokken we  richting Port McNeill voor een ontbijtje bij Mugz, en zetten toen koers richting zuiden.

De eerste kennismaking met de Dodge verliep wat stroef. Hij heeft beduidend minder opbergvakken, ontbeert het zo ontzettend handige ingebouwde kompas en heeft bovendien geen achteruitrijcamera. Die best heel handig is. Dat zijn echter allemaal overkomelijke onvolkomenheden. Wat veel vervelender is: hij slurpt benzine. We gaan het nog eens precies narekenen bij de volgende tankbeurt, maar tot nu toe komen we uit op 1:8 in plaats van de 1:12 van de Equinox. Op zijn rijprestaties valt echter niets af te dingen, die zijn uitstekend.

Oorspronkelijk wilden we met de ferry oversteken naar Powell River, dan de ferry naar Earls Cove nemen en tot slot nog de oversteek Vancouver. Onderweg naar Campbell River stelden we onze plannen bij. We besloten het bij één overtocht te houden en wel direct van Nainamo naar Vancouver. Want het weer zat tenslotte niet mee, en we wilden nu wel weer eens zon zien. Die hoopten we op het vasteland te kunnen vinden.
We vonden moeiteloos een plekje op de ferry van twintig over vijf. Bij de MacDonalds in CR kregen we Jette nog even te pakken voor ze maandag naar Japan vliegt voor drie weken vakantie. Door de vreselijke vliegramp in Oekraïne kreeg dat toch een iets andere dimensie, hoewel we er gelukkig ook vrij nuchter tegenaan keken. Wat moet je anders?

             P1050242       P1050243             

             P1050253       P1050255            

Wachten in de rij; nog even een rootbiertje wegtikken (nee, géén alcohol!); op de ferry

 

In Vancouver reden we naar het vliegveld. We wilden bij het verhuurbedrijf van Alamo vragen of ze misschien een andere auto hadden. Want naast eerder genoemde zaken waren we ook in een heftige strijd met de verlichting geraakt: als we de lichten aan deden ging de dashboardverlichting uit. We troffen er een uiterst vriendelijke medewerker, die ruim de tijd nam om mee te lopen een ons te vertellen hoe het werkte. Hij beaamde dat de Dodge niet bepaald een gebruiksvriendelijke auto is en het kost relatief veel tijd uit te vogelen hoe alles werkt. Hij wilde ons met alle plezier een andere auto geven maar kon dat niet omdat we een Amerikaans nummerbord hebben. Iets met invoerrechten denk ik.
Of hij nog iets voor ons kon doen? Ja, een hotel vinden, het was al half tien en we hadden het wel gehad. Hij wees ons de infobalie op het vliegveld omdat die speciale prijzen hebben. Als je zelf aanklopt betaal je veel en veel meer. Het lukte ons om een plek te vinden…in het Hilton! Dat werd de tweede keer in ons leven. Bij binnenkomst vertelde de receptionist dat we een mooie kamer hadden, op de hoek. Dat klopte: het was een suite zodat het haast een appartementje leek. Er zat zelfs een balkon bij. Voor mij veel te hoog boven de grond, op de 15e verdieping, maar Herman Brood had het vast geweldig gevonden.

DSC09291                                    Uitzicht vanaf het balkon: Vancouver by night

Eten deden we bij uitzondering ook maar in het hotel: een hamburger op z’n Hiltons. Lekker! We keken nog even naar heerlijke oude muzieknummers uit de Ed Sullivanshow, met de Beatles, de Mama’s en de Papa’s en meer van dat soort werk. Daar slaap je wel lekker bij in, zeker in zo’n geweldig Amerikaans zacht bed van twee bij drie meter!

 

 


zaterdag 19 juli 2014

Dag 15 – Vrijdag 18 juli: Alder Bay

De  Chevrolet Equinox was anthraciet van kleur. Dat vonden we eigenlijk niet zo mooi, en dus belden we Alamo met de vraag om iets anders. Geen probleem hoor, leveren we morgen bij u af! Zodat we nu in een hippe steenkleurige Dodge Journey rondrijden.

Het begon de avond ervoor. We wilden vis gaan eten in Port McNeill, zo’n tien kilometer verderop. Dus in de auto gestapt en de sleutel omgedraaid. Niets. Geen beweging in te krijgen. De sleutel kon er zelfs niet meer uit. Opeens begonnen de ruitenwissers spontaan in slow motion te bewegen, zowel voor als achter. Het zijraampje, dat nog open stond, wilde niet meer dicht. Vreemd! We haalden de campingbaas erbij, die kreeg er ook geen beweging in. De road assistence van Alamo dus maar gebeld. Een heel vriendelijke dame vroeg allereerst of we op een veilige plek waren. Ja, dat waren we. Daarna is ze half Vancouver Island af gaan bellen, maar de dichtsbijzijnde oproepbare monteur zat op 500 km afstand – het was inmiddels zeven uur ‘s avonds. Ze noteerde al onze gegevens en gaf een referentienummer door. Rick, de campingbaas, nam af en toe de telefoon over om adresgegevens te verstrekken. We spraken af dat wij de volgende ochtend terug zouden bellen om acht uur zodat ze een vervangende auto konden sturen. Ok, prima. Wel een beetje lastig dat de achterklep niet open kon, we moesten dus horizontaal vanaf de zijdeur de auto inschuiven om bij ons blikvoer te komen (want dat werd het).

De volgende ochtend bleek hoe de overbuurman zijn gelijk haalde: het regende. Nog geen pijpenstelen maar wel een onafgebroken miezerige drizzle (klinkt veel vriendelijker dan motregen, toch?). Weer gebeld met Alamo. Het duurde eindeloos voor we op hetzelfde punt waren als gisteren, en toen verbrak plotseling de verbinding. Waarna we weer de hele procedure konden volgen. Uiteindelijk was alles in orde, en we zouden teruggebeld worden door het bergingsbedrijf dat de auto’s om zou komen ruilen. Om tien uur gebeurde dat inderdaad, met de mededeling dat het zes uur zou duren. Tot vier uur wachten…..

We liepen naar het kleine haventje om naar de zeilboot te kijken die vandaag een stel andere Nederlanders op zou pikken voor een tour. Maureen zwaaide ons hartelijk toe toen ze ons zag staan. Teruglopend keek ik nog even om. Wat waren dat voor rare vogels op het plankier? Ik keek eens beter en riep meteen Bert erbij: het waren otters! Die waren een wedstrijdje snelduiken aan het doen met z’n tweeën. Ik kon ze nog net op de foto zetten voor ze weer voor langere tijd onder water verdwenen.

 

P1050234

Intussen was de drizzle overgegaan in echte regen. We pakten onze boeken en posteerden ons goed ingepakt op de veranda voor de ingang van de camping. Nadat we daar een uurtje gezeten hadden en een ontbijt van biscuitjes hadden genuttigd, vroeg Jeany (eigenaresse van de camping) of we niet liever binnen in het kantoortje wilden zitten. Dat deden we. Ik kocht 24 uur internettoegang en kon zo mooi het blog bijwerken. Het was binnen wel iets warmer dan buiten maar nog steeds tamelijk kil. Om twaalf uur vond Jeany het genoeg: kom maar mee naar boven. Daar, in hun eigen woning, mochten we de rest van de dag blijven. Ze wees ons de kastjes met borden, kopjes, koffie en chocola. Ze zette een potje ingemaakte zalm op het aanrecht met een kom zodat we zalm met mayonaise konden mixen voor een sandwich en wees ons de koelkast. Pak maar wat je nodig hebt en trek rustig alle kasten open. Ze gunde ons nog even een blik in hun slaapkamer, van waaruit ze over de hele campground konden uitkijken, zette de elektrische open haard aan en vertrok. Met nog wel even de mededeling dat we gerust een dutje konden doen op de zeer comfortabele bank.

Daar zaten we, heerlijk warm en droog, voorzien van een natje en een droogje en met een fenomenaal uitzicht op de baai. Om het half uur kwam Jeany even boven om te zien of we nog iets nodig hadden. Een dekentje misschien? Of nog meer brood? Op een goed moment kwam ze vertellen dat er een telefoontje was geweest van het bergingsbedrijf: het zou zeven uur ‘s avonds worden. Op dat moment besloten we dus maar nog een nachtje te blijven. Dat vonden Jeany en Rick een prima plan. Of we wijn wilden? Ach ja, waarom niet? Zij kwam gezellig even bij ons zitten en we kletsten honderduit tot de plicht haar weer naar beneden riep. Het is een goed lopend bedrijfje, met voornamelijk vissers die er de hele zomer staan. Ze bieden allerlei faciliteiten en er zijn steeds mensen die iets nodig hebben, bijvoorbeeld de sleutel van de vriezer om hun vis in op te slaan of grote blokken ijs om de vis koud te houden.

Het liep tegen zessen toen Jeany een halve verse coho (zalmsoort) op het aanrecht legde en vroeg of we mee wilden eten. Dat zou ze heel gezellig vinden. Wij ook natuurlijk, het regende nog steeds. Ik boende dus de piepers schoon terwijl zij de vis met bacon omwikkelde en hem in folie pakte. Alles ging in de oven. Ik keek nog even uit het raam en zag….onze nieuwe auto! De genoemde Dodge Journey.  Gebracht door een zeer goedlachse man met armen vol bloemen en zeemeerminnen. Hij was heel blij geweest met de klus, het leverde hem $300 aan overuren op. De Equinox sloot hij even aan met startkabels. Startte hem: als een zonnetje! Tja. Maar toch maar geen risico nemen, straks staan we in de woestijn met een lege accu.

Het begon net weer harder te regenen dus we pakten alles snel over. De Dodge is wel groter maar niet praktischer, dus we moesten hier en daar wat veranderen in onze opstelling. Toen snel terug naar Rick en Jeany, die het geweldig vonden dat we met z’n vieren rond de tafel zaten. Meestal eten ze om de beurt omdat het kantoor tot acht uur ‘s avonds open is. Ook nu werden ze af en toe opgeroepen, maar het weerhield ze er niet van om ons en ook zichzelf nog eens goed in te schenken. Kortom, een boel vrolijkheid. Om een uur of acht gingen we terug naar de tent. We lazen nog wat in de auto en lieten verder alles voor wat het was. Maar het blijkt maar weer: iets wat in eerste instantie een tegenvaller lijkt kan achteraf juist heel veel opleveren, zoals in dit geval de kennismaking met een fantastisch Canadees echtpaar!

 

P1050238

  1.                                                                Rick en Jeany……….

 

P1050237                                                                    …….en wijzelf!

Dag 14 – Donderdag 17 juli: Alder Bay

De boten waarmee je hier op whale watching gaat zijn vrij log, met bankjes om op te zitten en een hoger gelegen deel als uitkijkpost. Je kunt er ook bij slecht weer binnen zitten in een verwarmde kajuit. We hadden er in Telegraph Cove een weg zien varen met naar schatting zo’n man of veertig erop. Omdat onze boot kleiner was waren we benieuwd hoe die eruit zou zien.

Om tien over negen liepen we, goed gemutst (letterlijk) en anderszins ingepakt vanwege de koude wind, naar de steiger op het kampeerterrein. Onze boot kwam er net aanvaren: een zeilboot!

P1050187          De zeilboot van Seasmoke

We werden hartelijk welkom geheten door de schipper en zijn vrouw, en moesten ons net als de andere opvarenden in een dik gevoerd oliepak hullen. Daarna kon je je niet meer bewegen. Bijna niet in elk geval. Bert liet het jack achterwege, hij vond zichzelf al meer dan genoeg een michelinmannetje in zijn donsjack met vier lagen kleren eronder. Maar aan de broek moest ook hij geloven. Zo een die tot je oksels komt. Voor je erin kon kruipen moest je eerst je schoenen uitdoen, net als bij een regenbroek. Dat alles in het redelijk nauwe gangboord stelde onze lenigheid danig op de proef.

 

                     DSC09243 P1050042 P1050041

        Tien lagen kleren, een donsjack en een oliepak….dat ziet er zó uit! (eerste foto)

We zochten een plekje op het dek en koersten naar open water. Aan boord: een Russisch gezin van vier personen, twee Nieuw Zeelanders, twee Amerikanen en nog twee andere Nederlanders. We kregen vers gezette koffie en blueberrymuffins die net uit de boordoven kwamen. Het woei hard, zeker toen we uit de beschutting van de kust en de eilanden kwamen. Lichte schuimkoppen op het water, als ik me goed herinner is dat ongeveer windkracht 4. Dat is best fors op een zeilboot. Buitengaats ging de motor uit en voeren we alleen op het licht gereefde zeil. We moesten ons goed vasthouden, zo ging het tekeer. En de oliepakken bleken geen overbodige luxe, we kregen soms bakken met water over ons heen. De fototoestellen had iedereen al opgeborgen, foto’s maken lukte toch niet goed in deze wilde zee. Maar we kregen veel uitleg over de omgeving en de dieren die er te zien waren. We zagen eerst zeehonden, toen arenden en later zelfs een zeearend (bald eagle)  met jong op een nest zitten.

 

DSC09267 P1050174 eaglesnest seasmoke 

Een tijd later wees Maureen ons op het eerste fontein ten teken dat er een bultrug zat. En ja hoor, een enorme ronde zwarte rug kwam boven water. Om er meteen weer in te duiken. Je ziet ze wel, maar je ziet ze niet. Zoiets. We werden al gauw bedreven in het spotten van deze majestueuze dieren en om de haverklap riep er wel iemand ‘dáár!’. Dan draaiden we ons allemaal naar dezelfde kant, en als je geluk had kon je dan nog een glimp van iets opvangen.

 

P1050097                                                                 Goed kijken!

 

humpback foto maureen

Maar we hebben ook drie keer de enorme staart van zo’n bultrug boven zien komen, als hij een acrobatische toer aan het uithalen was. Indrukwekkend! 

staart humpback 

staart humpback2

 

Later kwamen er ook een paar dolfijnen langs, en op een goed moment zaten die zelfs vlakbij de boot.

dolfijnen seasmoke              Daar heb je Flipper! De nieuwe avonturen van Flipper en zijn vriendje Flapper

Elke keer als we een dier gezien hadden keerden we, om er zo dichtbij te komen. Soms bleven we een tijdje min of meer op één plek dobberen. Op de terugweg kregen we, toen we in wat rustiger water waren terechtgekomen, eerst thee met zelfgebakken scones (ook weer net uit de oven aan boord), room en jam, en daarna uitgebreide uitleg, compleet met foto’s en illustraties, over alle verschillende soorten walvissen en dolfijnen. Een mooi verhaal is dat van een walvis: die deed zijn bek open voor een flinke hap haring, liet het naar binnen glijden zoals wij dat ook graag doen. Er zat alleen één dier tussen dat er niet thuishoorde: met de vis was er ook een zeemeeuw naar binnen gevlogen! Wonder boven wonder, net voordat de bek weer dichtklapte, kon de meeuw met een duikvlucht ontsnappen.

 img_6906 zeilen seasmokeDe theepotten waren voorzien van warme jasjes, en de thee kregen we gewoon in aardewerken bekers. Onder het blauwe handdoekje: de heerlijke warme scones van Maureen!

De eigenaren van Seasmoke zijn zeer betrokken bij het in stand houden van deze kwetsbare dieren en dat gaf het allemaal een extra dimensie. Al met al waren we bijna vijf uur onderweg geweest toen we weer voet aan wal zetten. Wat een onvergetelijke ervaring!

Bij de tent was het zonnig, maar koud. Daarom zit ik dit stukje nu in de auto te typen. Het schijnt dat het in het binnenland snoeiheet is, dat is weer het andere uiterste. Vanwege de harde wind mogen we vanavond geen vuur maken, en dat is voor ons niet fijn omdat we het echt nodig hebben om warm te blijven. Maar een beetje verdekt in de auto zitten heeft ook zo z’n voordelen. Er kwam iemand tegenover ons staan. Dat is op zich niets bijzonders, maar dit werd een hele one man show. Ja, want het was één man die z’n tentje op wilde zetten. Tenminste, dat dachten we. Maar hij sleepte een groot blauw zeil uit z’n auto en was vervolgens eindeloos bezig daar een soort afdak van te creëren. Bert voorzag zijn acties intussen van snedig commentaar zodat we ons kostelijk vermaakten. De bomen aan de rand van de plek moesten het ontgelden, daar werd het zeil aan vastgeknoopt. Af en toe mislukte dat, en dan werd het gewoon weer losgesneden waarna de hele operatie opnieuw kon beginnen. Na ongeveer anderhalf uur ontstond er toch zoiets als een tarp, en waar wij bij slecht weer in de regen zullen moeten zitten is deze kampeerder nu verzekerd van een drupvrije kookplek. Alleen, het regent niet…..