woensdag 25 juli 2012

Dag 8 - maandag 23 juli: Chadron - Badlands




Onze auto heeft allerlei moderne snufjes. Zelfs zó modern, dat er opeens een politie-auto, ambulance én een helikopter onze kant opkwamen met gillende sirenes. Wat was er gebeurd? Ik zag  bij de achteruitkijkspiegel een paar knopjes. Eén met het symbool van een telefoontje, één met de tekst ‘on’ en één met een rood kruis. Onderzoekend als ik ben drukte ik eerst maar eens op het telefoontje, waarop er een beltoon hoorbaar was. Vreemd. Toen probeerde ik het rode kruisje. Onmiddellijk verscheen in het display de tekst ‘hang up’, maar hoe ik  ook op het knopje ‘on’ drukte om uit te schakelen, er gebeurde niets. Opeens hoorde ik een stem die zei: ‘which emergency-service do you need?’ Of woorden van gelijke strekking. Ik kreeg in de gaten dat we kennelijk automatisch doorgeschakeld werden naar het alarmsysteem en wist niet hoe vaak ik op die ‘on-button’ moest blijven drukken om de zaak te cancelen. Het zweet brak me uit, al kan dat ook van de hitte geweest zijn (het was ongeveer 40 graden) en ik wist niet wat ik moest doen. Bert zat ernaast en keek ernaar, hij begreep in het geheel niet wat er gaande was. Tot ik een ingeving kreeg en het displayscherm aanraakte op de tekst ‘hang up’, en ja hoor, tuut tuut tuut….verbinding verbroken…
Het was dus niet echt zo, van die noodhulpdiensten, maar het had weinig gescheeld!! Pfff…..
Het laatste stuk naar the Badlands reden we binnendoor.  In Wall maakten we een tussenstop in een nagebouwd westernstadje, WalDrug. Al kilometers van tevoren werden we daarop attent gemaakt door een woud aan reclameborden langs de snelweg – hoezo horizonvervuiling?? De koffie kostte er vijf dollarcent, en als geste van de regering kregen vietnamveteranen ze zelfs gratis, een groots gebaar nietwaar?
Verrassend genoeg was er een tafeltje voor ons gereserveerd door onze voorouders! 

Predestination, zoiets? Ik wist wel dat ze reislustig waren, al dan niet gedwongen, maar dit….ik had wel graag een brandijzer of hoe noem je zo’n ding, meegenomen, maar dat bestaat natuurlijk allang niet meer.
Van het ene moment op het andere veranderde het redelijk oninteressante prairielandschap in dat van de maan. Dit land blijft je verrassen! We stopten bij geen enkel uitzichtpunt omdat we dat de dag erop wilden doen en niet van tevoren al ons kruit verschieten. De campground in het park was nog erg leeg. Geen wonder ook, welke gek gaat er nu kamperen bij zulke temperaturen? Wij dus!


In de schaduw van een van de weinige bomen zetten we ons tentje voor de eerste keer op. Daar worden we altijd zó gelukkig van! In een uurtje hadden we de auto ingeruimd en hij is echt groter dan zijn voorgangers, we hebben ruimte over.
Na een verfrissend drankje in het vlakbij gelegen restaurant hebben we een korte wandeling gemaakt door het betoverende landschap. 







De eerste nacht in ons tentje was meteen een memorabele: we werden overvallen door een heftige storm, met regen en onweer. Helaas kon de tent zoveel geweld niet aan, dat wil zeggen, het lekte langs de naden naar binnen waardoor we meer in bad dan in bed lagen. De auto maar in dus. Daar was het echter zo benauwd, ook niet uit te houden. Toen hebben we handdoeken achter onze matrasjes gelegd om het ergste water tegen te houden en uiteindelijk zijn we weer in een lichte slaap gevallen. ’s Morgens was alles weer heel snel droog gelukkig, en we hebben direct duct-tape gekocht om de naden af te plakken.
      

Dag 6 en 7 - zaterdag 21 juli en zondag 22 juli: Denver - richting Badlands


Dag 6 
Vanmorgen eerst maar eens uitgebreid ontbeten. Normaal doen we dat met koffie, maar ons hotel voorzag in een echt lekker ontbijtbuffet. We hebben heerlijke wafels gebakken, de wafelijzers stonden klaar. Er was een grote bak met fruitsalade, allerlei soorten brood, roerei, yoghurt, noem maar op.
Daarna geskyped met de kinderen, we zaten gewoon gezellig met z’n vieren te praten, zo goed was de verbinding. Leuk dat je elkaar dan kunt zien, toch anders dan alleen maar bellen.
Ik nam de tijd om de foto’s op het blog te zetten, dat lukte nu heel vlot. Toen de tassen gepakt, en net toen we klaar waren om uit te checken zeiden we tegen elkaar dat het ook wel fijn zou zijn nog een nachtje langer te blijven, dan konden we alle inkopen bij de WalMart in alle rust doen en de dag erop vertrekken.  Dat hebben we dus maar gedaan, alleen moesten we wel verhuizen naar een andere kamer. En wat voor een, met een aparte zitkamer erbij, geweldig!



Bij de WalMart duurde het nog best een tijd voor we alles bij elkaar hadden. Uiteindelijk zijn we niet eens meer Denver ingegaan, wat eerst wel het plan was. Morgen halen we nog de etensvoorraad en probeer ik alsnog een ereader te pakken te krijgen, tot nu toe is dat niet gelukt.

Dag 7  
Niet eens al te vroeg vertokken we richting Badlands. In Cheyenne, twee uur rijden vanaf Denver, waagden we de zoveelste poging een ereader aan te schaffen, wat uiteindelijk na veel zoeken lukte. Het werd een Kindle, de Kobo hadden ze nergens. Verder hadden we via internet gezien dat er een WalMart was die wijn verkocht (doen ze hier lang niet allemaal) in Scotsbluff, een eind verder op de route, dus we besloten daar onze etensvoorraad aan te vullen. Daar waren we toch weer zo’n anderhalf uur mee zoet, maar we konden er wel een paar weken mee vooruit. We kochten behalve allerlei verantwoord voedsel 17 flessen Chardonnay, dat was meteen de hele voorraad, en twee flessen rode Merlot. Voor de prijs hoefden we het niet te laten: $2,98 per fles! We waren alweer een tijdje opweg toen Bert opeens de benzinemeter een wat laag peil zag aangeven maar er was in de verste verte geen benzinestation te bekennen. Dat is nooit prettig, maar al helemaal niet als je in een van god en iedereen verlaten omgeving bent. Intussen begon het ook te betrekken, en vlak voor we bij Fort Robinson aankwamen barstte er in volle hevigheid een verschrikkelijke bui los die gepaard ging met onweer. Daar gingen onze kampeerplannen. Gelukkig vonden we wel op tijd een benzinestation, dus dat probleem hadden we getackeld. We probeerden een onderkomen te vinden in Fort Robinson, maar dat zat vol. Er zat niets anders  op dan door te rijden, Chadron was de volgende grotere plaats. Daar kregen we de laatste kamer bij Motel 6, waar we net zoveel voor moesten betalen als voor de uitstekende accommodatie in Denver. Weliswaar hadden we ook hier een suite tot onze beschikking, maar op een schaal van 1 tot 10 zou die van ons een 4 krijgen. Eigenlijk hadden we moeten klagen bij de manager, maar daar hadden we geen puf voor. Natuurlijk waren we ook teleurgesteld dat we onze kampeeruitrusting niet konden testen, maar dat was echt géén optie geweest met dit weer. Dus op naar morgen, hopelijk wordt het dan beter!




maandag 23 juli 2012

Dag 5 - vrijdag 20 juli: New York - Denver


(hier hebben we geen fotos bij; bij de voorgaande berichten zijn nu de foto's bijgevoegd!)
Onze vlucht naar Denver vertrok pas om 16.00, dus we hadden ruim tijd om in te pakken, koffie te drinken met Ampara en nog even een rondje door de buurt te maken. Bij de koffie stelde ik Ampara de vraag wat ze nu moesten betalen voor een appartement als dit. Dat loog er niet om: $ 1380 exclusief per maand! Dat is wel heel hard werken voor de huur. Alejandra, de dochter, werkt als barvrouw maar mogelijk oefent zij daarbij ook nog een ander, oud beroep uit…de nachtclub levert naast muziek en drank namelijk ook ‘hookah’s ‘, zoals bleek uit een rondslingerend visitekaartje. Maar dat zijn maar veronderstellingen van onze kant. In elk geval hebben wij maar reuzze geboft met zo’n onderkomen Toen we onze bijdrage aan Ampara wilden afleveren protesteerde ze eerst, daarna verontschuldigde ze zich wel tien keer want ze vond het eigenlijk niet gepast om vrienden te laten betalen. Uiteindelijk nam ze het aan, maar wilde ons nog $20 teruggeven. Dat konden we gelukkig keren. Wel kwam ze even later met een pak Colombiaanse koffie aanzetten voor ons, en dat hebben we toen maar in dank aanvaard.


Onze spullen waren snel gepakt en dat liet ons tijd genoeg voor een wandelingetje. Astoria is een buurt in opkomst, met veel winkels en restaurantjes. We lunchten in een crêperie (Franse eigenaar) waarna we onze spullen gingen ophalen om ze – met ons erbij – in een taxi te laten vervoeren naar het vliegveld. De taxichauffeur mopperde op de politieke situatie maar dat doen taxichauffeurs hier altijd. Ze hebben ook wel een punt natuurlijk, als ze zeggen dat het nooit echt zal veranderen. Het is zo’n onmetelijk groot land met zoveel problemen, ik ben blij dat ik het presidentschap niet ambieer.  Misschien moeten ze al die campagnegelden maar eens inzetten voor de mensen waar het om gaat, in plaats van het uit te geven aan vlaggetjes, flyers en vrijwilligers.


Goed op tijd waren we op JFK aanwezig. Het is een nogal knullig vliegveld, en de ontvangst was navenant. Na een hele tijd in de rij gestaan te hebben waren we eindelijk bijna aan de beurt voor de controle, komt er opeens een Belangrijk Persoon Met Veel Verantwoordelijkheden op ons af stuiven, moesten we naar een ándere balie waar de hele film opnieuw begon. Omdat de computer van de scanapparatuur het eerst niet deed hadden we zelfs nog extra oponthoud. Tja.


In het vliegtuig gezeten kregen we de volgende melding: er zijn nog 15 wachtenden vóór u! In de file om de lucht in te mogen…..vanwege het slechte weer (het water kwam met bakken uit de lucht) was er een file ontstaan. ‘gebeurt wel vaker op jfk’ zei de captain. Die ons overigens ongeveer elke vijf minuten op de hoogte hield van de situatie. Een vliegtuig in de wacht schijnt veel kerosine te verbruiken, en één moest er daarom terugkeren naar de gate. Konden wij weer een plaatsje opschuiven. Uiteindelijk vertrokken we met twee uur vertraging, waarvan we onderweg één ingehaald hebben.
Om de haverklap kregen we drinken aangeboden en zoveel zakjes met pretzels of pinda’s als we wilden. Ze waren zeker bijna over datum….


Eenmaal geland ging het heel snel. We werden met een shuttle naar de vestiging van Alamo gebracht, waar we, net als twee jaar geleden, via www.usareisen.de (nee, we hebben geen aandelen) een midsize-suv gehuurd hadden. Er was geen levende ziel te bekennen, behalve een dame achter de balie die ons enthousiast gebaarde dat we aan de beurt waren. Ja, deuhh…..Ze sprak ONT-ZETTEND-LANG-ZAAM-EN-DUI-DE-LIJK, alsof we behalve hardhorend – wat we natuurlijk wel zijn, eerlijk is eerlijk - ook niet helemaal bij ons volle verstand waren. Dat ze ons toch een auto wilde meegeven mag je dan ook op zijn minst opmerkelijk noemen.
Ze wilde ons met een Jeep Compass opzadelen, maar dat zagen wij niet zo zitten. Dat is een auto met nogal stugge vering, en hij rijdt ook niet zo zuinig. Liever een Ford Escape, of een Kia Sportage. Helaas had ze écht alléén nog maar die Jeep. We stelden voor om dan morgen maar om te komen ruilen en dat mocht. We mochten trouwens ook een véél betere auto hebben, tegen bijbetaling van slechts $620. We bedankten vriendelijk voor de eer. Even later was de prijs gezakt naar $450, en nóg een minuut later naar $320. We hielden echter voet bij stuk. Opeens vroeg ze of we dan misschien een Chevrolet Equinox wilden, die stond er ook nog…..direct toegehapt uiteraard. Bij het afhalen van de auto bleken we ook nog voor een Dodge te kunnen kiezen, maar die slurpt meer benzine dus we bleven bij de Equinox. Hij beviel ons direct: heel veel opbergvakken binnenin en aansluitpunten voor opladers, ook usb. Verder is hij voorzien van een achteruitrij-camera, héél handig! En voor het geval we het koud krijgen zijn beide stoelen voorzien van verwarming. Ik denk niet dat we dat nodig hebben.
Inmiddels hebben we de hele Nederlandse vlag aan kleuren gehad: een witte, een blauwe en nu een rode auto. Wel beschaafd rood, dat scheelt.


We  zochten ons hotel op dat werkelijk fantastisch bleek te zijn. Na een hapje eten - waarbij we via het hotel een gratis appetizer kregen die al meer dan genoeg bleek om een achtpersoons familie te voeden! - doken we de heerlijk zachte bedden in, behoorlijk afgedraaid na de reis en alweer twee uur tijdsverschil.



zaterdag 21 juli 2012

Dag 4 - donderdag 19 juli: New York



The Bronx. Dat kenden we alleen als een niet al te veilige wijk. Toch zijn we daar vandaag geweest. Niet zozeer om de wijk zelf te verkennen maar om een schitterend stukje natuur in de grote stad te bezoeken: The NY Botanical Garden.

Om 10 uur stapten we de voordeur uit, om meteen weer naar binnen te gaan. Het onweer van gisteravond had namelijk voor enorme afkoeling gezorgd en onze kleding was daar nog niet op aangepast. Dus gauw iets anders aangetrokken en opnieuw de gang naar buiten gemaakt.

Ingang van ons appartement


Onze straat
Met de metro en de bus waren we in ongeveer drie kwartier ter plekke. We gingen een heel stuk door The Bronx, maar eerlijk gezegd viel ons niet op dat het hier anders was dan in bijvoorbeeld Harlem of bepaalde straten in de Lower East Side.
De botanische tuin was een groot feest voor ons. Je hebt helemaal niet in de gaten dat je middenin een wereldstad zit,  het voelt echt aan als buiten.





 Gigantische tropische kassen met mooi aangelegde waterpartijen waarin een enorme variëteit aan tropische waterlelies te zien was. Het verschil tussen ‘gewone’ en tropische is dat die laatste altijd een stuk steel boven het water heeft, terwijl de soort die wij kennen direct op het water drijft. Niet alleen de bloemen zijn prachtig, de zaaddozen die overblijven na de bloei vonden we eigenlijk nóg mooier.








De tuinen waren in onze ogen hier en daar on-Amerikaans aangelegd. Heel verwilderd leek het, maar was het natuurlijk niet: er waren heel veel mensen aan het werk om al dat wilde in toom te houden en met uiterste zorgvuldigheid klein snoeiwerk te verrichten.


We hebben er uren rondgedwaald en het bezoek afgesloten met een rondrit door het hele park, wat enorm groot is en veel boomsoorten herbergt.
Na de tuin, inmiddels eind van de middag, werd  het tijd voor een late lunch. Die hebben we genoten bij Katz’ Deli, waar je de beste pastramisandwiches van de stad kunt krijgen. Omdat ze hier alleen maar ingesteld zijn op mensen met onwaarschijnlijk grote magen hebben we er een gedeeld, en dat was meer dan genoeg voor de rest van de dag. Zo komt Jan Splinter wel door de zomer!


Als laatste programmaonderdeel wilden we de Williamsbridge op lopen. Vanaf die brug heb je een heel mooi  uitzicht op de East River, en de skyline van Manhattan. Het bracht ons door een erg leuk deel van de Lower East Side, allemaal gezellige cafés en hippe winkels. Ook alweer zo’n buurt die  jaren geleden uitermate onplezierig en onveilig was maar nu een metamorfose heeft ondergaan. Aan de rand ervan konden we nog een beetje dat gevoel van vroeger ervaren: daar stonden groepjes niet al te vriendelijk kijkende mannen met – zo op het oog – vechthonden aan de lijn.
De brug werd druk bezocht door fietsers en joggers, kennelijk een geliefde plek voor een stevige conditietraining. We hadden een dik halfuur nodig om tot het midden te lopen. Helaas was alles geheel ingekapseld door een stevig hekwerk en bovendien stonden we aan de verkeerde kant (wandelaars en fietsers werden langs strikt gescheiden paden gevoerd), dus we kregen iets andere foto’s dan we voorzien hadden.

Een béétje Newyorker gaat op de fiets!


Alle vormen van vervoer op één brug: trein, auto's, fietsen, wandelaars

Om half negen waren we thuis. We klopten nog even aan bij Amparo om te laten weten dat we er weer waren, en daar bleven we vervolgens nog een hele tijd plakken. Ze had een vriendin op bezoek, ook een Columbiaanse. Het werd erg gezellig en we dronken de Dubonnet met z’n vieren op (deze keer wisten we hoe het zou smaken, de schok was dus minder groot). Amparo maakte vroeger mooie wandkleden/kunstwerken, van natuurlijke materialen. Een groot exemplaar domineert een wand in haar appartement. Ze heeft ooit geëxposeerd ermee, en er ook enkele verkocht. Maar nu ze de zorg voor de kleinkinderen op zich heeft genomen redt ze het niet naast haar werk als huishoudster nog actief te zijn als kunstenaar.

Bij onze lieve Colombiaanse gastvrouw


Materiaal: wol, hout, leer

De vriendin sprak goed Engels en het klikte direct. We hebben het over van alles en nog wat gehad: hoe het is om als immigrant in NY te wonen, over politiek, over Colombia. Meteen weer een leuk contact erbij dus, we mochten de volgende keer bij de vriendin logeren. Dan konden we wijn drinken op haar dakterras. Kortom, geslaagde dag!

donderdag 19 juli 2012

Dag 3 - 18 juli: New York




Om een uur of negen kwam Ampara (de gastvrouw) binnen met koffie, verse aardbeien, yoghurt en cruesli. Ze maakte daarmee een heerlijk ontbijt voor ons. We kwamen een beetje traag op gang daarna, en pas om 11.15 liepen we richting metro. Die is nog geen vijf minuten lopen, heel makkelijk. Het was alweer snoeiheet en erg vochtig. 

De eerste gang was naar de Openbare Bibliotheek. We waren er al geweest maar het is echt zo bijzonder dat we er toch weer een tijdje rondgekeken hebben. Daarbij geholpen door ongeveer driehonderd gillende en schreeuwende schoolkinderen die er een leuk uitje hadden. Geen idee wat ze daar nu precies deden, maar het zag er fris en vrolijk uit met alle gekleurde t-shirtjes die ze per school of summercamp aanhadden. Ze waren zo makkelijk herkenbaar voor hun begeleiders.
Trappenhuis bibliotheek

Een van de vele afdelingen met rijen en rijen boeken

Helemaal in stijl gelaten.....

...en voorzien van puntenslijpers!

Een studiezaal 

In het aangrenzende Bryantpark, een slap aftreksel van de Jardin de Luxembourg in Parijs, hadden we op een stoel kunnen gaan zitten om de voorbijgangers te bekijken. Maar aangezien het niet onze hobby is om vrijwillig geroosterd te worden kozen we toch voor een cafe met airco. Eigenlijk wilden we nog een ander gedeelte verkennen van de stad, maar de hitte werd te erg. We zijn dus teruggegaan naar ons appartement en hebben wat gelezen, ik schreef een stukje voor het blog en we fristen ons maar weer op onder de douche. Om een uur of vier betrok het buiten, en er barstte een gigantisch onweer los met veel inslagen vlakbij, althans, zo leek het. Wij zaten hoog en droog, maar moesten er om vijf uur weer uit om te gaan eten bij onze vriend Alex. Dat wil zeggen, in Queens Ristorante in Brooklyn, waar hij werkt. 

Om kwart over vijf durfden we het aan naar buiten te gaan. De regenponcho’s kwamen goed van pas daarbij en hielden ons redelijk droog.
Het was een hartverwarmend weerzien met Alex. We kregen een tafeltje toegewezen en de grote baas, die in werkelijkheid nog niet de 1.50 m haalt, bracht ons de kaart. We hadden net onze keuze gemaakt toen er al een voorafje voor ons neergezet werd, de onnavolgbaar lekkere mozzarella caprese, met warm gegrilde groenten. 


Mozarella Caprese
En er stond opeens een fles Montepulciano voor onze neus, niet de minste rode wijn. Zo ging het maar door. Het ene gerecht was nog niet op of het andere verscheen al. Steeds als hij even tijd had kwam Alex bij ons om een praatje te maken. 
Dikke vrienden!
Hij vertelde dat hij over zes  maanden teruggaat naar Colombia, voorgoed. Na tien jaar werken in New York wil hij nu weer de vrijheid hebben en vooral buiten zijn. Hij heeft een stukje grond gekocht waarop hij koffie gaat verbouwen, zijn vader is daar al bezig om alles in orde te maken. Onze volgende trip zou dus best eens richting Zuid-Amerika kunnen zijn…We hadden stroopwafels voor hem meegenomen in een delfts blauwe pot (goede tip, Gera), en Groninger koek om met zijn collega’s te delen. Dat vond hij natuurlijk geweldig. Toen moesten we ook nog even mee naar de keuken, om daar kennis te maken met de eigenaar/chef-kok. Die vond het erg leuk om ons te zien, de vorige keer was hij er niet namelijk, toen hebben we wel zijn broer ontmoet. Wij vonden het vooral interessant om de keuken in vol bedrijf te zien. Een man of 12 waren er aan het werk, en alles liep op rolletjes zo te zien. Dat moet ook wel als je tot de top behoort in NY.
Eind van het liedje was dat we wederom niets mochten betalen. We hebben ernstig aangedrongen maar zonder succes. Nu blijven we via Facebook in contact, dat is dan toch een prachtig medium. Na een hartelijk afscheid namen we de metro terug, het was behoorlijk afgekoeld buiten en alles rook fris door de regen. 
Morgen de laatste dag hier!


Dag 2 - dinsdag 17 juli: New York


Niet eens zo héél vroeg werden we wakker vanmorgen, om zes uur. Na een kop koffie bij de benedenbuurvrouw (wij zitten in het appartement van haar dochter) vertrokken we richting Downtown. Met een weekkaart voor de Metro togen we naar Chambers Street, om te ontbijten bij Le Pain Cotidien, een Belgische keten van dagrestaurants waar ze heerlijke natuurlijke producten verwerken in hun maaltijden. En, niet onbelangrijk, de koffie is geweldig.

Ontbijt bij Le Pain Quotidien
Na het ontbijt maakten we ons op voor een dagje wandelen door Zuid Manhattan. Omdat het bloedheet was waren we echter iets sneller dan anders geneigd om maar weer een stukje met de metro te doen. Opeens pakte Bert’s kaartje niet meer, en ik was al in het station. Tja, en dan komt meteen de behulpzame Amerikaanse aard weer om de hoek kijken: een mevrouw haalde zonder aarzeling háár kaartje door de lezer, zodat Bert toch óók mee mocht. Wat natuurlijk een stuk gezelliger was.
We waren trouwens vergeten een föhn mee te nemen, maar die heb je hier ook niet nodig in de zomer: de wind gedraagt zich als een haardroger op de hoogste stand! Zo heet, nog nooit eerder hebben we dat meegemaakt. Zelfs niet in Death Valley waar de temperatuur makkelijk kan oplopen tot 50 graden.
We slenterden al met al toch weer urenlang door de stad, er is zoveel te zien. Wel af en toe onderbroken door een ‘koeltemoment’, even een Starbucks induiken voor een verfrissend drankje in de airco. Hoewel….Bert bestelde op een goed moment een cappuccino, en de man achter de tap zei enigszins verwonderd “but that is a HOT drink!”  Ach ja, ieder z’n smaak.
Onderweg wilde ik onze vriend Alex bellen, vanuit een public Phone. Niet echt een fijne bezigheid: die dingen staan altijd volop in de zon dus je kunt maar beter ovenwanten meenemen. En laat ik die nu vergeten zijn.
 Het bellen lukte niet helaas, en ik wilde mijn quarter terugpakken uit het vakje. Mijn vingers grepen in iets zachts, in plastic….bah...ik keek, en zag een zakje weed! Waarschijnlijk was deze telefooncel dus een doorgeefluik. We hebben het maar laten liggen, hoewel we misschien ook onze inkomsten leuk hadden kunnen aanvullen. Met het anti-drugsbeleid in de VS in gedachten leek dat echter niet zo’n goed idee.



Het nieuwe WTC gebouw 

Deze meneer maakt ook een foto van het nieuwe gebouw op Ground Zero

Verleden tijd

Cactusvruchten


De andere kant.....

De Chinese gemeenschap verdiept in het spel

Bij de haven


Onze gastvrouw had ons getipt over de tentoonstelling The Bodies, ook in Nederland geweest maar daar hadden we hem gemist. Omdat het vooruitzicht langere tijd in een koele ruimte te kunnen verblijven ons wel aanstond en het museum mooi op de route lag hebben we het maar in ons programma opgenomen, en we hebben er geen spijt van gehad! Onvoorstelbaar, hoe zo’n menselijk lichaam in elkaar zit. Dat je toch gemiddeld genomen zo lang kunt leven, wonderlijk.
Hierna waren we toe aan een hapje eten en dat deden we bij Junior’s, vermaard om hun cheesecake. Die we echter niet genomen hebben, het was tijd voor iets hartigs. En omdat het binnen lekker koel was deed Bert zich tegoed aan een flinke hete bak uiensoep (ik hield het bij een tonijnsandwich).
 We vonden het toen wel even mooi geweest, het was inmiddels half zeven, en we storten ons in het spitsuurgeweld van de metro. Wel héél fijn dat die ook airco hebben! We waren van top tot teen doorweekt geraakt omdat het niet alleen heel warm maar ook heel vochtig was, en dat had natuurlijk tot gevolg dat je het door een airco weer koud krijgt. Het is ook nooit goed….
’s Avonds gingen we naar Central Park, alwaar een concert gegeven werd door het New York Philharmonisch Orkest. Het was fantastisch, tenminste, dat denken we, want het bleek de avond ervoor geweest te zijn. Al met al waren we toch weer twee uur onderweg, nog steeds in een snoeiende hitte. Het water wat we dronken kon je enkele minuten later ongeveer alweer opvangen in een flesje, een bijzonder geval van recycling.
Ons appartement is gelukkig heerlijk koel, en we sliepen in no time. Hoezo jetlag??

woensdag 18 juli 2012

Dag 1 - 16 juli: Amsterdam - New York


Vanmorgen extra vroeg opgestaan. Hoewel alles al klaar stond heb je toch altijd meer tijd nodig dan gewoonlijk als je op reis gaat. Gisteren, toen we de tassen wogen, waren we verbaasd over het lage gewicht: één van 14 kg en één van 16,4 kg. Het gewicht van de tassen zelf is al ongeveer 7,5 kg bij elkaar. Alleen heel dure tassen wegen wat minder, maar bij onze ramsjtassen is dat natuurlijk niet aan de orde. Verder zitten onze 7,5 cm dikke slaapmatten erin, donsjacks, twee Groninger koeken om cadeau te geven en de nodige kaarten plus reisgidsen. Naast de benodigde kleren dus wel zo’n beetje alles wat noodzakelijk is. Hoe kon het dan zoveel lichter zijn? Ook de rugzakjes waren licht, 5 en 7 kg. Waren we misschien iets belangrijks vergeten? Na enig nadenken konden we maar tot één conclusie komen: de boeken! Als je overstapt van papier naar een elektronische versie levert dat dus een overduidelijke gewichtsbesparing op! En nu hebben we zelfs toch nog iets aan ‘echte’ boeken mee, omdat we (nog) maar één ereader hebben: de tweede kopen we in de V.S.  Hoewel we aan een fysiek tastbaar boek altijd de voorkeur zullen blijven geven is het op reis een fantastisch gegeven.
Goed, gepakt en gezakt vertrokken we met de trein van 8.07 uit Groningen. Inger zette ons af en zwaaide ons uit. 
We hoefden pas om 12.00 op Schiphol te zijn, onze vlucht naar New York via Dublin vertrok om 15.00. Natuurlijk hadden we drie kwartier vertraging. Alle keren dat we afgelopen jaar met de trein gegaan zijn hadden we minimaal een half uur vertraging, maar ook een keer drie uur…..
Ruim op tijd arriveerden we op Schiphol. We zochten eerst een Etos op omdat we nog een kofferriem moesten hebben en ze daar meestal goed voorzien zijn van zulke attributen. Zo ook nu gelukkig. We liepen vrolijk pratend richting incheckbalie, tot ik me opeens afvroeg waar ons kleine handbagagerugzakje gebleven was…..Bert had het niet…..gauw teruggerend en ja hoor, daar stond het, als een verdwaald kind braaf te wachten bij de ingang van de winkel. Als het veel langer had geduurd was Schiphol waarschijnlijk ontruimd vanwege een onbeheerd achtergelaten tas!



Daarna verliep alles voorspoedig. Het was ontzettend rustig en we konden zo aanschuiven bij de incheckbalie. Bij de douane was geen mens te bekennen dus ook daar waren we zo doorheen. We vlogen  met AerLingus, een Ierse maatschappij. Dat hield automatisch een tussenstop in Dublin in. Daar aangekomen moesten we rennen om de vlucht naar New York te halen en dan is zo’n vliegveld heel groot…maar net op tijd kwamen we bij de gate, tien minuten voor vertrek. Wel gek, iedereen zat er nog heel rustig te wachten, vertraging zeker. Uiteindelijk duurde het een uur vóór we door de slurf mochten. En pas op dat moment kwamen we erachter: er is een uur tijdsverschil! Heel stom natuurlijk. Maar ze doen niet zo erg aan klokken in Ierland, anders was het vast eerder opgevallen.

We zaten redelijk, Bert aan het gangpad zodat hij nog een klein beetje zijn benen kon strekken. AerLingus is een lowbudget maatschappij, dat merk je ook wel. Zo kwamen ze maar één keer langs met drankjes terwijl je juist veel moet drinken op zo’n lange vlucht. Maar verder was het prima, om 19.00 plaatselijke tijd landden we in New York. Ook dáár geen rijen, de bagage hadden we binnen een paar minuten en om 19.30 zaten we in de taxi.  
De chauffeur was uitermate behulpzaam. Hij belde met onze contactpersoon om te horen of het allemaal klopte en reed niet weg vóór hij haar naar buiten zag komen: hij wilde ons beslist niet zomaar achterlaten.

Alejandra nam ons mee naar haar appartement, wat licht en ruim was. De vloer lag bezaaid met snippers en overal lag troep. Behalve in ‘onze’ slaapkamer, die was netjes. Ze verontschuldigde zich, was zelf net thuis en zou alles opruimen. 
Ons appartement. De slaapkamer en badkamer staan niet op de foto's.

De keuken









Wij waren inmiddels zo doorgestoofd door de hitte en van moeheid dat het ons allemaal niet uitmaakte. We wilden nog even iets gaan drinken en dan slapen.
Toen we de deur uitstapten kwam de moeder van A. op ons af. Ze wilde graag iets voor ons koken, maar wel vegetarisch. Tja, en dan zeg je geen nee. Dus luttele minuten later zaten we in háár appartement, twee verdiepingen lager. Ze schotelde ons een heerlijk licht maaltje voor met een lekker glaasje rode wijn erbij. Tenminste, dat dachten we, tot we een slok namen. Mierzoet! Het bleek Dubonnet te zijn, een aperitief. Brrr!! 
Daarna hebben we nog een klein rondje gelopen buiten. Bij terugkomst bleek het appartement opgeruimd, en het is echt prachtig. Doodop maar tevreden doken we ons bed in.