USA: 2022 - Rondje Las Vegas 3e x; 2019 - Rondje Las Vegas 2e x; 2018 - Rondje Las Vegas; 2016 - Rondje Denver; 2014 - Noordwest - Canada; 2013 - Zuidwest - Chicago; 2012 - New York - Midwest - Chicago; 2011 - Noordwest - Canada; 2010 - New York - Zuidwest
maandag 8 augustus 2011
Dag 21 - 7 augustus: Wells Gray Park
Dag 21 – zondag 7 augustus: Wells Gray Park
Vanmorgen rustig opgestaan en toen naar Clearwater, plaatsje aan het begin van het park, gereden om nog wat elektronische zaken af te handelen en te ontbijten bij een bakkerij annex café, waar ze heerlijk versgebakken bruinbrood hebben. Daarna het park weer in om op ontdekkingstocht te gaan. Helaas was er niet zoveel te zien: voornamelijk bomen. Langs het park loopt de rivier de Clearwater, en aan het eind zijn er grote, uitgestrekte meren te vinden zoals je je voorstelt als je denkt aan Canada. We zagen dan ook veel mensen met kano’s en boten voorbij komen. In onze ogen is het vooral een park voor hen, en minder voor de landrotten. Onderweg naar het eindpunt van de weg die uitkomt bij het grootste meer stak er opeens een kanjer van een zwarte beer de weg over, prachtig donkerbruin van kleur. Vlak voor onze auto! Die dieren zijn zó snel, je bent altijd te laat met je fototoestel. Tenzij ze in het open veld verdwijnen, maar hier is allemaal bos en je bent ze dus direct weer kwijt. Hoe dan ook, nummer twee gespot! Vanaf dat moment hadden we het fototoestel in de aanslag, maar dan komt er natuurlijk niets meer. Die beren zijn overigens wel de reden dat we ook geen trails gelopen hebben. Afgezien van het feit dat je bijna uitsluitend door het bos loopt is het bepaald niet ondenkbaar dat je opeens oog in oog met Ollie B. Bommel staat. Als er meer mensen lopen neemt dat gevaar wat af, maar er was helemaal niemand verder….sowieso erg weinig mensen hier. En wat er is zit op het meer. De vis die je daar vangt moet je teruggooien, je mag niets houden. En toch besteden mensen daar uren aan, aan vissen….maar het zijn wel mooie plaatjes: een eenzaam bootje op een verstild meer.
We liepen nog wel naar de Helmcken-watervallen. Met een duizelingwekkende vaart stortte het water zich van grote hoogte de diepte in, indrukwekkend.
We liepen nog wel naar de Helmcken-watervallen. Met een duizelingwekkende vaart stortte het water zich van grote hoogte de diepte in, indrukwekkend.
Daarna hebben we alle foto’s maar weer eens geladen, vuur gemaakt, wat gelezen en gekookt. Dat vuur is behalve leuk ook echt nuttig, het koelt behoorlijk af ’s avonds. Overdag is het weer eigenlijk aldoor prima, zo tussen de 22 en 28 graden. Een heel enkele keer was het iets warmer. Perfect dus! Morgen naar Jasper. Eens kijken of we dan weer zo’n fantastische kampeerplek kunnen vinden, want dat was het hier wel: een topper!
zondag 7 augustus 2011
Dag 20 - 6 augustus:van Clinton naar Clearwater
Dag 20 – zaterdag 6 augustus: van Clinton naar Wells Gray Provincial Park
Na douche en ontbijt brak Bert de tent af zodat ik me weer bezig kon houden met mijn vakantiehobby: het schrijven van dit blog. Dat werkt goed.
We reden door Clinton, een gat van anderhalve man en een paardenkop, richting Clearwater. Onderweg stuitten we op een oude, onbemande controlepost van de brandweer. Je kon er naar boven klimmen om uitzicht te hebben over de hele streek en bij helder weer kon je 160 km ver kijken. Het wás helder, dus we parkeerden de auto en gingen op pad. Een klein stukje door het bos voor je bij de post kwam. Maar het was wel berengebied, en dat blijft oppassen. Dus ik zette uit volle borst het ene liedje na het andere in. Berend Botje en het potje met vet klonken de beren vast als muziek in de oren: ze lieten zich niet zien. Bij het gebouwtje zelf zagen we een flinke marmot die zich maar langzaam uit de voeten maakte. Het uitzicht was mooi maar niet spectaculair: véél bos.
We karden rustig door langs de 99 en doken iets voor 100 Mile House het merengebied in. Omdat we de tank graag vol wilden houden maakten we een pitstop. Even tanken, zo gebeurd. Denk je dan. Ik liep met mijn briefje van twintig dollar naar binnen – je moet hier eerst betalen, en dan kun je pas tanken – om tot de ontdekking te komen dat het naast een tankstation ook een grote supermarkt was. En dat niet alleen: er was een bijeenkomst van de plaatselijke vereniging van huisvrouwen, waar hier kennelijk ook mannen lid van mochten worden – en die namen het hele pand in beslag. Tenminste, zo leek het. Het halve dorp was uitgelopen om precies op dit moment de voorraden eens lekker aan te vullen. Ik moest wachten. Tja, wat doe je dan? Toch maar in de rij. Wachten. Maar weggaan? Het schoot net weer een beetje op. Toen ik bijna aan de beurt was ging er bij de dame voor mij van alles mis. Het bonnetje kwam niet uit de kassa, ze wilde nog een lot kopen maar kreeg niet het goede, ze was haar cheque kwijt…….Kortom, úren later (voor mijn gevoel dan) kwam ik weer naar buiten en konden we de auto te drinken geven.
Maar het gaf niets, het is vakantie en we hadden alle tijd. Even verderop stond een bordje met ‘cappuccino’ en we hadden wel zin in koffie na al dat wachten. We dachten terecht te komen bij één van de ons inmiddels bekende koffie-kiosken, maar het bleek een schitterend aan het meer gelegen Italiaans restaurant te zijn.
De uitbater, een uitermate hartelijke man, ontving ons met open armen. Italiaan van origine en al tien jaar woonachtig in Canada. Hij had behalve koffie ook huisgemaakte lemoncake in de aanbieding en daar zeiden wij geen nee tegen. We dronken de beste cappuccino aller tijden. Luca ( je maakt gauw vrienden op reis) kwam gezellig een praatje maken en we voelden ons opperbest: afgezien van de koffie was ook de cake meer dan voortreffelijk, en dan nog zo’n prachtig uitzicht…wat wil een mens nog meer? We moesten echter toch verder, het was weer zaterdag en dan moet je voor een kampeerplek immers op tijd zijn. Dus vroegen we de rekening. Ik keek, en dacht dat er een fout gemaakt was. Ik keek nog een keer….maar het stond er echt: $43,50! Voor twee cappuccino (per persoon, dat wel) en cake!! We waren niet gewoon bij Luca, maar bij de Jonnie Boer van Canada terechtgekomen! Nou ja, we betaalden zonder een spier te vertrekken. Eigenlijk moesten we er ook wel heel erg om lachen. En we geven verder heel weinig uit, dus zo dramatisch was het ook weer niet. Vanaf dat moment werd het een sport prijzen te relateren aan ‘een kopje cappuccino’. De wederom geweldige campground die we vonden kostte maar 3 slokjes…
Onderweg hadden we nog brandhout gekocht (een druppel) en de voorraad blikjes aangevuld (half kopje).
Het park bestond niet alleen uit veel bomen maar was ook een geweldige biotoop voor muggen. Het eerste wat we deden was dan ook ons helemaal insmeren met DEET. Dat was afdoende om ze te weren, en toen we ook nog een vuurtje hadden gemaakt verkozen ze een andere tent om bij te gaan zeuren om eten.
Voor de verandering hadden we eens een stukje vlees gekocht: heerlijke malse steak. Met sla en aardappelpuree weer een supermaaltje. We hebben nog een tijdje bij het vuur gezeten, en zijn tegen tien uur lekker de slaapzak ingedoken.
Na douche en ontbijt brak Bert de tent af zodat ik me weer bezig kon houden met mijn vakantiehobby: het schrijven van dit blog. Dat werkt goed.
We reden door Clinton, een gat van anderhalve man en een paardenkop, richting Clearwater. Onderweg stuitten we op een oude, onbemande controlepost van de brandweer. Je kon er naar boven klimmen om uitzicht te hebben over de hele streek en bij helder weer kon je 160 km ver kijken. Het wás helder, dus we parkeerden de auto en gingen op pad. Een klein stukje door het bos voor je bij de post kwam. Maar het was wel berengebied, en dat blijft oppassen. Dus ik zette uit volle borst het ene liedje na het andere in. Berend Botje en het potje met vet klonken de beren vast als muziek in de oren: ze lieten zich niet zien. Bij het gebouwtje zelf zagen we een flinke marmot die zich maar langzaam uit de voeten maakte. Het uitzicht was mooi maar niet spectaculair: véél bos.
We karden rustig door langs de 99 en doken iets voor 100 Mile House het merengebied in. Omdat we de tank graag vol wilden houden maakten we een pitstop. Even tanken, zo gebeurd. Denk je dan. Ik liep met mijn briefje van twintig dollar naar binnen – je moet hier eerst betalen, en dan kun je pas tanken – om tot de ontdekking te komen dat het naast een tankstation ook een grote supermarkt was. En dat niet alleen: er was een bijeenkomst van de plaatselijke vereniging van huisvrouwen, waar hier kennelijk ook mannen lid van mochten worden – en die namen het hele pand in beslag. Tenminste, zo leek het. Het halve dorp was uitgelopen om precies op dit moment de voorraden eens lekker aan te vullen. Ik moest wachten. Tja, wat doe je dan? Toch maar in de rij. Wachten. Maar weggaan? Het schoot net weer een beetje op. Toen ik bijna aan de beurt was ging er bij de dame voor mij van alles mis. Het bonnetje kwam niet uit de kassa, ze wilde nog een lot kopen maar kreeg niet het goede, ze was haar cheque kwijt…….Kortom, úren later (voor mijn gevoel dan) kwam ik weer naar buiten en konden we de auto te drinken geven.
Maar het gaf niets, het is vakantie en we hadden alle tijd. Even verderop stond een bordje met ‘cappuccino’ en we hadden wel zin in koffie na al dat wachten. We dachten terecht te komen bij één van de ons inmiddels bekende koffie-kiosken, maar het bleek een schitterend aan het meer gelegen Italiaans restaurant te zijn.
![]() |
Uitzicht vanaf de Librije....eh....het Italiaanse restaurant van Luca |
De uitbater, een uitermate hartelijke man, ontving ons met open armen. Italiaan van origine en al tien jaar woonachtig in Canada. Hij had behalve koffie ook huisgemaakte lemoncake in de aanbieding en daar zeiden wij geen nee tegen. We dronken de beste cappuccino aller tijden. Luca ( je maakt gauw vrienden op reis) kwam gezellig een praatje maken en we voelden ons opperbest: afgezien van de koffie was ook de cake meer dan voortreffelijk, en dan nog zo’n prachtig uitzicht…wat wil een mens nog meer? We moesten echter toch verder, het was weer zaterdag en dan moet je voor een kampeerplek immers op tijd zijn. Dus vroegen we de rekening. Ik keek, en dacht dat er een fout gemaakt was. Ik keek nog een keer….maar het stond er echt: $43,50! Voor twee cappuccino (per persoon, dat wel) en cake!! We waren niet gewoon bij Luca, maar bij de Jonnie Boer van Canada terechtgekomen! Nou ja, we betaalden zonder een spier te vertrekken. Eigenlijk moesten we er ook wel heel erg om lachen. En we geven verder heel weinig uit, dus zo dramatisch was het ook weer niet. Vanaf dat moment werd het een sport prijzen te relateren aan ‘een kopje cappuccino’. De wederom geweldige campground die we vonden kostte maar 3 slokjes…
Onderweg hadden we nog brandhout gekocht (een druppel) en de voorraad blikjes aangevuld (half kopje).
Het park bestond niet alleen uit veel bomen maar was ook een geweldige biotoop voor muggen. Het eerste wat we deden was dan ook ons helemaal insmeren met DEET. Dat was afdoende om ze te weren, en toen we ook nog een vuurtje hadden gemaakt verkozen ze een andere tent om bij te gaan zeuren om eten.
Voor de verandering hadden we eens een stukje vlees gekocht: heerlijke malse steak. Met sla en aardappelpuree weer een supermaaltje. We hebben nog een tijdje bij het vuur gezeten, en zijn tegen tien uur lekker de slaapzak ingedoken.
Dag 19 - 5 augustus: Vancouver - Clinton
Dag 19 – vrijdag 5 augustus: Vancouver – Clinton
Vandaag vroeg opgestaan. Terwijl Bert de tent afbrak schreef ik nog wat aan het blog en dat konden we vlak voor vertrek posten.
We reden de Sea to Sky- highway en dat was ronduit schitterend. Wat een uitzichten! Het deed ons erg aan Noorwegen denken. We genoten met volle teugen, later ook van de Starbucks koffie trouwens. Helaas konden we niet overal stoppen om foto’s te maken: we reden daarvoor aan de verkeerde kant van de weg en hier in Canada mag je dan niet, zoals in de USA meestal wel mag, de weg oversteken om een parkeerplaats op te draaien. Jammer maar niets aan te doen. Waar het wel kon stopten we natuurlijk.
Iets voorbij Whistler liep er een grote hond op de weg. Dachten we. Het bleek een beer te zijn, een zwarte die hoog op de poten stond. Het kwam zo onverwachts dat we te laat waren met de camera…maar de eerste is gespot!
Iets voorbij Whistler liep er een grote hond op de weg. Dachten we. Het bleek een beer te zijn, een zwarte die hoog op de poten stond. Het kwam zo onverwachts dat we te laat waren met de camera…maar de eerste is gespot!
De tocht bleef ons verrassen door alle schoonheid. Wat een landschap! De naam Davy Crockett, met zijn eeuwige beverstaartenmuts, kwam spontaan bij me op, dit moest zijn land geweest zijn. (Alleen voor de oudere generatie onder ons denk ik…)
Uiteindelijk zijn we doorgereden naar een camping vlak voor Clinton (nee, geen relatie met of familie van). We waren hierover getipt door een stel Canadezen die we ontmoetten bij een uitzichtpunt over de rivier. Zij kwamen daar regelmatig even kijken om de waterstand in de gaten te houden, ze woonden namelijk zelf in de ‘floodzone’ en wilden het risico inschatten.
Ze bleken een buitenhuis te hebben vlakbij genoemde camping en we mochten ook met alle plezier op hun grond kamperen. Dat aanbod hebben we afgeslagen, maar het was reuze aardig natuurlijk.
De camping was een juweeltje.
Heel rustig, gras, aan een meer, warme douches bij de prijs in en gratis waterfietsen. Prijs: $11,50! Als je dat vergelijkt met de camping in Vancouver….O ja, we konden ook nog onze was doen. Fantastisch! Het enige minpuntje: er loopt een weg langs met toch redelijk wat verkeer. Als je daar gevoelig voor bent moet je er niet heen. Maar wij hadden Vancouver al doorstaan, daar stonden we ongeveer midden in het klaverblad Oudenrijn, dus voor ons was het peanuts. En oordoppen doen werkelijk wonderen: ik slaap dan overal doorheen.
Ze bleken een buitenhuis te hebben vlakbij genoemde camping en we mochten ook met alle plezier op hun grond kamperen. Dat aanbod hebben we afgeslagen, maar het was reuze aardig natuurlijk.
De camping was een juweeltje.
Heel rustig, gras, aan een meer, warme douches bij de prijs in en gratis waterfietsen. Prijs: $11,50! Als je dat vergelijkt met de camping in Vancouver….O ja, we konden ook nog onze was doen. Fantastisch! Het enige minpuntje: er loopt een weg langs met toch redelijk wat verkeer. Als je daar gevoelig voor bent moet je er niet heen. Maar wij hadden Vancouver al doorstaan, daar stonden we ongeveer midden in het klaverblad Oudenrijn, dus voor ons was het peanuts. En oordoppen doen werkelijk wonderen: ik slaap dan overal doorheen.
Morgen hopen we in Clearwater te komen. Eens zien wat die dag ons brengt. Welterusten!
Dag 18 - 4 augustus: Vancouver
Dag 18 – donderdag 4 augustus: Vancouver
Het eerste wat we vanmorgen deden was naar de lounge gaan, de enige plek waar wifi was. We wilden namelijk nog even skypen met Inger, die morgen naar Mexico vertrekt en ook Jette feliciteren: scriptie ingeleverd! Nu zijn ze alletwee klaar, heerlijk. De verbinding kwam vlot tot stand en daarna namen we de bus naar het centrum. Er was nog even een klein misverstand over de prijs maar het bleken twéé zones te zijn die we moesten nemen, en de chauffeur was (terecht) onverbiddelijk. Gelukkig hadden we nog wat muntgeld, anders kom je echt de bus niet in. Gisteren reden we voor $3 heen én terug, vandaag werd het $10 in totaal. Valt ook nog mee dus.
We zijn eerst naar het Canada Placegebouw gelopen. Dat gebouw, ontworpen door de Duitse architect Ed Zeidler, heeft een dakconstructie die op zeilen lijken. Die zeilen staan symbool voor de Canadees-Pacifische vloot uit 1891 die de economie van de stad een enorme boost heeft gegeven. Daarnaast liggen de grote cruiseschepen te wachten op hun passagiers. Het mooie van deze plek is dat je er helemaal omheen kunt lopen en schepen van heel dichtbij bewonderen. Mijn fantasie ging met me aan de haal en ik waande me op een zo’n schip, honderd jaar geleden, de wereld verkennend terwijl op de achtergrond een strijkje speelde……idioot natuurlijk, ik moet er niet aan denken gevangen te zitten op zo’n boot, maar toch. Héél even…..
We zijn eerst naar het Canada Placegebouw gelopen. Dat gebouw, ontworpen door de Duitse architect Ed Zeidler, heeft een dakconstructie die op zeilen lijken. Die zeilen staan symbool voor de Canadees-Pacifische vloot uit 1891 die de economie van de stad een enorme boost heeft gegeven. Daarnaast liggen de grote cruiseschepen te wachten op hun passagiers. Het mooie van deze plek is dat je er helemaal omheen kunt lopen en schepen van heel dichtbij bewonderen. Mijn fantasie ging met me aan de haal en ik waande me op een zo’n schip, honderd jaar geleden, de wereld verkennend terwijl op de achtergrond een strijkje speelde……idioot natuurlijk, ik moet er niet aan denken gevangen te zitten op zo’n boot, maar toch. Héél even…..
Cruiseschip klaar voor vertrek |
Er moet ook schoongemaakt natuurlijk |
De bemanning kijkt uit over de stad |
Watervliegtuigjes vlogen af en aan |
Bert's nieuwe vriend (hij volgde hem gewoon!) |
Daarna zijn we richting Chinese tuin gelopen, intussen genietend van alles om ons heen. Het liep ook tegen lunchtijd dus we keken met een half oog ook of we iets zagen waar we even konden zitten. We kwamen terecht bij Finch’s, een koffie- annex theetent met broodjes en salades, alles ‘organisch’. Dat is goedbeschouwd een rare term, alles wat groeit en bloeit is toch organisch? Maar goed, het was zeer sfeervol (wij zaten in de etalage) en gezellig druk dus we hebben ons daar prima vermaakt. Bert vond de koffie zelfs de lekkerste tot nu toe. Zoals bij veel gelegenheden tegenwoordig kreeg ik mijn broodje ook hier op een stuk papier geserveerd. Soms krijg je een plastic mandje met papier, daar gaan echt hele maaltijden op. Scheelt natuurlijk enorm in de kosten: geen afwas, geen opslag voor servies, noem maar op.
Voordat we bij de tuin kwamen zijn we nog het nieuwe Chinese winkelcentrum, bij de ingang van Chinatown, binnengelopen. Niet veel aan eerlijk gezegd. Ook Chinatown hebben we maar gelaten voor wat het was.
Bij Finch's in de etalage |
Voordat we bij de tuin kwamen zijn we nog het nieuwe Chinese winkelcentrum, bij de ingang van Chinatown, binnengelopen. Niet veel aan eerlijk gezegd. Ook Chinatown hebben we maar gelaten voor wat het was.
De Chinese tuin was schitterend. Heel klein eigenlijk, maar zo ingenieus ingericht dat je werkelijk vanuit elke hoek een ander beeld kreeg. Het was de eerste klassieke Chinese tuin die buiten China gebouwd is (het is daadwerkelijk een gebouw). Het water in de vijvers werd expres heel modderig gehouden, met een speciaal soort modder, om de reflectie zo intens mogelijk te krijgen. Het was echt een pareltje. En dan zie je op de achtergrond de grote, moderne gebouwen van Vancouver…
Na de tuin zijn we teruggelopen richting centrum. We kwamen door Hastings East, werkelijk niet te geloven: een en al junks en dealers. Zoveel hebben we er nog nooit bij elkaar gezien.
En dat is het gekke van een stad: je gaat de hoek om en je komt bij een heel gezellig pleintje, het Maple Tree square alwaar we een drankje namen en een tijdje mensen hebben gekeken – altijd leuk – en het standbeeld van Gassy Jack (oprichter van Vancouver) konden bewonderen. Af en toe zagen we nog wel iemand om geld vragen, maar van de louche sfeer honderd meter verderop was niets meer te merken. Daarna zagen we nog de Steamclock die zogenaamd op stoom loopt, wat hij vroeger inderdaad deed, maar tegenwoordig gewoon op het electriciteitsnet is aangesloten.
In diezelfde straat waren ontzettend veel leuke en trendy winkels. Bij één zaak kon je de meubels kopen van alle grote designers zoals de Lounge Chair van Eames of de Barcelona stoel van Mies van der Rohe. Wel namaak…..
En dat is het gekke van een stad: je gaat de hoek om en je komt bij een heel gezellig pleintje, het Maple Tree square alwaar we een drankje namen en een tijdje mensen hebben gekeken – altijd leuk – en het standbeeld van Gassy Jack (oprichter van Vancouver) konden bewonderen. Af en toe zagen we nog wel iemand om geld vragen, maar van de louche sfeer honderd meter verderop was niets meer te merken. Daarna zagen we nog de Steamclock die zogenaamd op stoom loopt, wat hij vroeger inderdaad deed, maar tegenwoordig gewoon op het electriciteitsnet is aangesloten.
In diezelfde straat waren ontzettend veel leuke en trendy winkels. Bij één zaak kon je de meubels kopen van alle grote designers zoals de Lounge Chair van Eames of de Barcelona stoel van Mies van der Rohe. Wel namaak…..
Onze laatste actie was het bezoeken van de bibliotheek. Tja, aardig was het, maar als je net die van Koolhaas gezien hebt is het toch een tegenvaller…..
Het was inmiddels bijna zes uur. We pakten de bus terug, kochten een hele voorraad vers fruit en verse groenten bij het grote winkelcentrum vlakbij de camping en zetten de foto’s op schijf. Weer een dag voorbij. Morgen richting Whistler en dan door naar Wells Gray. Kijken hoever we komen!
Het centrum met o.a. de bibliotheek |
vrijdag 5 augustus 2011
Dag 17 - 3 augustus: naar Vancouver
Dag 17 – 3 augustus: van Seattle naar Vancouver
Met een stichtelijk woord werden we de dag ingestuurd door een echte 'Pilgrimfather'. Hij had al naar ons gezwaaid van afstand en vond daarna dat hij wel even in persoon langs kon komen om ons enkele lessen uit het evangelie mee te geven. We (of eigenlijk Bert) kregen twee college's. Het ene hield in dat de man de vrouw moet volgen, die weet namelijk alles het beste! Hoewel ze uiteraard niets in te brengen heeft verder. Het tweede zijn we vergeten....veel indruk heeft het dus niet gemaakt kennelijk.
Na een stevig ontbijt van ‘all u can eat pancakes’ zoals aangekondigd op de KOA (bij mij hield dat trouwens al op na twee) vertrokken we richting Vancouver. Over die KOA-camping moet gezegd worden dat ze weliswaar kleine plaatsen hebben maar het team dat er werkt doet er alles aan om het tot een plezierig verblijf te maken. Iedereen is even behulpzaam en vriendelijk. Wij hebben er dan ook heel prettig gestaan.
Na een stevig ontbijt van ‘all u can eat pancakes’ zoals aangekondigd op de KOA (bij mij hield dat trouwens al op na twee) vertrokken we richting Vancouver. Over die KOA-camping moet gezegd worden dat ze weliswaar kleine plaatsen hebben maar het team dat er werkt doet er alles aan om het tot een plezierig verblijf te maken. Iedereen is even behulpzaam en vriendelijk. Wij hebben er dan ook heel prettig gestaan.
De rit verliep voorspoedig, alleen een klein misverstandje bij de koffie onderweg. Overal staan hier kleine kiosken met Espresso en aanverwante drankjes. Ik bestelde voor Bert een Americano en voor mezelf een smoothie van vers fruit, zónder slagroom (die gooien ze er hier standaard op maar ik hou er helemaal niet van). De barista vroeg of er suiker in moest, maar dat leek me niet nodig. Bert kreeg z’n koffie. Geen melk en geen suiker. Bleek dat ze het dáárvoor gevraagd had….en de koffie was bovendien veel te slap. Bah! En op mijn smoothie zat een reuzeberg slagroom…. Toen heeft Bert mijn slagroom maar opgelepeld. Je moet toch wat.
Na dit korte komische oponthoud karden we in één keer door naar de grens. We moesten ongeveer vijf minuten wachten. De douanier vroeg hoe lang we in Canada wilden blijven en of we wijn dan wel bier bij ons hadden. Geheel naar waarheid zei ik dat we wat wijn in de auto hadden. Dat het zeven flessen waren (nog in San Francisco bij de Walmart gekocht) vertelde ik er maar niet bij. Toen mochten we direct door!
Bij het Visitor Centre aan de grens haalden we wat nuttige informatie. We mochten er bellen naar een camping in Vancouver om te kijken of er plaats was (Capilano RV Park). Dat was er en we kregen meteen een route mee ernaar toe. Bleek toch nog twee uur rijden, vooral doordat ze overal bezig waren met de weg en er veel files ontstonden. Maar goed, de camping was vrij snel gevonden en we mochten zelf een plek uitkiezen. Dat was niet moeilijk: allemaal asfaltwegen met minuscuul kleine kampeerplekjes…..Maar je moet niet zeuren, midden in de stad zitten heeft zijn prijs….ook letterlijk: $42! Gelukkig kregen we ook hier weer seniorenkorting. Dat het terrein midden tussen de snelwegen lag was ook niet je van het, maar met oordoppen kun je dat aardig tackelen ’s nachts.
We zijn ’s avonds nog even met de bus naar het centrum gegaan voor een eerste indruk. Wat een totaal andere stad dan Seattle! Maar ook indrukwekkend, veel hoogbouw en mooie brede straten. Na een uurtje hielden we het voor gezien: morgen verder!
Bij het Visitor Centre aan de grens haalden we wat nuttige informatie. We mochten er bellen naar een camping in Vancouver om te kijken of er plaats was (Capilano RV Park). Dat was er en we kregen meteen een route mee ernaar toe. Bleek toch nog twee uur rijden, vooral doordat ze overal bezig waren met de weg en er veel files ontstonden. Maar goed, de camping was vrij snel gevonden en we mochten zelf een plek uitkiezen. Dat was niet moeilijk: allemaal asfaltwegen met minuscuul kleine kampeerplekjes…..Maar je moet niet zeuren, midden in de stad zitten heeft zijn prijs….ook letterlijk: $42! Gelukkig kregen we ook hier weer seniorenkorting. Dat het terrein midden tussen de snelwegen lag was ook niet je van het, maar met oordoppen kun je dat aardig tackelen ’s nachts.
We zijn ’s avonds nog even met de bus naar het centrum gegaan voor een eerste indruk. Wat een totaal andere stad dan Seattle! Maar ook indrukwekkend, veel hoogbouw en mooie brede straten. Na een uurtje hielden we het voor gezien: morgen verder!
Dag 16 - 2 augustus: Seattle
Dag 16 – dinsdag 2 augustus: Seattle
Ken je die mop van die mensen die op de bus stonden te wachten? De clou bewaar ik voor het laatst…..
Vanmorgen waren we wel op tijd bij de bus. Hij bracht ons in luttele minuten naar het vliegveld alwaar we over konden stappen op de lightrail naar het centrum. De chauffeur van de bus raadde ons echter aan over te stappen op de snelbus en dan voor het laatste stuk nog een andere bus te nemen, dan hoefden we niet nog eens te betalen. Wij volgden zijn advies op en inderdaad, de snelbus deed zijn naam eer aan zodat we gauw door konden. Ook de laatste bus liet niet lang op zich wachten. Wat wij niet wisten was dat hij ingehuurd was om ons alle hoeken en gaten van de buitenwijken te laten zien, althans zo leek het. Het duurde eindeloos. Toen stapte er iemand in die als hoogste doel in het leven zag medepassagiers uit te schelden, en wel zo luid dat de hele bus kon meegenieten. Termen als ‘are you scared’ en ‘f*ck you’ vlogen ons om de oren. Het was toch wel enigszins bedreigend. De chauffeur riep naar achteren dat het afgelopen moest zijn maar dat hielp niet, de jongen was volkomen geflipt. Bij een volgende halte kwam de chauffeur van zijn plaats. Hij had security ingeschakeld, en de jongen kon kiezen: óf eruit, óf eruit gehaald worden. Binnen enkele minuten zou de sterke arm ter plaatse zijn. De jongen koos eieren voor zijn geld (hoewel ik betwijfel of hij dat laatste wel had) en de rust keerde terug….Na een uurtje waren we dan eindelijk in het centrum.
We gingen ontbijten in de Starbucks, dat moet natuurlijk als je in Seattle bent! Het concept is daar ooit begonnen. Daarna zijn we gaan lopen. Eerst naar Pike Place Market. Helemaal overdekt, leuk en gezellig. Hij is ontstaan in 1907 en heeft sindsdien vele figuurlijke stormen doorstaan. Gelukkig heeft de bevolking van Seattle kunnen voorkomen dat het geheel tegen de vlakte ging, wat op een goed moment de bedoeling was. Nu is het een toeristische trekpleister van formaat. Het ademt echt nog een beetje de sfeer van vroeger. Mooie oorspronkelijke elementen zijn bewaard gebleven.
Vlakbij is de beroemde ‘Gumwall’, een muur geheel beplakt met kauwgom. Nog steeds worden er nieuwe ‘creaties’ aan toegevoegd en het ziet er kleurrijk uit. Geen idee hoeveel bacteriën er in zo’n omgeving wonen….
Daarna liepen we naar het Union Square. Vroeger stond er een grote zaagmolen maar die is afgebrand in 1889. Nu is het een heel gezellig en vrolijk plein, waar zelfs de bomen van gekleurde jasjes waren voorzien!
Het was er eigenlijk helemaal niet druk voor zo’n leuk plein. Verplaats het naar bijvoorbeeld Barcelona en je kunt geen boom meer zien…We bleven er een tijdje rondhangen en maakten veel foto’s. Toen kwam de topper van de dag: de bibliotheek van Rem Koolhaas. Dat was van een oogverblindende schoonheid. Het lijnenspel, de materialen, de transparantie, in één woord geweldig. We namen uitgebreid de tijd om alle verdiepingen te bezichtigen en dat waren er tien. De stad mag met recht trots zijn op dit waanzinnig mooie gebouw!
Er was nog veel meer. We liepen door naar de andere kant van het centrum waar zich behalve de beroemde Space Needle ook het EMP (Experience Music Project) en het Science Fiction Museum and the Hall of Fame bevonden. Tussendoor haalden we een panini bij een deli, gerund door Ethiopiërs. De samenleving is hier ongelooflijk divers. Deze mevrouw maakte een onovertroffen broodje voor ons waar we met z’n tweeën weer uren op konden teren.
De Space Needle, daar kun je naar boven voor uitzicht over de stad, maar het is duur en voor ons niet zo van toegevoegde waarde.
Het EMP daarentegen (een creatie van de beroemde architect Frank Gehry), daar moesten we wel naar toe uiteraard! Als je zelf thuis zo’n centrum in het klein hebt moet je zeker de grote broer bezoeken als je de kans krijgt, nietwaar? Dus dompelden we ons onder in de muziek van Jimi Hendrix, schitterende opnamen van Woodstock op megaformaat doek en superieure geluidskwaliteit. We luisterden met koptelefoons naar Nirvana. Je kon er instrumenten bespelen, veel, héél veel gitaren zien en ik waagde mij nog aan een rondje muziek mixen. Leuk! Een nieuwe hobby? Volgens Bert kun je er stinkend rijk mee worden….
Na dit avontuur vonden we het wel genoeg. We liepen terug naar Pike Market, waar de bus zou vertrekken. Klokslag zes uur stonden we paraat. Het was heel druk en bussen reden af en aan. Behalve die van ons. Nu komt de clou van het begin van dit verhaal. Het werd kwart over zes, half zeven….geen bus. Toch maar wachten. Kwart voor zeven…zeven uur….niets. Maar eens gevraagd aan de chauffeur van een andere bus. Over een kwartiertje moet hij er zijn hoor! Kwartier later: nog niets. We werden er behoorlijk flauw van. Andere chauffeur gevraagd. Geen idéé…..Toen nog maar eens goed op het haltebordje gekeken. De aanwijzingen waren erg onduidelijk, maar ik zag toch iets van ‘tunnel’, ‘evenings only’ en nog zo wat kreten. Ik kreeg het lumineuze idee naar Union Station te lopen omdat hij vanaf daar in elk geval zou moeten vertrekken. Dat station was heel goed verstopt tussen de bomen dus het duurde even voor we het gevonden hadden. Er stond ook geen enkele aanwijzing. Maar daar aangekomen bleek het een ondergrondse halte te vormen voor bus en tram! En ja hoor, om kwart voor acht stapten we dan EINDELIJK in…en een uur later waren we thuis. Wat een dag. Maar Seattle vonden we geweldig!
We gingen ontbijten in de Starbucks, dat moet natuurlijk als je in Seattle bent! Het concept is daar ooit begonnen. Daarna zijn we gaan lopen. Eerst naar Pike Place Market. Helemaal overdekt, leuk en gezellig. Hij is ontstaan in 1907 en heeft sindsdien vele figuurlijke stormen doorstaan. Gelukkig heeft de bevolking van Seattle kunnen voorkomen dat het geheel tegen de vlakte ging, wat op een goed moment de bedoeling was. Nu is het een toeristische trekpleister van formaat. Het ademt echt nog een beetje de sfeer van vroeger. Mooie oorspronkelijke elementen zijn bewaard gebleven.
Daarna liepen we naar het Union Square. Vroeger stond er een grote zaagmolen maar die is afgebrand in 1889. Nu is het een heel gezellig en vrolijk plein, waar zelfs de bomen van gekleurde jasjes waren voorzien!
Het was er eigenlijk helemaal niet druk voor zo’n leuk plein. Verplaats het naar bijvoorbeeld Barcelona en je kunt geen boom meer zien…We bleven er een tijdje rondhangen en maakten veel foto’s. Toen kwam de topper van de dag: de bibliotheek van Rem Koolhaas. Dat was van een oogverblindende schoonheid. Het lijnenspel, de materialen, de transparantie, in één woord geweldig. We namen uitgebreid de tijd om alle verdiepingen te bezichtigen en dat waren er tien. De stad mag met recht trots zijn op dit waanzinnig mooie gebouw!
Er was nog veel meer. We liepen door naar de andere kant van het centrum waar zich behalve de beroemde Space Needle ook het EMP (Experience Music Project) en het Science Fiction Museum and the Hall of Fame bevonden. Tussendoor haalden we een panini bij een deli, gerund door Ethiopiërs. De samenleving is hier ongelooflijk divers. Deze mevrouw maakte een onovertroffen broodje voor ons waar we met z’n tweeën weer uren op konden teren.
De Space Needle, daar kun je naar boven voor uitzicht over de stad, maar het is duur en voor ons niet zo van toegevoegde waarde.
De Space Needle |
Na dit avontuur vonden we het wel genoeg. We liepen terug naar Pike Market, waar de bus zou vertrekken. Klokslag zes uur stonden we paraat. Het was heel druk en bussen reden af en aan. Behalve die van ons. Nu komt de clou van het begin van dit verhaal. Het werd kwart over zes, half zeven….geen bus. Toch maar wachten. Kwart voor zeven…zeven uur….niets. Maar eens gevraagd aan de chauffeur van een andere bus. Over een kwartiertje moet hij er zijn hoor! Kwartier later: nog niets. We werden er behoorlijk flauw van. Andere chauffeur gevraagd. Geen idéé…..Toen nog maar eens goed op het haltebordje gekeken. De aanwijzingen waren erg onduidelijk, maar ik zag toch iets van ‘tunnel’, ‘evenings only’ en nog zo wat kreten. Ik kreeg het lumineuze idee naar Union Station te lopen omdat hij vanaf daar in elk geval zou moeten vertrekken. Dat station was heel goed verstopt tussen de bomen dus het duurde even voor we het gevonden hadden. Er stond ook geen enkele aanwijzing. Maar daar aangekomen bleek het een ondergrondse halte te vormen voor bus en tram! En ja hoor, om kwart voor acht stapten we dan EINDELIJK in…en een uur later waren we thuis. Wat een dag. Maar Seattle vonden we geweldig!
Abonneren op:
Posts (Atom)