dinsdag 6 augustus 2013

Dag 28 – 3 augustus: Glendale – Quail State Park (St George)

Dag 28 – zaterdag 3 augustus: Glendale – Quail State Park (St George)

Het vergiet met grote, sappige kersen stond op de grond. De schemering was overgegaan in een donkere, zwoele nacht. Ik stak mijn hand uit, pakte een kers en stak die in mijn mond. Om hem meteen weer uit te spugen. Ik keek eens goed, en zag allemaal zwarte vlekken bewegen op de grond rondom het vergiet…..kevers! Grote, dikke, zwarte kevers!
Zo had het kunnen gaan, ware het niet dat ik het op tijd ontdekte. Nét op tijd, dat wel. De kersen verhuisden naar de tafel waar de kevers er niet meer bij konden.


De dag begon traag, met een lui ontbijt in de ochtendzon. De paarden in de wei kwamen ons begroeten en kregen in ruil daarvoor een klopje op de neus.



Allereerst reden we naar het Coral Pink Sand Dunes SP. Wat we daar aantroffen was een race-circuit voor OHV's (Off Highway Vehicles), die de prachtige duinen als crossbaan bleken te mogen gebruiken. Je kon er geen wandeling maken maar alleen plaatsnemen op een tribune om naar de crossers te kijken. Helaas. En doodzonde van zo'n omgeving.Dat hadden we dus gauw bekeken.



Plan was verder nu een plek op een campground in Zion te zoeken. Dat was maar een klein uurtje rijden. Hoewel we al eerder in het park geweest waren werden we ook nu weer direct getroffen door de schoonheid ervan. 


De familie steenbok was ook weer aanwezig


We vonden een plek, op de Sunset CG. Het was er echter zo ontzettend heet, dat we toch besloten door te rijden. Uiteindelijk kwamen we terecht in het Quail State Park, waar een mooie campground aan een groot stuwmeer bleek te liggen. Hoewel het ook hier veertig graden was vonden we het iets beter uit te houden doordat er wat wind stond.








En er stonden luifels die voor schaduw zorgden. We zetten er onze tent dus op en reden daarna door naar de McD om zoals gebruikelijk de foto’s op het web te zetten en het blog bij te werken. Maar deze keer ook om lekker koel te blijven! Toen we om een uur of half acht op het kampeerterrein terugkwamen was de zon daar al helemaal weg. Het was er zelfs aangenaam te noemen. Het uitzicht was schitterend, de ondergaande zon zorgde voor een compleet zomers plaatje. 



We zaten net te eten toen er twee adorabele kleine meisjes van een jaar of zes naar ons toe kwamen. Ze hadden een bord bij zich met daarop wafels, waar gesmolten marshmallows en chocola tussen zat. Of wij er een wilden? Dat konden we natuurlijk niet weerstaan, zo’n lief aanbod. Moeder keek op de achtergrond toe of het allemaal goed ging.
Na dit leuke intermezzo zaten we nog lang naar het meer en de achterliggende bergen te kijken. Het was te warm om vroeg te gaan slapen. Toen ik even naar de wc ging kwamen er net drie pubermeiden aanlopen. Na gedane zaken stonden zij bij de (enige) wastafel, dat blokkeerde de zaak behoorlijk. Meiden van deze leeftijd kunnen eindeloos hun haren kammen of make-up bijwerken. Maar ze draaiden zich onmiddellijk naar mij om, spoten zeep uit hun eigen fles op mijn handen en hielden de kraan voor me ingedrukt zodat het water bleef lopen. Logisch toch? Geweldig.
Morgen naar de Valley of Fire, eens kijken hoe warm het dáár is.

zondag 4 augustus 2013

Dag 27 - 2 augustus: White Pocket (Kanab) – Glendale

Dag 27 – vrijdag 2 augustus: White Pocket (Kanab) – Glendale

Terry stond ons al op te wachten bij zijn rode Jeep. 
Gisteren hadden wij al wat foto’s genomen van zijn fotozaak en dat was op zich al de moeite waard. Eén grote uitdragerij van zowel fototoestellen, onderdelen en accessoires als gitaren, cd’s behorende bij de Suzukimethode voor cello, viool en piano en nog veel meer muzikaliteiten.




Deze man zou ons de hele dag meenemen naar The White Pocket. Zoals altijd hadden we niet echt een idee van wat ons te wachten stond, behalve dat het iets unieks moest zijn. Maar dat is er zoveel hier. We stapten dus vrij onbevangen in. Het was al vrij warm, en zo’n jeep heeft natuurlijk geen airco. Dat was wel even zweten dus. Maar Terry bleek een goede prater, en al luisterend naar zijn levensgeschiedenis vergaten we de hitte.
We maakten één stop, bij een pittoilet. Daar liet hij wat lucht uit de banden lopen om makkelijker door het mulle zand te kunnen rijden. In het weiland ernaast stond een levensgrote afbeelding van een condor afgebeeld met tussen de vleugels een spanwijdte van drie meter. Vroeger werden die hier geringd en van zenders voorzien, nu schijnt dat niet meer nodig te zijn omdat men weet waar ze naar toe gaan en welke afstanden ze afleggen.




De weg werd allengs hobbeliger, het zand muller. De jeep kon het uiteraard moeiteloos aan en wij deden ons best met ons lichaam de schokken op te vangen. Het is een gebied waar je alleen maar met het juiste vervoermiddel naar toe kunt, en je moet daarnaast zorgen voor voldoende brandstof en water. Lijkt logisch, maar Terry vertelde toch dat hij verscheidene keren slecht voorbereide toeristen heeft moeten lostrekken uit het zand. En het is daar héét hoor! Overleven lukt alleen met ruim voldoende water bij je. Europeanen zijn niet gewend aan zulke omstandigheden en vatten het vaak veel te licht op, terwijl de natuur hier onbarmhartig is. In de krant stond een geval van twee mensen die het niet overleefd hadden in deze contreien, een paar dagen geleden. Terry zelf belt altijd zijn vrouw als hij ergens aankomt en als hij weer wegrijdt zodat hij in geval van bijvoorbeeld autopech snel gevonden kan worden.
Goed, na een rit van bijna drie uur waren we ter plekke. Via een zandweg liepen we het gebied in….en onze ogen rolden uit de kassen. Dit was werkelijk uniek. De foto’s moeten het verhaal maar vertellen, woorden schieten te kort. 


Sporen van een Mountain Lion? Er zat er wel een, volgens Terry 
































Een heel bijzonder natuurverschijnsel! 

En zo hebben we nog een paar honderd foto's......We zoeken ze altijd een beetje op gevoel uit omdat ze op ons schermpje de grootte van een postzegel hebben. Het is niet goed te zien hoe de kwaliteit is. Thuis maken we een definitieve selectie voor in het fotoboek, jullie moeten het hier voorlopig maar mee doen!
We kregen ruim drie uur om er zelf rond te banjeren en eindeloos veel foto’s te schieten. Wat ik héél fijn vond: nergens afgronden of enge hoogtes, zodat ik zonder last te hebben van hoogtevrees ook overal op en af kon klimmen.
Na drie uur zochten we Terry weer op. Het eerste uurtje was hij met ons meegegaan om ons bepaalde fotogenieke plekken te wijzen, daarna ging hij z’n eigen gang (daar hoorde volgens mij een dutje in de auto ook bij).
Toen weer drie uur terug. Maar wat een onvergetelijke dag!!

Hierna reden we naar Glendale, een plaatsje in de buurt van Zion. Daar hadden we vorig jaar al bij de Bauertjes in de boomgaard gekampeerd en nu gingen we in de herhaling. Gras, open, uitzicht, superschoon sanitair en vooral: heel rustig. 
Dat gaf ons de gelegenheid al het moois van de dag rustig te verwerken. Want soms knapt je hoofd bijna uit elkaar van zoveel moois. En dat geeft dan ook weer zo’n rommel, nietwaar?