zondag 5 augustus 2012

Dag 17 - woensdag 1 augustus: Canyonlands 'The Needles'



Sprookjesachtig. Uniek. Dat zijn woorden die bij ons opkwamen toen we vandaag het zuidelijke en minder bezochte deel van de Canyonlands bezochten. Het is zo’n anderhalf uur rijden tot je bij de ingang van het park bent, maar o wat is het de moeite waard! Nu kan ik wel proberen het te beschrijven maar dat is in feite een zinloze bezigheid. Want hoe leg je uit dat iets zó betoverend mooi is dat je er stil van wordt; dat je geen mens om je heen ziet en wat dat met je doet in zo’n onmetelijk groot gebied; dat je je een nietig geheel voelt in het hele universum; dat je probeert je een voorstelling te maken van het leven dat de cowboys daar hadden, met 10.000 stuks vee om te hoeden terwijl ze zelf een kampement hadden opgeslagen onder de overhangende rotsen…..
Nee, dat valt niet uit te leggen. Dat moet je zelf meemaken (en misschien wel heel anders ervaren). Daarom doe ik dat ook maar niet. De foto’s geven misschien een indruk maar je mist altijd de context. Ach, het is in elk geval iets.


Cowboykamp







Steenmannetjes geven de route aan



Onder de rots, in de schaduw is het aangenaam; daarbuiten zo'n graad of 40.....






Skyline van rotsen




De Klomp!


 Op de weg ernaartoe werden we door een hele grote witte pijl en een tekst op de rotsen nog gewezen op het feit dat daar een ‘hole in the rock’ te zien was. De plaatselijke toeristenindustrie had daar handig op ingespeeld, met succes want het stond er vol met auto’s. Als die mensen toch eens wisten wat er zo’n vijftig mijl verderop aan natuurschoon bevond….maar misschien maar goed ook.
Iets dichter al bij de ingang van het park bekeken we de Newspaper Rock, een heel groot stuk rots vol met petroglyfen. Zo duidelijk hebben we ze nog niet eerder gezien. Je wordt heel nieuwsgierig naar het verhaal dat er verteld wordt en dat niet makkelijk wordt prijsgegeven. Men schijnt niet in staat te zijn de petroglyfen nauwkeurig te dateren maar dat ze oud zijn is zeker. Dat geldt dan weer niet voor de initialen die hedendaagse toeristen meenden te moeten aanbrengen tussen die eeuwenoude rotstekeningen. Gekken en dwazen schrijven hun namen op muren en glazen, helaas.



Vol van al het moois en nog steeds een beetje stil van verwondering reden we terug om nog maar eens te genieten van een tapasmaaltje bij de tent, eh…pardon….cabin. Wat een dag!t valt n    Di dd

vrijdag 3 augustus 2012

Dag 16 - dinsdag 31 juli: Black Canyon of the Gunnison - Moab

Alle foto's zijn inmiddels bijgeplaatst!

Sta je om zes uur naast je tent, is de halve campground al vertrokken. Het blijft een wonderlijk gegeven dat iedereen hier zo vroeg uit de veren is. Als je in Frankrijk of Spanje voor zeven uur ‘s morgens weg wilt kun je in sommige gevallen het terrein nog niet eens af.
Maar goed, we pakten vlot in en zochten in Montrose een Starbucks op voor een snel ontbijt. De koffie – we nemen meestal gewoon Pike’s Roast – vinden we echt erg goed.

Na een paar uur door een niet al te interessant landschap gereden te hebben draaiden we vanuit de Interstate 70 de ‘een minuut voor acht’  op, ofwel de 128. Dit staat vermeld als een scenic byway langs de Colorado River, gek eigenlijk als je net Colorado uit bent.
Direct werd de omgeving al interessanter maar het absolute hoogtepunt kwam toen we het gebied van de Colorado River inreden.  Zulke onvoorstelbare vormen, diep rood gekleurd, je gelooft gewoon je ogen niet. We probeerden af en toe iets langer door te rijden dan vijf minuten maar dat bleek onbegonnen werk. Om de paar honderd meter moesten we stoppen om foto’s te maken. Gevolg was dat we er iets langer over reden dan gepland, hoewel, we hadden helemaal geen planning dus dat is onzin.

Een stad, in de verte? 
Nee, allemaal rotsformaties!



Jammer, de kleuren komen niet zo goed over. Moet allemaal nog bijgewerkt als we thuis zijn. 
Toch nog redelijk vroeg, om een uur of één, reden we Moab binnen. Onze eerste gang was naar de Canyonlands Campground. Die kon ons echter in het geheel niet bekoren: stoffig, onvriendelijke ontvangst en heel weinig schaduw. Toen naar een campground daar vlakbij die alleen tentplekken had. Afgezien van het feit dat het vol was vonden we het ook daar maar een onaantrekkelijk geheel: weinig privacy en aan de prijs.  Na nog twee andere opties geprobeerd te hebben besloten we ons geluk te proberen op de Moab’s Valley RV Resort Campground. Op deze camping waren we twee jaar eerderal een paar dagen geweest en dat was ons uitstekend bevallen. Toen hadden we een cabin gehuurd en we besloten dat nu ook weer te doen, gezien de snoeihitte. We werden niet teleurgesteld. De ontvangst was uitermate vriendelijk en op onze vraag naar seniorenkorting kregen we onmiddellijk tien procent korting. We namen onze intrek in een eenvoudige cabin maar wel met koelkast en, nog veel belangrijker, airco. Dat is in deze contreien net zo’n onmisbaar attribuut als bij ons een kachel.
De camping is echt een aanrader. Weliswaar net niet in het centrum, maar wel weer vlakbij de ingang van Arches NP. Alles is er brandschoon en zeker vergeleken met de andere campgrounds die we gezien hebben ruim en goed opgezet.

Moab is een klein plaatsje maar wel van alles voorzien, zo ook van een grote CityMarket waar ze heerlijke zelfgemaakte maaltijden verkopen. Om toch een beetje aan het Spanjegevoel tegemoet te komen haalden we allemaal lekkere hapjes als avondeten. Zo creëerden we ons eigen tapasmaal.
Terug bij ons huisje bleek dat heel fijn gesitueerd te zijn,  namelijk met de veranda op het zuidwesten. Dat is geweldig als je in Nederland bent, maar hier betekent het dat je binnen een kwartier een zonnesteek oploopt. Jammer, hadden we even over het hoofd gezien. Maar nooit de moed opgeven: na vriendelijk vragen konden we best een andere cabin krijgen, dat was alleen wel veel duurder omdat hij groter was. Hoeveel dan? Tien dollar. Per nacht? Nee, in totaal. Heb ik het echt goed verstaan, tíen dollar?? Ja hoor! En zo versleepten we onze spullen naar een veel ruimere en vooral veel beter gelegen cabin.
’s Avonds maakten we nog even een praatje met een stel Canadezen, hij van oorsprong Zwitser en zij Poolse, (dermatologe die niet mocht werken in Canada, raar, met een chronisch tekort aan artsen); leuke mensen. Hij was vooral heel erg geïnteresseerd in de Indiaanse cultuur en met name in petroglyfen. Omdat zij hem duidelijk langer kende dan vandaag en bang was dat hij de hele avond enthousiast over zijn hobby zou blijven vertellen dirigeerde ze hem na een tijdje met zachte dwang, zoals alleen vrouwen dat kunnen, naar hun vouwwagen. En dat was dat.    

donderdag 2 augustus 2012

Dag 15 - maandag 30 juli:Gunnison -Black Canyon of the Gunnison


(nog geen foto's, zie vorig bericht)

Direct na Gunnison, waar we alweer vroeg vertrokken, veranderde het landschap. Tot dan toe was het afwisselend mooi of saai geweest maar nu ontvouwde zich in het tere ochtendlicht een goudgele deken van gesteenten, gelardeerd met het heldere blauw van de Blue Mesa Lakes. We reden door  Curecanti National Recreation Area en stopten om de haverklap om foto’s te maken. 







Het was er erg rustig hoewel er talloze campgrounds waren die allemaal meer dan voldoende plaats hadden zo te zien. Ons leek het een walhalla voor watersporters. Wel werd er gewaarschuwd voor de weersomstandigheden op het water: aan het eind van de middag konden die van het ene op het andere moment omslaan in hevig onweer. Dat is in dit hele gebied trouwens zo, ’s morgens mooi en ’s middags moet je dan maar afwachten.
Van afstand hadden we goed zicht op de naaldvormige rotsen die mede karakteristiek zijn voor het gebied.
 





Op een geheel verlaten parkeerplaats stonden heel veel brievenbussen terwijl er in geen velden of wegen huizen te zien waren. Ze waren wel in gebruik, de meesten dan, dus vermoedelijk kwamen de mensen van heinde en verre hier hun post ophalen.



Heel mooi op tijd kwamen we aan bij de Black Canyon of the Gunnison NP waar we in het park zelf wilden kamperen. Er was heel veel plaats en we vonden een mooie, vrije, beschaduwde plek. 




Na onszelf voorzien te hebben van vocht en zout in de vorm van een lunch met kaas en crackers reden we de scenic drive door het park. Imponerend! Anders dan de Grand Canyon is deze kloof niet erg gekleurd en  ook minder gelaagd.







 Er waren veel parkeerplaatsen van waaruit je iets kortere of langere stukjes kon lopen voor een spectaculair uitzicht. 
Mooi weer, mooie luchten, mooie plaatjes!
Op één van die tochtjes fotografeerde Bert een grote zittende valk, weliswaar op afstand maar toch bijzonder omdat je ze eigenlijk alleen maar in de (v)lucht ziet. De aanwezige ranger was in elk geval onder de indruk. 




Onderweg zagen we ook een muilhert met twee jongen, in het geheel niet schuw. Die zijn wel wat gewend natuurlijk, met alle bezoekers,  hoewel je het park met de beste wil van de wereld niet drukbezocht kunt noemen.




Terug bij de tent hebben we in de schaduw zitten lezen. Er stond een lekker briesje dus het was er goed toeven. Opeens zag ik twee lange oren in het bosje vlakbij de tent….er bleek een heel muilhert aan vast te zitten! Gauw op de foto natuurlijk. Later liepen er nog veel meer herten op het terrein, ook met jongen. Kennelijk bevonden wij ons in hun leefgebied.



We wilden sperzieboontjes eten maar toen we ze, bijna beetgaar en klaar om in de slaapzak na te garen, even proefden wisten we niet hoe gauw we ze weer uit moesten spugen….víes! Uiteindelijk aten we dus alleen maar aardappelgratin zonder korstje want gekookt en entrecote die op je tong smolt – die laatste vormde het hoogtepunt van de maaltijd. Voor ons hier geen boontjes meer….
’s Nachts meenden we een beer/hert/bergleeuw te horen grommen/knorren. Bij nader inzien bleek het te gaan om Bert’s voeten die op het matrasje heen en weer schoven. Gerustgesteld door deze informatie vielen we weer in slaap.
’s Morgens zagen we de pootafdrukken van een zwarte  beer bij onze tent staan….of is dat een broodje beer….eh…aap??

Dag 14 - zondag 29 juli: Stillwater - Gunnison


Leadville, nog nooit van gehoord en niet bepaald een plaatsje van betekenis. Voor ons echter een voltreffer, mogelijk toch vandaar de naam - verwijzing naar munitie? Bert at er de lekkerste hamburger (lamsvlees) die hij ooit gehad heeft, en ik had een sandwich Cuban Reuben, met pastrami, gesmolten Zwitserse kaas, zuurkool (!) en aïoli. Het lijkt een vreemde combinatie, dat dacht ik eerst ook, maar onder het motto ‘bestel iets wat je normaal niet eet’ waagde ik de gok en het was verrukkelijk! Ook nog in een heel gezellig restaurantje waar we water in weckpotten kregen – bijzonder.

Goed gevuld vervolgden we onze tocht naar Gunnison, zo’n 50 mijl voor de Black Canyon of the Gunnison waar we de dag erop heen wilden. Intussen was het rondom alweer helemaal aan het dichttrekken en we zagen het in de verte onweren. Omdat we geen zin hadden in weer een natte maaltijd zochten we de KOA-campground op en  huurden we er een zogenaamde tent-cabin. Dat was een driehoekig gebouwtje van golfplaten met daarin twee bedden en een iets uitstekend dakje waaronder we droog konden zitten. Wat denk je: geen drup gevallen…..Toch was het heerlijk. Een warme douche, stopcontacten om de batterijen van de fototoestellen op te laden en zelfs een goede internetverbinding zodat ik in alle rust wat mails kon versturen. We maakten een vuurtje, aten een paar boterhammen en doken onze digitale boeken in. Puur genieten!